Goldring Elite en Denon DL 103R


Kilian Bakker | 31 mei 2007 | Denon

Goldring en Denon. Beide hebben een lange historie maar er is nog een overeenkomst tussen deze twee fabrikanten; ze maken allebei al decennia lang hoogwaardige pick-up elementen. Tonar stelde de Goldring Elite en Denon DL 103 R ter beschikking zodat deze twee low-output en `high value for money` aftasters onder de loep konden worden genomen.

Tonar is een bedrijf met een lange historie waar men veel ervaring heeft op het gebied van pick-up elementen, naalden en de daarbij benodigde accesoires. Tonar`s element-expert Bob Jansen heeft vele jaren ervaring met de meest uiteenlopende analoge aftasters wat betekent dat hij ook eigenaren van esoterische platenspelers kan helpen met advies en het vinden van het juiste element. In een recent telefoongesprek met Bob kwam de Goldring Elite ter sprake (ik had vorig jaar drie Goldring elementen gerecenseerd en hij vroeg mij, of ik de Elite al eens had gehoord).

De Elite is een hoogwaardig Moving Coil element met een composiet behuizing en een met zilverdraad gewonden generator. Dat bracht ons op het idee om de DL 103 R, een speciale versie van Denon`s klassieke MC element, voorzien van `6N` koperspoelen, ook eens te beluisteren. We hebben het hier dus over een modern `high-tech` ontwerp (de Goldring) en een professionele klassieker (de Denon) en daarom werd besloten om ze apart te testen maar wel in één artikel te beschrijven omdat ze qua historie, no-nonsense benadering en prijs/prestatieverhouding overeenkomsten hebben.

Goldring Elite

Het Engelse bedrijf Goldring werd in 1906 opgericht en heeft zich in de afgelopen 101 jaar vooral bezig gehouden met het handmatig vervaardigen van aftast-elementen (maar vroeger ook platenspelers en toonarmen, in samenwerking met het Zwitserse merk Lenco). alhoewel dit een echt klassiek `craftmanship` merk is, maakt men bij Goldring graag gebruik van moderne materiaaltechnologie.

Zo zijn de behuizingen van de jongste Goldring ontwerpen vervaardigd uit een kunststof composiet genaamd `Pocan` waarin microscopisch kleine glasbolletjes zijn verwerkt, zodat een licht, stijf en anti-resonant materiaal ontstaat. De Elite is het huidige topmodel van Goldring en is een puristisch Low Output Moving Coil type (voorzien van een Pocan behuizing natuurlijk). De uitgangsspanning is dankzij een krachtige Neodymium magneet nog aan de pittige kant, namelijk 0,5 miliVolt. Dat betekent dat veel MC-Phonotrappen met een lagere versterkingsfactor (Gain) ruisarm kunnen werken met de Elite. De naaldtip is een hoogwaardig `line contact` type van Fritz Gyger, genaamd FG 1 en de zilveren spoelen zijn symmetrisch gewonden voor een optimale elektrische demping.

Bijzonder detail: elk Goldring element wordt in Bury St. Edmunds, Suffolk met de hand gebouwd met behulp van zeer hoogwaardige meetapparatuur, schaduwprojectoren en zelf ontwikkelde fabrikagemethodes. Het frequentiebereik van de Elite loopt van 20 Hertz tot 30 kiloHertz en de statische compliantie ligt op 18 cu. De eigen impedantie is 8 Ohm en Goldring adviseert een afsluitimpedantie van 100 Ohm. De Elite is door zijn Pocan behuizing vederlicht en legt dus maar 5,7 gram in de schaal. Het naalddrukbereik loopt van 1,5 tot 2 gram en de fabrikant adviseert een nominale naalddruk van zo`n 1,7 gram.

De Elite was verpakt in een donkergrijze doos met daarin een `juwelen doosje` (type: verlovingsring). Het bijgeleverde instructievel geeft aanwijzngen in het Engels, Frans, Duits en Italiaans. Een schuimblok houdt het element op zijn plaats en heeft daarnaast een uitsparing voor een gereedschapsetje, bestaande uit vier imbusboutjes (twee verschillende lengtes), twee moertjes, een imbussleutel en zelfs een mini steeksleutel! Een Brüel & Kjaer print-out van de frequentierespons laat een recht verloop tussen 50 Hertz en 8 kiloHertz zien, met een lichte afval onder de 40 Hertz. Boven de 9 kiloHertz was een kleine maar gelijkmatige stijging (tot 0,7 dB bij 15 kiloHertz) zichtbaar, waarna de frequentierespons terugliep richting `0 dB` en bij 20 kiloHertz op + 0,9 dB uitkwam.

Overigens moet er bij het uitlezen van een frequentierespons vooral worden gelet op korte (en dus abrupte) sprongen in de vorm van pieken of dalen. Die moeten liefst zo min mogelijk of helemaal niet aanwezig zijn en met name het bereik tussen het hogere laag en het lage hoog zou bij de betere aftasters rustig moeten verlopen (zoals bij dit element het geval was). Een dergelijke respons uit zich in een meer neutraal gedrag bij het aftasten van verschillende soorten muziek.

Luisteren naar de Goldring Elite

De Elite was nog fabrieksnieuw en moest daarom eerst enkele dagen `de ronde doen` op speciaal daarvoor gekozen schijven met een groot amplitude-bereik (zodat de ophanging en demper konden wennen aan zowel gemiddelde als grote uitslagen). De ingang van de Moth 30 Series RIAA phonotrap werd ingesteld op een afsluiting van 100 Ohm en de Elite bleek optimaal af te tasten bij een naalddruk van 1,7 gram.

Met de Original Master persing van Fleetwood Mac`s LP Rumors op de Wilson Benesh viltmat werd er geluisterd naar de track `Never Going Back Again`. De akoestische gitaar klonk opvallend helder en het snarenspel kwam op open en impulsieve wijze naar voren, met een goede punctuering van elke snaarpluk en greepwisseling. Deze gitaaropname werd hier zelden zó `schoon` gehoord, waarbij de weergave totaal niet overanalytisch werd. De samenzang van de bandleden werd met een uitstekende scheiding van de individuele stemmen weergegeven waarbij elke stembuiging goed te volgen was. Het geheel kwam op overzichtelijke wijze naar voren en werd met een scherpe focus afgebeeld. Naast de transparante weergave werd deze muziek met een breed, open stereobeeld gepresenteerd.

Van Dire Straits` debuut-LP werd de track `Six Blade Knife` gedraaid, om de weergave van flow en `bloom` te beoordelen. De met brushes bespeelde drums werden op plastische en gedetailleerde wijze weergegeven zodat het typische karakter van deze speelstijl heel goed uit de verf kwam. De hi-hats kwamen met een schone en luchtige metaalruis naar voren waarbij de uitsterving lang hoorbaar bleef. De ruige keel die Mark Knopfler bij deze sessie opzette kwam met de juiste hoeveelheid `grit` en `attitude` naar voren.

De ingehouden, soms bijna fluisterende zang kwam zowel subtiel als uitstekend verstaanbaar over. De elektische gitaar kreeg een rijke klankkleur mee waarbij het bekende strakke plectrumwerk van Knopfler op gearticuleerde wijze naar voren kwam. De bas klonk vrij droog maar werd met krachtige uithalen en energieke grommen weergegeven. Het geheel klonk gedetailleerd en luchtig maar werd tegelijkertijd met een zeer aanstekelijke timing gepresenteerd waarmee de Britse herkomst van de Goldring Elite nogmaals werd onderstreept.

Call Me is ongetwijfeld het beste album van Hans Theesink en van de 180 gram Blue Groove persing (ter beschikking gesteld door Synfonique) werd de track `Soul Of Song` gedraaid. Het percussieve mandolinespel waarmee deze track van start gaat kwam met een natuurlijk timbre en body naar voren waarbij de snaarplukken op bijna fysieke wijze merkbaar waren (het geluid van de `pick` op de snaren dus). De snaren zelf klonken rond en elastisch (mandolines worden door sommige elementen op ietwat geknepen wijze weergegeven terwijl -bij een goede opname- er juist sprake van een zeer beweeglijke, soepele klank zou moeten zijn).

De tuba (jazeker!) werd groot afgebeeld en kwam met veel `bloom` en een mooi sonore ronk naar voren, waarbij er veel lucht om het instrument hing (het spel kwam tegelijkertijd stevig maar ook losjes over). Bij de piano kwamen vooral de lagere registers met aardig wat zeggingskracht naar voren, waarbij elke toetsaanslag op organische wijze werd weergegeven en een lange uitsterving meekreeg. De blazers klonken relaxed en tonaal natuurlijk en werden vrij ver naar achteren afgebeeld. De drums kwamen behoorlijk knallend over maar bleven ook goed onder controle. Deze track werd op grote schaal afgebeeld en kwam met echte `swing` naar voren.


Conclusie Goldring Elite

De Elite is een op-en-top Britse aftaster, wat mede blijkt uit de soepele en ritmische weergave. Nog opvallender is de goede balans tussen helderheid en een natuurlijke tonaliteit waarmee dit element te werk gaat. Daarnaast wist de Elite ook het overzicht te houden bij drukke passages. Alhoewel de Elite een high-tech MC is behoort hij absoluut niet tot de aftasters met een onpersoonlijke, klinische weergave. Men kan hier spreken van een sophisticated gentleman met een zeer goed gevoel voor het welbekende Pace, Rhythm and Timing effect.

Denon DL 103 R

De DL 103 werd geïntroduceerd in 1963 en is tot op de dag van vandaag verkrijgbaar. Het ontwerp van deze degelijke aftaster is zo tijdloos en betrouwbaar dat zowel de fabrikant als zijn afnemers trouw zijn gebleven aan het concept.

De historie van Denon kan worden terug getraceerd tot 1910, toen Frederick Whitney Horn (een Amerikaan) in Japan een bedrijf oprichtte voor het produceren van geluidsdragers. Uit dat bedrijf groeide Nippon Columbia, wat later fuseerde met een fabrikant van bandrecorders en platenspelers waardoor de onderneming uiteindelijk de naam Denon kreeg.

De NHK (de Japanse BBC) had eind jaren `50 behoefte aan accurate en betrouwbare pick-up elementen. Het DL 103 Stereo Moving Coil element was het resultaat van een hechte samenwerking tussen de research-afdeling van Nippon Columbia en de NHK. Alhoewel de DL 103 zelf sinds 1969 in praktisch onveranderde uitvoering verkrijgbaar is heeft Denon ook vele varianten op het concept uitgebracht, van de DL 103S (uit 1974) tot de hedendaagse DL 103R en DL 103SA.

De standaard DL 103 heeft altijd een conische naaldtip met fijn profiel gehad. De audiofiele gemeenschap herkende begin jaren `70 al gauw de klankmatige kwaliteiten van deze sober ogende aftaster maar had nog wat moeite met het concept van een conische tip omdat de rest van de element-wereld overstapte op zogeheten `fine line` tippen. Daarnaast ging de lage compliantie lijnrecht tegen een andere ontwikkeling in: `low mass` waarbij men een zo laag mogelijke naalddruk wilde genereren (de ADC XLM (eXtreme Low Mass) had een naalddruk onder de 1 gram!). Van Low Mass is de audiowereld sindsdien wat teruggekomen maar de Fine Lines zijn populair gebleven. Daarom heeft Denon door de jaren heen enkele DL 103 versies met een hogere compliantie en een Fine Line tip uitgebracht. Overigens hadden lang niet alle aangepaste DL 103`s een andere tip want er werd hoofdzakelijk met aangepaste behuizingen en spoelen geëxperimenteerd.

En dat brengt ons bij de DL 103R die volgens dat laatstgenoemde recept is ontworpen. De zwarte kunststof behuizing is bij de `R` versie van een laklaagje voorzien wat verder helpt bij het dempen van resonanties, aldus de fabrikant. Het klapstuk zijn de spoelen van de DL 103R, die uit `6 Nines` zuiver koperdraad zijn opgebouwd. De naaldtip is zoals gezegd de oude en vertrouwde conische tip met een afronding van 16,5 micron en de compliantie is een vrij lage 5 cu. Het frequentiebereik loopt van 20 Hertz tot 45 kiloHertz en de uitgangsspanning is 0,25 mV (de DL 103R maakt net als de standaard versie gebruik van een rasechte Alnico magneet). De eigen impedantie is 14 Ohm en een afsluitimpedantie van 50 tot 150 Ohm wordt aanbevolen. De DL 103R weegt 8,5 gram en het naalddrukbereik loopt van 2,2 tot 2,7 gram (Denon adviseert een nominale naalddruk van zo`n 2,5 gram).

Denon verdient een compliment voor de naaldbeschermer die een perfecte pas heeft en tijdens de montage kan blijven zitten. Die montage is overigens vrij gemakkelijk en het uitlijnen van de `body` ten opzichte van de armkop dankzij de rechthoekige vorm zelfs een fluitje van een cent (wat ongetwijfeld te danken is aan het op professioneel gebruik gerichte ontwerp). De verpakking is goed doordacht: aan de binnenzijde van het Acryl deksel zit een een transparante drukplaat die het element zelfs op zijn plaats houdt wanneer beide schroefjes zijn verwijderd. Zekerheid voor alles. De survival-kit bestaat uit een naaldborstel, een instructievel (in Engels) en een `plotter` papier met de (van 1 tot 20 kiloHertz gemeten) frequentierespons die behoorlijk vlak verliep en + 0,5 dB was bij 20 kiloHertz. De vrij lage compliantie van dit element vraagt om een stabiele middelzware toonarm (lichtgewicht armen met `drinkrietjes` armbuizen zijn meestal ongeschikt). De Wilson-Benesh A.C.T. 0.5 bleek een goede aftast-partner te zijn.

Luisteren naar de Denon DL 103 R

Ook het recensie exemplaar van de DL 103R was nieuw en kreeg daarom eerst ruim de tijd om `los` te komen. Dat duurde echter niet zo lang als gedacht. Nog opvallender was het feit dat dit element vers uit de verpakking op bijzonder ontspannen wijze te werk ging. Na enig experimenteren bleek het element zich bij een naalddruk van 2,44 gram en een afsluitimpedantie van 150 Ohm het meest thuis te voelen.

Van Peter Gabriel`s LP Shaking The Tree werd de gelijknamige track beluisterd. De percussie klonk droog en luchtig terwijl de zware `synth` bas donker, rond en aardig stevig klonk en tonaal met groot gemak was te volgen. De achtergrondzang werd met goede dieptedefinitie afgebeeld maar was wel wat aan de compacte kant. Peter Gabriel`s emotionele zangstijl kwam zeer goed uit de verf waarbij de licht hese keelklank duidelijk naar voren kwam.

Zijn stem werd op luchtige wijze en met een goede presence gepresenteerd. De Fender-Rhodes piano klonk tonaal rijk waarbij de toetsaanzetten mooi losjes werden weergegeven. De kickdrum kwam op impulsieve en solide wijze naar voren en klonk iets ronder dan met de Ortofon MC 15 Super II. Het geheel kwam met een energieke en tonaal rijke klank naar voren zonder te overdonderend te worden. De emotionele lading van dit lied kwam zeer goed uit de verf. De weergave was zó meeslepend, dat er soms werd vergeten dat er aantekeningen moesten worden gemaakt (zodat de track nogmaals werd beluisterd).

Het meest opvallende aan de weergave van deze track was de hoge mate van vanzelfsprekendheid en muzikale betrokkenheid. Er zijn hier ook andere aftasters in huis geweest die daarmee dermate hoog wisten te scoren; de Koetsu Rosewood Signature en de Shelter 7000 bijvoorbeeld, maar die twee aftasters bevinden zich wel in een veel hogere prijsklasse (overigens lijkt dit soms het domein van super-klassiekers te zijn want ook de Ortofon SPU en de Decca Ribbon scoren hoog met hun meeslepende weergave).

Omdat de DL 103R blijkbaar graag zijn diamanten tand in energiek werk zette, werd een mooie bluesy Jazz LP uit de platenkast gehaald: 2 Feet In The Gutter van The Dave Bailey Quintet (Epic). De gedempte trompet werd op gearticuleerde wijze weergegeven terwijl de felle uithalen op pittige en expressieve wijze naar voren kwamen. De met vibrato gespeelde stukken werden met natuurlijke boventoon weergegeven en kwamen op rollende wijze naar voren. De hi-hats van het drumstel werden met een natuurlijke metaalklank weergegeven en de `rimshots` kregen een goede hout-op-staal klank mee, waarbij de nadruk op het hout lag. Het pianospel klonk parelend en opvallend helder terwijl de toetsaanslagen op plastische en soepele wijze werden weergegeven. De bas klonk wat bescheiden maar tonaal heel mooi en kreeg een zeer elastische presentatie van de traag gespeelde snaarplukken mee.

Van K.T. Tunstall`s debuut-LP werd de track `Black Horse And The Cherry Tree` gedraaid. De `double`-zang klonk lekker ontspannen en kwam met een mooi ademende "Hoo-Hoo" naar voren. K.T.`s zang kwam laidback en tegelijkertijd goed gearticuleerd naar voren terwijl de akoestische gitaar met veel souplesse en `drive` werd gepresenteerd. De percussie klonk natuurlijk en kreeg een aanstekelijke timing mee. De kickdrum klonk vrij stevig en kwam met een flinke `push` naar voren. De donkere, rokerige sound van deze plaat werd op organische en intieme wijze gepresenteerd.


Conclusie Denon DL 103R

De DL 103R had met zijn goede tonale en plastische weergave een zeer positieve indruk achtergelaten. Er zijn MC`s met een nog meer op detail of focus gerichte presentatie maar de weergave van deze klassieke Denon MC is desalniettemin iets bijzonders. In het laag had de 103R een ronde, ademende presentatie wat wellicht niet voor iedereen is; sommige Goldring en Ortofon types bieden een strakker, meer gefocussed laag en een meer geprononceerd hoog. Qua tonale en ruimtelijke coherentie echter, scoort de 103R heel hoog.



Aanvullende informatie

Tonar;
Tel: 033-4554511
Fax: 033-4560544

Prijzen:
Goldring Elite: 549 euro 
Denon DL 103R: 449 euro

Gebruikte Hardware: 

Loopwerk: Wilson-Benesh Circle Loopwerkvoeding: Heed Orbit 2 Toonarm: Wilson-Benesh A.C.T. 0.5 Phonotrap: Moth 30 Series RIAA Versterkers: Exposure Super XXV & Advance Acoustic MAP 103 Weergevers: Monitor Audio Studio 2SE & Castle Richmond 3i Interconnects: Monster M1000, QED Qunex 2 Luidsprekerkabels: QED Profile 4X4 Lichtnet: Lapp/Popp strip, Belden IEC kabels, Kemp SNS Plug