Jonge honden op het klavier, dat geeft meestal vertoon van bravoure, kracht en virtuositeit. Niet echter in het geval van de jonge Luxemburger Francesco Tristano Schlimé. Hij toont zich in de contrasterende, maar beiden in het jaar 1932 en in dezelfde toonsoort geschreven concerten op deze SACD vooral een lyricus. In zijn ontspannen speelstijl is er veel ruimte voor sfeer, waarbij de van PentaTone bekende opnamekwaliteit een belangrijke toegevoegde waarde is.
Vooral bij Ravel valt meteen de traagheid van het spel op. Het eerste deel van het bekende Pianoconcert in G mist hierdoor de typisch Franse lichtheid, die bijvoorbeeld in de uitvoering van Krystian Zimerman met The Cleveland Orchestra onder Pierre Boulez op Deutsche Grammophon zo perfect getroffen wordt. Schlimé en Pletnev, met het Russian National Orchestra, pakken het duidelijk totaal anders aan. Anders is in dit geval niet beter: wat mij betreft wordt hier de essentie van het stuk gemist. Swingen doet het in ieder geval voor geen meter. Het lange, langzame tweede deel, bij uitstek geschikt om weg te zwijmelen, is – twee minuten langer maar liefst dan bij Zimerman en Boulez – wel erg mooi. Hier werkt het accent op sfeer prima, hoewel toch wat statisch en minder spannend dan bij de referentie.
Opvallend in de vergelijking is hoe het Russische orkest achterblijft, zowel in volume ten opzichte van de piano als in detaillering en algehele kwaliteit.
Zowel orkest als solist lijken zich veel beter thuis te voelen bij Prokofiev. De hoekige ritmiek van met name de buitenste delen van het vijfde pianoconcert lijkt beter te passen bij de andere liefde van Schlimé: jazzmuziek, als componist en improvisator. Hier heeft de muziek wel de benodigde ‘bite’, die bij Ravel gemist wordt. Zonder meer een topuitvoering van dit veel te onbekende prachtstuk, waarbij orkest en piano wel mooi in balans zijn.
Die balans is niet aan de orde in het laatste deel van de CD, want daarop is alleen de piano te horen. Dirigent Mikhail Pletnev vroeg Schlimé namelijk de overgebleven ruimte op het schijfje te vullen met improvisaties. Uit een enkele uren durende sessie werden drie fragmenten geselecteerd waarin vrij op materiaal uit de andere stukken op de CD doorgeborduurd wordt. Dit gebeurt in een totaal andere stijl, een jazzidioom dat vooral sterk doet denken aan Keith Jarrett.
Hoewel ik altijd erg te vinden ben voor grensoverstijgende muzikale initiatieven, raakte ik hier niet wild enthousiast van het resultaat – waarbij aangetekend dat ik ook geen fan van Jarrett ben. Na twee doorwrochte klassieke composities komen de improvisaties vooral over als vrijblijvend en uitwisselbaar. Duidelijk met veel overgave gespeeld, maar daarmee nog verre van relevant, zeker als het pontificaal naast grootheden als Ravel en Prokofiev geplaatst wordt.
Aanvullende informatie:
Maurice Ravel: Piano Concerto in G;
Sergei Prokofiev: Piano Concerto No. 5;
Francesco Tristano Schlimé: Three Improvisations
Francesco Tristano Schlimé, piano; Russian National Orchestra o.l.v. Mikhail Pletnev
Speelduur: 65:16
Label: PentaTone
Distributie: Codaex