Iedereen kent ze wel, van die reclame in de brievenbus waarin staat dat je een prijs gewonnen hebt. Ze verdwijnen steevast rechtstreeks in de papiercontainer, maar de bejaarde Woody Grant is er van overtuigd dat hij echt een miljoen gewonnen heeft. Hij gaat het geld zelf ophalen in Lincoln, Nebraska, want de post kun je niet vertrouwen. En als Woody eenmaal iets in zijn kop heeft dan krijg je het er niet zomaar weer uit.
Als niemand hem wil brengen gaat de eigenwijze, zwijgzame hork desnoods te voet, want zelf rijden dat mag hij niet meer. Uiteindelijk neemt zoon David (Will Forte), zelf op een dood punt in zijn leven met een vriendin die hem verlaat en een weinig uitdagende baan in de noodlijdende hifi-branche, hem mee en wordt Nebraska een prachtige roadmovie. Voor David is het een mooie, misschien wel laatste kans zijn gesloten vader een beetje te leren kennen.
De film wordt gedragen door de fenomenale Bruce Dern, op wiens gezicht je nooit af kunt lezen of hij dementieel afwezig is of gewoon geen zin heeft om te reageren. Zo blijft ook voortdurend in de lucht hangen of hij nu echt gelooft in de prijs of dat hij een ander doel voor ogen heeft. Het leverde hem een gouden kalf op in Cannes.
In de meegeleverde making of, enigszins ontsierd door overdadig stroopsmeren, wordt mooi uitgelegd waarom het Alexander Payne (The Descendants, Sideways, About Schmidt) zo veel tijd kost om een film te maken. Dat zit hem vooral in het casten en het zoeken naar filmlocaties. Dat de moeite loont wordt bewezen met Nebraska. Het landschap is prachtig vastgelegd in cinemascope zwart-wit, en de karakters komen krachtig tot leven.
Het gegeven is tragisch, maar de uitwerking vaak ontzettend komisch. Gortdroog. En tussendoor zijn tal van universele levenslessen te trekken zonder dat ze ingepeperd worden. Ongekend subtiel voor een Amerikaanse film. Geweldige soundtrack ook.
Aanvullende informatie: