Review: Bloomline Omniwave - de onhoorbare luidspreker


René van Es | 15 december 2017 | Fotografie Fabrikant | Bloomline Acoustics

Wie op bezoek gaat bij Bloomline Studio komt terecht in een wereld waar muziek en techniek elkaar hebben gevonden door de oren van een Tonmeister, pianist en componist van onder meer filmmuziek. Leo de Klerk is geen technicus die muziek- en spraakweergave louter benadert via de tekentafel en rekenmodellen.

Hij heeft zich laten inspireren door zijn werk met musici en partituren in theaters, concertzalen, kerken en in zijn eigen studio waarbij hij aan ruim 1100, voornamelijk klassieke cd- en filmmuziek opnamen heeft bijgedragen. Zijn getrainde oren, het gebruik van nuchter verstand voor het vinden van oplossingen en zijn doorzettingsvermogen hebben geleid tot het bedrijf Bloomline Acoustics waar de OmniDrive eenheden worden gefabriceerd voor het Omniwave system, dat bekend staat als “de onhoorbare luidspreker”.

Leo de Klerk is afgestudeerd aan het conservatorium en heeft een vervolgopleiding gedaan in sonologie en muziekregistratie, waarbij hij het geluk heeft gehad om tijdens en na zijn opleiding veel te kunnen leren van toonaangevende producers, elektronische muziek componisten en sonologen als Volker Strauss, Dick Raaijmakers en Stan Tempelaars. Hij heeft zich daardoor diepgaand bezig kunnen houden met muziekproductie, psycho-akoestiek en, onder de hoede van akoesticus Diemer de Vries, met het akoestisch optimaliseren van zijn eigen studio.

Leo is tevens een goed verteller en leermeester, die zegt dat wij ons oriënteren ten opzichte van objecten in de ons omringende ruimte als deze objecten geluidsgolven voortbrengen of reflecteren. Bewegen we onze oren door het samengestelde geluidsveld van bijvoorbeeld een piano en een viool in een concertzaal, dan blijken we in staat de onderlinge positionering, de grootte van elk van de instrumenten én die van de zaal vast te stellen. Ons brein onderdrukt daarbij de interferentie van direct en gereflecteerd geluid, die bij deze ‘driehoeksmeting’ zou ontstaan als we hem met domme microfoons zouden uitvoeren. Deze ‘binaurale ontkleuring’ stelt ons ook in staat voor- en achtergrond in de geluidsscene te onderscheiden en naar believen te focusseren op de voor ons meest interessante informatie, waarbij storende details naar de achtergrond worden verdrongen.

In audio maken we gebruik van luidsprekers om een dergelijke geluidsscene te reproduceren. Dat gaat echter wel gepaard met gebreken. De vorm van het golffront dat een luidspreker afstraalt is de representant van zijn geometrische vorm en heeft daardoor een akoestische signatuur - een frequentieafhankelijk richtingspatroon - waarmee ons concert is ingekleurd. Als daarbij de richtwerking voor alle frequenties niet constant is, varieert de klank ook nog eens met de luisterhoek. Bovendien is de weerklank van de huiskamer onevenwichtig en zal vermengen met het geluid op de as van de luidspreker op onze luisterpositie.

Leo onderscheidt luidsprekers in hun toepasselijkheid voor pop- of klassieke muziek, Bij popmuziek is de luidspreker een noodzakelijk verlengstuk van het instrument. Het is logisch dat je daarbij een luidspreker kiest met een kleur die de muziekstijl ondersteunt. Bij akoestische muziek brengen instrumenten zelf geluid voort en heeft ook de zaalakoestiek een belangrijk aandeel in het klankresultaat. Voor een natuurgetrouwe reproductie zouden we in dit geval het directe geluidsveld (het instrument) en het diffuse veld (de weerklank van de concertzaal) volledig ongekleurd, in de juiste balans en in een natuurlijk diepteperspectief naar de huiskamer willen overdragen.

Zoektocht

De zoektocht naar een transparante luidspreker-weergave begon met het inzicht dat onze oriëntatie in de oorspronkelijke geluidsscene bemoeilijkt wordt door het steeds kunnen lokaliseren van een mono luidspreker. Met onze gehoormatige ‘driehoeksmeting’ bepalen we gemakkelijk de afmetingen van de luidspreker en zijn positie in onze huiskamer, maar het oorspronkelijke, ruimtelijke beeld van het orkest in de concertzaal dat we trachten weer te geven is daarmee ‘in the box’ verdwenen. Je kunt vrijblijvend door het orkest dwalen, de akoestiek in de achtergrond plaatsen en willekeurig een interessante lijn uit de partituur volgen, wat ‘live’ allemaal wel mogelijk is. In stereo lijkt dat beter te gaan. Je kunt met slechts een tweetal microfoons de ruimtelijke verhoudingen in de originele geluidsscene goed vastleggen. Als we die met twee speakers weergeven ontstaat er een fantoombron; een niet-lokaliseerbare luidspreker. Onze hersenen passen nu ‘binaurale ontkleuring’ toe en blijken dan in staat om met die beperkte informatie een driedimensionaal beeld, zonder kleuring te kunnen reconstrueren van het origineel, maar dan moeten we wel bewegingsloos en evenwijdig tussen de twee stereo-luidsprekers in de ‘sweetspot’ blijven zitten.

Volgens Leo komt stereo daarom met een nieuw probleem; het gehoor wil van nature diepte ‘peilen’ met de oren door in het geluidsveld te bewegen, maar de stereofonische sweetspot is per definitie klein en vereist dat je voor een stabiele afbeelding je hoofd juist fixeert! Bovendien kun je niet met iemand anders in de sweetspot van muziek genieten, dus blijft nog steeds een oplossing gewenst die het mogelijk maakt dat we overal in de luisterruimte een samenhangend geluidsbeeld voorgeschoteld krijgen, zelfs als we rondlopen.

Natuurlijke wijze

Een eerste oplossing die Leo experimenteel onderzocht (1975) was de ‘verticale fantoomluidspreker’. De gedachte was dat je tussen twee fantoombronnen links en rechts geen sweetspot meer zou hebben. Eén fantoomluidspreker zou dan bestaan uit twee luidsprekers in een verticale stereo-opstelling die elk hetzelfde signaal weergeven. De resultaten waren niet al te best; de diffuse component van het opgenomen geluidsveld (de weerklank van de zaal) beeldde nog redelijk ongekleurd en stabiel af, maar de directe component (de instrumenten) kleurde enorm en sprong op en neer. Het werd duidelijk dat in de verticale richting de ‘binaurale ontkleuring’ in een auditief systeem niet actief is en dat daardoor de interferentie tussen de verticale speakers zich vertaalt in een onacceptabele vermindering van de klankstabiliteit.

Rond 2002 is Leo voor een opera van de componist Burkhardt Söll opnieuw op zoek gegaan naar een luidspreker met verminderde lokaliseerbaarheid. Hiermee zouden de zangers en akoestische instrumenten op het podium op natuurlijke wijze met de luidspreker reproductie van een opgenomen orkest moeten mengen. Een luidspreker met constante richtwerking bij een maximale openingshoek werd gezocht. Leo was daarin niet de eerste. In de tijd dat men veroordeeld was tot het beluisteren van grammofoons en wasplaten via hoorns met hun onaangenaam, kleurende richtwerking werd, met het zicht op de komst van elektronische versterking de trechter loze, rondom stralende luidspreker als ideaal beschouwd: “…but it is obviously applicable to other useful purposes such as magnifying a speaker’s voice by distributing it to various parts of a large hall.” [Patent GB 9712, 5]. Het adagium van Oliver Lodge, volgens zijn patent voor een trechterloze luidspreker uit 1898, is dus het vergroten van het geluid beter door het gelijkmatig te verspreiden, in plaats van het luider te maken door het in één richting te bundelen. Zo’n rondstralende luidspreker koppelt beter met de zaalakoestiek en zal zo over een groot oppervlak een prima klankstabiliteit bieden.

Compromis

Geïnspireerd door het Philips model ‘2016’ uit 1925, een trechter loze luidspreker naar een ontwerp van Roelof Vermeulen (naast violist ook geluidsingenieur bij Philips), liet Leo een Philips MFB 541 rondstralen door de woofer met de magneet naar boven gericht in de kast te plaatsen met de tweeter daarboven op geplaatst. De uiteindelijke versie voor de opera werd gebouwd uit door KEF aangeleverde onderdelen waardoor de tweeter en woofer perfect geïntegreerd konden worden. Deze pragmatische opzet slaagde en zowel musici als publiek waren vol lof over de natuurlijke symbiose van akoestische en elektroakoestische bronnen. Nu heeft deze omgekeerde coaxiaal-oplossing wel ernstige beperkingen in de stereo toepassing, want Leo ontdekte al snel dat er voor deze rondstralers geen éénduidige opstelling bestaat waarmee een bevredigend stereobeeld verkregen kan worden. Als de speakers omhoog- of omlaag gericht staan verdwijnt de sweetspot bijna geheel, is er een mooi beeld van de concertzaal (de diffuse component), maar zweven de instrumenten (de directe component) door de ruimte.

Precies het tegenovergestelde is te horen met de speakers geheel naar elkaar toe gericht. Dan hoor je het vertrouwde geluid van twee speakers met richtwerking met daar tussen goed lokaliseerbare instrumenten, mits je dan wel in de opnieuw dominante sweetspot verblijft. Door de rondstralers 90 graden te draaien krijg je dus een optimale afbeelding van de diffuse component of van de afbeelding van de directe component van het oorspronkelijke geluidsveld! Het is in te zien dat met het variëren van de richtwerking (i.e. kastvorm, driver-opstelling/type), elk speakerontwerp altijd een compromis tussen deze twee uitersten is. Leo kwam op een idee om dit probleem uit de wereld helpen door deze twee perspectieven te combineren tot één plaatje met een diepteperspectief, te vergelijken met de wijze waarop met de aloude Viewmaster een stereoscopisch plaatje wordt opgebouwd uit twee plaatjes met verschillende perspectieven.

Wonderlijke ervaring

Vanaf dit moment kan ik zelf in de studio van Bloomline gaan waarnemen hoe Leo dit opgelost heeft. De OmniDrive luidsprekers stralen uniform af in een vlak van 360 graden. Om nu de Omniwave fantoomluidspreker te realiseren wordt één OmniDrive luidspreker op hoogte geplaatst en naar beneden gericht. Laag bij de grond komt eenzelfde luidspreker maar die kijkt juist naar opzij. De 360 graden patronen van de ‘top’ en ‘bottom’ speakers combineren zo tot een nagenoeg vlakke golf, wat zich gehoormatig vertaalt tot een stabiele fantoombron zonder enige waarneembare kleuring ten gevolge van interferentie. Zelfs al lopen we rond en/of draaien we ons hoofd dan zal er niets veranderen in het verticale fantoombeeld. Zouden we op onze zij gaan liggen en dan verplaatsen, dan zijn we terug bij de bovengenoemde problemen.

Gelukkig luisteren we met ons hoofd verticaal en niet horizontaal. Het resultaat van deze ongebruikelijke stereo luidsprekeropstelling met vier speakers voor twee kanalen is dat de ruimtelijke informatie die ik eerder waarnam met één enkele OmniDrive luidspreker in dezelfde balans terugkomt, alleen vele malen groter en dus realistischer afgebeeld. Bij het luisteren naar een orgelopname kan ik als het ware door het kerkje lopen, dichterbij of verder weg van het orgel komen en er zelfs onderdoor lopen zonder dat het orgel verschuift in het stereobeeld. Een wonderlijke ervaring die zo overeenkomt met de werkelijkheid dat mijn brein niet langer luidsprekers hoort (zoals we gewend zijn luidsprekers toch te lokaliseren) maar de indruk verwerkt als aanwezig te zijn in de opname ruimte.

Venster op de zaal

Bloomline streeft niet naar het maken van de ‘beste’ luidspreker maar richt zich juist op het bieden van het beste alternatief en dat is transparantie. Omdat Omniwave daarbij de akoestiek benut en die niet hoeft te veranderen, vindt Omniwave zijn toepassing in concertzalen, vergaderruimtes, studio’s en uiteraard in de huiskamer. Eigenlijk is het principe simpel en maakt het gebruik van de interferentie tussen twee coherent stralende speakers in de stereo opstelling: richt één speaker naar voren, de tweede naar opzij. Tussen de speakers is dan een lang fantoombeeld te horen bij gebruik van een mono ruis als bron. Vervolgens kantel je de luidsprekeropstelling 90 graden en voer je het dubbel uit voor stereoweergave. Het nu verticale fantoombeeld tussen de hoger en lager geplaatste speaker wordt daarmee compact en voilà, je krijgt de onhoorbare luidspreker, een fantoombron zonder sweetspot. Dat laat Leo horen met een opname van filmmuziek voor de film ET gecomponeerd door John Williams, afkomstig van en geripte cd waarbij de ruimte informatie en de dynamiek volledig behouden blijven.

Vervolgens laat een oude opname van twee wasplaten, die synchroon draaiden tijdens de opname, heel veel ruis, vervorming en spetters horen, maar dankzij Omniwave weten mijn hersenen de muziek en de akoestiek feilloos te filteren uit de brij aan geluid. Vier kleine speakers en toch een zo groot geluid, dat komt door het rondstralen wat de speakers groter maakt dan dat zij in werkelijkheid zijn. Dat de speakers zowel hoog als laag staan heeft een positieve invloed op staande golven die wij zo graag vermijden. Dankzij psycho-akoestiek onderscheiden we nu de opnameruimte en plaatsen we solo-instrumenten zo correct alsof we een venster op de zaal hebben. Dat alles danken we aan het afstraalpatroon van de Omniwave dat eruit ziet als een grote bol waarvan de resultante als een vlakke golf naar de luisteraar komt, met een diffuus patroon van frequenties over de gehele oppervlakte tussen de hoog en laag geplaatste units. Enigszins vergelijkbaar met de weergave van een magnetostaat, alleen is die beperkt in afmeting en een fantoom luidspreker kent die beperking niet. Heel goed hoorbaar met een opname uit de achtertuin van Onno Schulze waarin verkeer, vogels en een vliegtuig te beluisteren zijn, waarbij het vliegtuig Dolby Atmos gedachten oproept terwijl ik virtueel door de tuin kan lopen zonder dat de vogels wegvliegen.

Maatoplossing

Bloomline levert altijd een maatoplossing in samenwerking met een dealer uit Nederland of België. Die maatoplossing kan bestaan uit vier units die aan de wand worden bevestigd met beugels of vrij mogen staan op statieven. Er is ook een lange behuizing verkrijgbaar, de Phantom Two, die verticaal op de wand komt en waarin twee units zijn geïntegreerd met twee transmission lijnen voor de extra lage tonen. Voor dieper laag is er natuurlijk het alternatief van een actieve subwoofer. Bij het gebruik van een subwoofer of de transmission lijn beveelt Bloomline Lyngdorf roomcorrectie aan (of een ander merk) voor een actieve cross-over. Een bijpassende versterker is de Lyngdorf 2170, want er is ongeveer 2 x 120 Watt aan 4 Ohm nodig om de Omniwave goed aan te sturen.

Het installeren van de Omniwave begint altijd met een live test van de ruimte, daarna worden voor de installateur tekeningen gemaakt en na het plaatsen van de definitieve oplossing en inregelen wordt het systeem overgedragen aan de klant. Die klant kan een particulier zijn maar evengoed een professionele omgeving. Omniwave is een tussen 2004 en 2007 ontwikkelde uitvinding en geen toepassing van willekeurige luidsprekers en daarom wereldwijd gepatenteerd. De units die in eigen beheer worden geassembleerd uit toegeleverde onderdelen, kunnen in elke RAL kleur worden geleverd omdat Omniwave C (huiskamer versie) altijd maatwerk is. De kosten bedragen voor een basis set ongeveer € 7.000,-, met de garantie dat het in elke huiskamer gaat werken en er geen sprake is van een sweetspot.

Luisteren

Na al deze informatie te hebben gekregen is de tijd te kort geworden voor een echte luistersessie, daarom ben een week later weer bij Bloomline met in de hand een USB-stick met muziek. We trappen af met Danny Boy, dat Diana Krall heeft opgenomen met The Chieftains. De muziek hangt prachtig vrij in de ruimte zodat elk detail tot zijn recht komt. De opname bevat ook een koortje dat adembenemend is in eenvoud en schoonheid. Omdat de ruimte afbeelding zo mooi is denk ik er goed aan te doen om de Vier Jaargetijden, uitgevoerd door Max Richter ook te laten spelen. Wel, daar kom ik snel op terug. Wat Richter heeft gedaan is een studiomix maken van een opname waarin microfoons zijn gebruikt die zelf een sterke resonantie kennen vanaf circa 7 kHz, veroorzaakt door de membraan afmeting die eigenlijk te groot is. Hierdoor lijken de violen naar voren te komen, maar wat er eigenlijk gebeurd is dat de nadruk zo op de violen komt te liggen dat ze meer opvallen.

Diepte? Daarnet was er diepte, nu is er een kunstmatige ruimtelijke creatie. Om dat te onderstrepen laat Leo een door hem gemaakte opname van een orkest horen, opgenomen met een drietal Shure M50 omni-directionele microfoons, microfoons met een membraan van slechts 12mm dat daardoor pas resoneert ver boven het hoorbare. Nu zitten de orkestleden ineens echt op hun plaatsen. Slagwerk achteraan, violen naar voor, koperwerk daartussen. Het demonstreren en daarmee onderstrepen van het unieke in zijn uitvinding maakt ineens duidelijk hoe baanbrekend het werk aan Omniwave eigenlijk is.

Verbaas je

Sgt. Peppers in de oorspronkelijke uitvoering kent mono delen waar The Beatles zelf zingen, stereodelen voor publiek en blazers, en die mono/stereo stukken wisselen elkaar af. Het is een mono/stereo popart kunstwerk geworden op die manier, geproduceerd door George Martin die deze techniek gebruikte om The Beatles groot te maken. Zangeres Stacey Kent zingt haar This happy madness en wat ik tot nu toe leerde van Leo vindt weer zijn weerslag in de praktijk. Stacey heeft een microfoon gebruikt met een groot membraan en komt daardoor voor de band te staan (overigens was dat onlangs bij een concert van haar niet anders), met een stereo microfoon voor slagwerk en bas.

Voor piano is een close microfoon opstelling toegepast. Zeker weten dat Stacey, het slagwerk met de bas en de piano in afzonderlijke ruimtes stonden en daarna zijn samengevoegd. Het Bloomline systeem is de perfecte studiomonitor om dat te beoordelen, tegelijk is het een geweldig systeem voor weergave in de huiskamer omdat het continue de muziek en niet de techniek onderstreept. Diverse stukken muziek waaronder een stuk van Steely Dan komen als volgende voorbeelden aan de beurt. Van platte links/rechts stereo tot een bigband in een twee microfoonopname. Op het moment dat van de band een saxofoon een solo speelt kun je horen dat de speler opstaat en zo dichter bij de microfoon komt en dus meer volume heeft. Opgenomen door Leo zelf in zijn studio, met een klein kapsel microfoon set.

Het gevolg? Het kan hard en wordt nooit scherp. Natalie Cole en Ray Charles in het duet Fever krijgt ook een andere betekenis als voorheen. De stemmen zouden nog iets mooier zijn op een Falcon Acoustics LS3/5a, de beleving is op Omniwave veel beter. Muziek en zang zijn zo gemakkelijk en vrij geprojecteerd tussen de luidsprekers dat die onhoorbaar blijven. Dezelfde muziek, maar dan van Peggy Lee uit 1958 is griezelig goed, luister eens met Omniwave naar de drums en verbaas je. De bas is strak, zang mooi, slagwerk is de ster van de show. Pat Metheny en Anna Maria Jopek valt gruwelijk door de mand. De stereo afbeelding is groot als ware het een geluidsbel, maar is totaal niet gebaseerd op enige waarheid. Alle effecten zijn afkomstig van de mengtafel zegt Leo, zang is bijna Chinees op de Omniwave, en er is driftig gebruik gemaakt van 2e harmonische vervorming van overstuurde buizenversterkers. Mooi op veel normale systemen, door het ijs zakkend op Omniwave.

Tenslotte nog een eigen opname van Leo, gemaakt in de Nieuwe Kerk in Den Haag van Iva Bittová en het Nederlands Blazers Ensemble. Weer gemaakt met een enkel stereo microfoon paar waarmee de akoestiek, de galm en het prachtige spel gevangen is. De violiste/zangers komt aanlopen van achteruit de grote kerk om te eindigen met haar zang en spel op het podium. Ik zou niet weten hoe je dat realistischer kunt weergeven.

Conclusie

Schrijven over dit systeem is nauwelijks te doen, iedere lezer zou het zelf moeten beleven. Leo de Klerk heeft met zijn Omniwave mijn traditionele audiowereld behoorlijk op zijn kop gezet. Zijn kennis, kennisoverdracht en enorme keuze aan muziek die als voorbeelden dienden, hebben mijn ogen geopend voor een nieuwe manier van muziek beleven. Veel dichter bij de opname dan mogelijk lijkt met een conventioneel systeem. Ook al is dat soms vele malen duurder. Misschien weleens beter en/of detailrijker, maar nooit met een stereo weergave die zo briljant is.

Door de jarenlange conditionering van ons brein denken wij in hifi termen in plaats van in muziektermen, pas nu zijn mijn ogen geopend voor wat er mogelijk is met out-of-the-box denken. Bloomline herschept een wereld waarin opnametechniek centraal staat en de maker de meest zuivere vertaling heeft gevonden van opname naar weergave. Laat de kans niet lopen om ooit Omniwave zelf te beluisteren, het is een unieke beleving. Het is gelukkig voor ons luisteraars ook nog eens gewoon te koop.

Bloomline Omniwave C stereo set € 6.950,-
Bloomline Acoustics
Tel: +31(0)78-6736474, +31(0)6-26210539
www.bloomline.com