“Het ziet er niet fraai uit”, prevelt mijn huisarts terwijl ze de trommelvlies van mijn linkeroor inspecteert. “Hoe lang loop je er al mee rond?”, vraagt ze me terwijl ze me aankijkt met ogen die dwars door me heen lijken te kijken.
Ik snap haar boodschap, het is nu eenmaal zo dat ik liever niet de deur platloop bij de arts. Mijn oude opoe zei steeds: “Wat vanzelf komt gaat ook vanzelf weer over”, en deze wijsheid heeft zij waarschijnlijk op mijn genen overgedragen.
Wijsheid of niet, ik zit nu wel met een linkeroor dat, na een fikse oorontsteking meer als een half jaar geleden, nog niet helemaal is genezen. Veel te lang ermee rondgelopen. De huisarts constateert nog steeds vocht achter het trommelvlies en alhoewel het niet veel is stuurt ze me toch door naar de KNO arts om een buisje in mijn linkeroor te plaatsen.
Ze heeft groot gelijk, ik had hier niet zo lang mee moeten rondlopen. Maar ja, ik had er niet echt last van. Ik merkte wel dat bij langer dan een uur muziek luisteren het oor wat verstopte maar dat was voor mij geen reden tot actie. Met mijn oren was niets mis zo hield ik me voor. Toch was haar boodschap duidelijk: langer rondlopen met vocht achter het trommelvlies kan op langere termijn leiden tot een vermindering van het gehoor en dat is wel het laatste dat ik wil als muzikant en muziekgenieter.
Twee dagen later zit ik een beetje beteuterd in de wachtkamer van de KNO-arts. Die zit voor het grootste deel vol met ouders met veelal kleine kinderen. Het is een drukte van jewelste met al die babybrabbel om me heen. Een moeder tegenover me lacht me toe en houdt haar kleine telg dicht tegen zich aan. “Hij slaapt nou eindelijk, uitgeput als ie is”, zegt ze zacht terwijl een paar ogen, zelf doordrongen van slaap, me moedeloos aankijken. Ze is een beetje verbaasd als ik haar zeg dat niet mijn kleine maar ikzelf onder het mes moet. Een typische babykwestie realiseer ik me plots terwijl ik als bijna veertigjarige hetzelfde lot moet ondergaan als menig huilend kind hier in de wachtkamer.
Het maakt de arts niet uit of ik nu pasgeboren ben of bijna veertig, ik ben waarschijnlijk nummer vierhonderd en vijftig die de goede man vanmorgen op de polikliniek mocht ontvangen en zo voel ik dat ook. Met een totale desinteresse voor mijn wat warrig verhaal “mijn oren zijn belangrijk wat ik recenseer audioapparatuur” gebaart hij me plaats te nemen op de operatietafel. De ingreep zelf stelt niets voor, binnen 15 minuten sta ik weer buiten.
Is dat schrikken! Pijn heb ik niet, direct echter merk ik wel op dat mijn gehoor is veranderd. Alsof ik met mijn linkeroor onder water sta te praten. Direct daarna merk ik dat ook op dat het oor ook geen lage tonen meer waarneemt. Plots schieten allerlei gedachten door mijn hoofd. “Hoe lang gaat deze ellende duren!”, vraag ik me vertwijfeld af. Om me vervolgens af te vragen of mijn gehoor links weer volledig zal herstellen. Ik ben zo in gedachten hierover dat ik niet eens naar de uitleg van de KNO-arts aan het luisteren ben. In de verte hoor ik hem nog oreren over wat te doen bij een loopoor en oorpijn maar eerlijk gezegd interesseert zijn gepreek me in het geheel niet maar ook het minste. Ik onderbreek hem abrupt en vraag of die oorproblemen die ik nu ervaar tijdelijk zijn.
Enigszins verrast kijkt hij mij aan alsof mijn vraag zo een beetje de laatste vraag was die hij verwachtte. “Ben maar niet bang”, stelt hij me gerust "het is vlak na de operatie heel normaal maar het gehoor herstelt zich bij de meeste mensen weer binnen een paar dagen”. Toch heeft de arts mijn verontrust gevoel niet geheel kunnen wegnemen. Ja, ik moet het er maar mee doen, me de tijd gunnen het oor te laten herstellen. Maar ... hoe lang gaat dat duren?
Eenmaal thuis aangekomen plof ik gedesillusioneerd in mijn luisterstoel. Vanuit verstandelijk oogpunt geredeneerd is de ingreep aan mijn oor noodzakelijk geweest om in de toekomst erger te voorkomen. Mijn gevoel toont me echter het tegengestelde. Ik staar naar mijn set, luisteren ernaar durf ik niet. Ik raap mijn moed bij elkaar neem de afstandsbediening van mijn CD-speler in mijn hand en druk op “Play”. Na de eerste tonen hoor ik dat het goed mis is. Ik hoor geen focus meer, het geluid speelt zich ergens af aan de rechterkant. Het laag komt ook van rechts, kortom het klinkt nergens naar. Na ongeveer dertig seconden druk ik de “Stop” button in want die brei kan en wil ik geen seconde langer meer aanhoren
Het is inmiddels een paar dagen later. Het gaat inmiddels iets beter met mijn linkeroor maar een echte vooruitgang constateer ik nog niet. Luisteren naar muziek is nog steeds geen optie, geen pretje zelfs, daarvoor klinkt het geluidsbeeld nog veel te vervormd. Tijd om de diverse audio-fora maar eens op te zoeken als substituut voor mijn luisterhobby. Na ongeveer 20 berichten met allemaal ongeveer dezelfde moraal “het gaat uiteindelijk om de muziek” en “de grootste fout is dat veel hobbyisten niet naar de muziek luisteren maar naar hun set” word ik moedeloos. Wat een onzin! Ik realiseer me dat ik op zijn minst net zo geniet van hoe muziek door mijn set klinkt dan de muziek zelf. En hoe beter het klinkt hoe meer deugd het me doet. En nu klinkt het nergens naar dankzij mijn tijdelijk gehandicapt oor. Blijft weinig over van het plezier om naar muziek te luisteren.
Ik kan nu me niet anders voorstellen dat al diegenen die trots zijn op hun set net zo graag naar de sound ervan luisteren dan ik ook met veel plezier doe. Het is makkelijk praten als je beweert dat het uiteindelijk alleen maar om de muziek draait als je oren in orde zijn. Maar ondertussen mis ik de sound van mijn stereo net zozeer als de muziek die ik graag beluister via mijn set. Zo is het, geef ik graag voor mezelf toe.
Ondertussen ben ik het surfen op de diverse audio-fora moe. Het zegt op me dit moment helemaal niets, vandaar mijn besluit even afstand te nemen van het auditieve gebeuren. Terwijl ik de klep van mijn laptop dichtsla merk ik plots mijn piano op. Die heeft de laatste weken helemaal geen aandacht van mij gekregen. Schande! Het instrument is twee maanden geleden geheel gerestaureerd en heeft mijn spel desondanks moeten ontberen. De toetsen lijken gelukkig gestemd als ik ze na lange tijd weer beroer.