REVIEW

Pathos Twin Towers

Jan de Jeu | 22 augustus 2001 |

De techniek

Ook de techniek is het bekijken waard en ademt dezelfde eenvoud als het uiterlijk. Verantwoordelijk voor de techniek is Gianni Borinato, die samen met de eerder genoemde Paolo Andriolo en met derde man Gaetano Zanini in 1994 in Vicenza het bedrijf Pathos Acoustics oprichtte. Het bedrijf specialiseerde zich aanvankelijk in het ontwerpen van hybride ( combinatie van buis en transistor of halfgeleider ) versterkers maar daar zijn inmiddels andere producten aan toegevoegd. Het bedrijf heeft twee typen geïntegreerde versterkers in hun productenaanbod. De Classic One van fl. 4055,- is het instapmodel, gevolgd door de in twee uitvoeringen verkrijgbare Twin Towers. De Twin Towers C kost fl. 9942,- terwijl de door de Nederlandse importeur Innovation & Design voor deze test ter beschikking gestelde Twin Towers RR (Reference Remote) voor fl. 11160,- van eigenaar verwisselt. Voorversterker In Control laat fl. 12175,- op de kassa aanslaan terwijl de In Power monoblokken fl. 13170,- op moeten brengen. De In The Groove phono voorversterker, de In Transfer DAC en de drieweg luidspreker E. Motion Grand zijn in Nederland nog niet leverbaar.

De Twin Towers was de eerste versterker van het bedrijf en niet alleen in het uiterlijk maar ook in de interne opbouw is het bedrijfsmotto “ The unorthodox approach” goed te herkennen. Het gaat hier namelijk niet om zo maar een hybride versterker maar om een versterker van het inmiddels gepatenteerde INPOL type. INPOL staat voor Inseguitore a Pompa Lineare ofwel linear pump tracker. Het INPOL circuit is single-ended, geen push-pull. Omdat slechts een klein deel van de zeer grote voltageswings, waartoe de twee buizen van de voorversterker in staat zijn, ook daadwerkelijk gebruikt wordt blijft volgens de ontwerper de vervorming laag. Zowel buizen voor- als solid state eindversterker zijn non feedback ontwerpen en beiden werken in pure klasse A. De eindversterker gebruikt drie MOSFET NPN (negatief-positief-negatief) transistors per kanaal. Deze zouden volgens Borinato beter klinken dan PNP (goed geraden) transistors. De buizen input stage van elk kanaal voedt een transistor die op zijn beurt een grote inductor controleert. Beide inductors werken als stroom generatoren en verdubbelen de voltage swing hetgeen de efficiëntie van de output transistors verdubbelt waardoor ze niet, zoals de meeste pure klasse A versterkers, 25 % maar 50 % efficiënt zijn. Het vermogen van twee maal 35 Watt per kanaal bij 8 ohm is ongeveer het maximum wat bereikt kan worden zonder dat er nog grotere, en dus ook zwaardere, koellichamen gebruikt zouden moeten worden. En de versterker is zwaar; 40 kilo. De houten kist waarin hij afgeleverd wordt voegt daar nog eens 10 kilo aan toe. Het frame is, in verband met afscherming, van dik aluminium gemaakt. Kwaliteit van de gebruikte onderdelen is hoog. Zo wordt er voor de interne bekabeling gebruik gemaakt van door koper afgeschermd zilver. Nog wat opgegeven, niet door mij gecontroleerde, waardes; de input impedantie is 100 K ohms, frequentie respons 13Hz-78Khz +/- 0.5 dB, S/N ratio: 90 dB, harmonische vervorming minder dan 0.5 % tot maximaal vermogen voor clipping, stroomverbruik in rust: 240 Watt. En hij wordt warm; vooral in rust.

De hier geteste RR versie beschikt daarnaast over een bijzonder geavanceerde en verfijnde volume potmeter die door middel van een optisch instrument in stappen van 1 dB een batterij van, vacuüm verpakte en met thorium contacten uitgeruste, reed relais aanstuurt die op hun beurt weer een netwerk van 1% metaal layer precisie weerstanden aansturen. Het volume kan ingesteld worden door aan de knop te draaien of door gebruik te maken van de afstandsbediening.

Opstellen en aansluiten

De Twin Towers is te breed om in mijn audiomeubel te passen. Hij krijgt dan ook een tijdelijke plaats bovenop het meubel. Als digitaal frontend dienen mijn Rotel CD Drive en DAC combinatie, onderling verbonden door de Audioprism digitale kabel en op de Pathos aangesloten met de Siltech G3 SQ80, incidenteel afgewisseld met de zilveren Orpheus kabel. Als analoog frontend wordt de Clearaudio Champion met Sixstream interconnect en Aurum Alpha mk II element ingezet, naar de Pathos geleid via tussenkomst van de Clearaudio Basic phono voorversterker en naar de Pathos het Straight Wire Encore of het Orpheus interconnect. De normaal gesproken bi-amped aangestuurde Sonus Faber Concerto’s worden nu middels de Straight Wire Encore single wired via de tweeteraansluitingen gevoed waarbij tweeter- en wooferaansluitingen onderling verbonden worden door de standaard bij de luidsprekers geleverde verbindingsstukjes.






EDITORS' CHOICE