Het slotdeel van de trilogie Paradies van Ulrich Seidl. Terwijl moeder in Kenia op zoek is naar de liefde en tante Anna Maria zich wijdt aan haar geloof, is de 13-jarige Melanie veroordeeld tot een dieetkamp voor zwaarlijvige tieners. Hoop doet leven, luidt het spreekwoord, maar dat is veel gezegd.
Niet eerder deed een filmmaker met drie films in het zelfde jaar mee in de strijd om de prijzen bij drie grote filmfestivals. Liebe deed in Cannes mee, Glaube won in Venetië de Juryprijs en Hoffnung werd gepresenteerd in Berlijn. Overal brachten de films veel stof tot discussie.
Hoffnung is van de drie wellicht de meest humane, invoelende film. Schokkende beelden als van de ontluisterende seks in Liebe of de masturbatie met een kruisbeeld in Glaube ontbreken. Dat betekent niet dat de situatie van Melanie minder ontluisterend is.
De obese jongeren worden onderworpen aan een regime van lichamelijke oefeningen, die tot in den treure mechanisch getoond worden, in de uit de eerdere films bekende statische, in beklemmend symmetrische kaders gevangen beelden. Op de slaapkamers ontladen de kinderen de druk door te snoepen, drinken en spelen. Steeds weer worden ze betrapt en volgen disciplinaire maatregelen.
Melanie krijgt haar moeder niet te pakken op de weinige momenten waarop bellen met de buitenwereld toegestaan is – we weten uit Liebe hoe dat komt. Ze klampt zich vast aan de verveelde arts die verantwoordelijk is voor de medische begeleiding van het kamp. Keer op keer meldt ze zich bij hem met denkbeeldige klachten. Hij laat zich de ongezonde aandacht welgevallen en speelt met plezier ‘doktertje’ met haar. Tot het hem te gortig wordt en hij haar afstoot. Voor Melanie een traumatisch einde van wat zij ziet als haar eerste grote liefde.
Zoals bij veel Oostenrijkse kunstenaars komt het werk van Seidl voort uit een allesverzengende haat voor de eigen volksaard. De katholieke kernbegrippen geloof, hoop en liefde worden in het drieluik Paradies op ongekend cynische wijze als hypocriet ontmaskerd.
Als wapens hanteert Seidl naast zijn bijzondere stijl het extreem realistische acteerwerk van amateurs. Het gedrag van de kinderen in Hoffnung is van een echtheid die je zelden aantreft in speelfilms, wat de emotionele impact van het getoonde enorm maakt.
Het zijn zeer ongemakkelijke films. Even grappig als verontrustend, met een voortdurend opgestoken middelvinger. Dit is de westelijke beschaving, dit noemen wij civilisatie. Steek het maar in je zak.
Aanvullende informatie:
Oostenrijk, 2012
Speelduur: 88 minuten
Regie en productie: Ulrich Seidl
Scenario: Ulrich Seidl en Veronika Franz
Camera: Edward Lachman en Wolfgang Thaler
Montage: Christof Schertenleib
Art direction: Renate Martin, Andreas Donhauser
Met: Melanie Lenz, Joseph Lorenz
Beeld: 16:9 anamorf
Geluid: DD 5.1
Uitgave: Lumière/EYE