ARTIKEL

Adrian Borland, een bijna vergeten genie: The Sound, The Citizens, The Sessions

Menno Bonnema | 07 februari 2025

Een week geleden trapten we onze nieuwe serie 2 Meter Sessions on Vinyl af met een review van de nieuwe 2MS-vinylrelease van Adrian Borland, waarin we alvast vooruitblikten op een bijbehorend achtergrondverhaal over de zanger en de opnames. Bij dezen!

The Sound, The Citizens, The Sessions

Adrian Borland was de zanger en frontman van The Sound. In de jaren tachtig en negentig kwam hij meermaals langs in de 2 Meter Sessies studio’s. Wie was deze artiest die ooit vergeleken werd met U2's Bono? Zijn band The Sound had net zo groot kunnen worden als dat groepje uit Ierland. Maar dat gebeurde niet. Het verhaal van een artiest die misschien wel helemaal niet beroemd wílde worden.

Ga mee terug naar het begin van de jaren tachtig. ‘Jongens waren we – maar aardige jongens. Al zeg ik ’t zelf. We zijn nu veel wijzer, stakkerig wijs zijn we, behalve Bavink, die mal geworden is’. Je herkent wellicht dat ik citeer uit ‘Titaantjes’ van Nescio. We waren pubers, de wereld lag aan ons voeten en we hadden een onweerstaanbare en soms onuitstaanbare houding van kom maar op. Het waren mijn muziekvormende jaren: de begin jaren tachtig. Ik zat nog in mijn Earring periode en andere muziek leek er niet toe te doen. Totdat iemand uit mijn klas aan kwam zetten met drie albums van voor mij totaal onbekende bands: Heaven 17 (Penthouse and Pavement), UB40 (Signing Off) en een bandje met de naam U2 (October). ‘Alsjeblieft jongen, luister daar maar eens naar’.

Mijn muziekwereld (bubbel zoals we het nu noemen) stond op zijn kop. Oef, dit was pas ‘echte’ muziek. Er ging een nieuwe wereld voor me open en weldra zat ik midden in de New Wave. Nieuwe bands werden ontdekt via het muziekblad Vinyl, nieuwe muziek beluisterd bij de VPRO en John Peel (ja, wij hadden de beroemde Engelse dj Peel ‘gewoon’ op de Nederlandse radio!) en platen werden aangeschaft bij Chris van platenzaak Sound en Vision in Leeuwarden. Binnen de kortste keren had ik een totaal ander beeld en vooral geluid van de muziek om mij heen. De wereld ging open! Nou ja, ook weer dicht, want het waren tenslotte de donkere jaren van the eighties, de crisisjaren met hoge werkeloosheid. De toekomst was somber, dus waarom niet gelijk maar zwarte kleding aangetrokken? Van dat laatste was ik dan weer niet zo, geloof ik. Maar jeetje, wat een geweldig mooie muziek werd er gemaakt. Iedere week kwamen er nieuwe ontdekkingen.

Op de top van het new wave tijdperk stonden bij ons (lees: mijn wereld van nieuwe muziekvrienden) drie bands hoog op de apenrots. Op één Joy Division, op twee The Cure en op nummer drie The Chameleons. Tja, die laatste was al wel een buitenbeentje, want: nooit echt groot geworden of doorgebroken. Dat vonden wij niet erg, er moest tenslotte ook iets voor onszelf blijven. Er werd natuurlijk geluisterd naar veel meer bands, maar deze drie bleven favoriet. De grote drie noemden we ze. Later kwamen daar nog twee namen bij: die van The Comsat Angels en die van The Sound, allebei (ook) nooit echt beroemd geworden, om voor ons onbegrijpelijk redenen.

The Comsat Angels overdonderde ons in 1980 met Waiting for a Miracle (Muziekkrant Oor omschreef de muziek op het album destijds als ‘kokend lood’), The Sound deed een jaar later ongeveer hetzelfde met haar tweede album From The Lions Mouth. Eyecatcher was de cover met daarop het prachtige schilderij Daniel in the Lion’s Den van Briton Rivière uit 1872; een met handen op de rug gebonden kwetsbare vrouw die onverschrokken dan wel onverschillig voor een troep brullende leeuwen staat. Een tamelijk bijbels ogende afbeelding.

Terug naar het begin

The Sound was ooit begonnen onder de naam The Outsiders in 1979. Zanger en gitarist Adrian Borland zocht naar een nieuwe bandnaam, eentje die de band bij voorbaat niet in een bepaald hokje zou stoppen. Met ‘The Sound’ als nieuwe bandnaam zou dat gewaarborgd moeten zijn. Maar natuurlijk vielen Borland en co in de grote aanwas van nieuwe bands die allemaal onder het label van ‘new wave’ vielen. Hoewel het debuutalbum Jeopardy nog met gemak het stempel punkmuziek kon dragen, werd opvolger From the Lions Mouth als een volbloed new wave album omschreven. Het sturm und drang geluid was vervangen door een meer emotioneel geluid dat door topproducer Hugh Jones (o.a. Simple Minds) bijna perfect op de plaat werd vastgelegd. Ondanks lovende recensies in de Engelse pers, brak The Sound niet echt door in eigen land. In Nederland deed de band het wel al vrij snel goed, reden voor Borland en platenmaatschappij om de live-ep Live Instinct uit te brengen.

Succes bleef uit, ook na het verschijnen van (pracht)albums als All Fall Down en Shock of Daylight. Waar dat nou precies aan lag, is eigenlijk nog steeds niet duidelijk. Aan de muziek lag het niet, of was die toch te donker? Was de zanger te timide en geen ‘podiumdier’ zoals tijdgenoten Bono (U2), Jim Kerr (Simple Minds) of bijvoorbeeld Ian McCullouch (Echo & The Bunnymen) dat duidelijk wel waren? Wat steeds meer opduikt in de verhalen rondom de band naar verloop van tijd is de geestelijke gezondheid van Borland. Zijn moodswings zijn onmiskenbaar dan al aanwezig. Veelvuldig alcoholconsumptie versterkt daarbij nog eens zijn onvoorspelbaar gedrag. Na een optreden brengt bassist Graham Bailey Borland thuis, hij woont dan na een verbroken relatie weer bij zijn ouders. Borland had altijd een moeilijke relatie met zijn dominante vader. ‘This night I’m gonna kill him’, zou Borland tegen Bailey hebben gezegd. Bailey lachtte het weg, maar Borland deed die nacht een daadwerkelijke moordpoging op zijn vader. Daarna volgde een verplichte opname in een mental hospital.

In 1985 was al schizofrenie bij hem geconstateerd. Na de aanslag en opname kreeg hij zware medicatie toegediend. Volgens Bailey was Borland daarna nooit meer dezelfde. Voortaan zat er een filter tussen de oude en de nieuwe Borland. Of zoals Bailey hetzelf krachtig omschreef: ‘The lights were still on, but there’s nobody home’. Het einde van de band The Sound vond eigenlijk plaats in Nederland. In 1987 trad de band op in De Boererij in Zoetermeer. Halverwege het concert loopt Borland het podium af om niet meer terug te keren. Dat was de druppel en de wake-up call voor de andere bandleden.

Naar Nederland en The Citizens

Borland vertrok naar Nederland, verzamelde nieuwe muzikanten om hen heen en maakte een soort doorstart onder de nieuwe naam Adrian Borland & The Citizens. Het vertrek naar Nederland was in die zin logisch, omdat Borland met The Sound hier altijd al populair was geweest, dat was Borland ook al snel opgevallen. De verklaring daarvoor is niet echt duidelijk. De energie, de intensiteit en het no-nonsense gehalte van de optredens sprak het publiek kennelijk erg aan. The Sound heeft relatief veel opgetreden in ons land, helaas is dat mij destijds volledig aan mijn neus en oren voorbijgegaan. Een goed excuus heb ik niet eens: The Sound trad op tijdens het legendarische Sneekwave festival in 1984. In 1981 stond de band al in de Vera in Groningen. Het latere ‘solo-verblijf’ van Borland in Nederland was me ook niet bekend.

Met The Citizens maakte hij nog de prachtige plaat Alexandria. Daarop prijkt de klassieker ‘Beneath The Big Wheel’ die je ook op de nieuwe vinylrelease vindt. Het drie jaar later volgende album Brittle Heaven krijgt ook weer lovende recensies in ons land. Daarna volgen nog een vijftal albums, dit keer zonder de naam The Citizens op de hoes gedrukt, met wisselende muzikanten. Borland lijkt steeds meer naar de singer-songwriters hoek te gaan. En het feit dat hij niet meer voor grote volle zalen staat op te treden, maar meer en meer opduikt in kleinere gelegenheden, lijkt de man helemaal niet te deren.

De 2 Meter Sessies

Al met The Sound heeft Borland destijds de 2 Meter Studios weten te vinden. Gelukkig maar, het heeft prachtig vastgelegd materiaal opgeleverd. Maar liefst vijf keer heeft Borland een 2 Meter Sessie opgenomen bij Jan Douwe Kroeske. Ik sprak Jan Douwe daarover, naar aanleiding van het nu verschenen album Adrian Borland – The 2 Meter Sessions. Wanneer heb jij The Sound leren kennen? Jan Douwe: ‘Poeh, dat zal voor het eerst zijn geweest in 1983 of ’84, tijdens een optreden in De Gigant in Apeldoorn. Ik was toen nog schrijvend journalist voor het muziekblad Stic. Ik was wel direct onder de indruk. Later heb ik ze nog gezien in ’t Heem in Hattem, bij het No Nukes festival in Utrecht en uiteindelijk in Paradiso Amsterdam.'

"Later, toen ik bij de VARA werkte, hebben we ook al wel opnames van de band gemaakt. Maar als ik me het goed herinner was ik zo’n beetje de enige die het ook draaide op de radio destijds (Hilversum 3). De eerste 2 Meter Sessie die we met Adrian Borland deden was nog met The Sound. Dat was in december 1987. Daar kwam toen een heel schuchtere zanger de studio binnenlopen, maar wel ook heel vriendelijk. Daarna volgdenn dus nog 4 sessies, ditmaal zonder The Sound, maar met wisselende muzikanten. Toen was hij ook al naar Nederland verhuisd. Hij woonde in Haarlem en trok veel op met de mensen van poppodium Patronaat. Hij raakte daar ook bevriend met programmeur Rob Acda en ontmoette er de gitarist van Sjako!, Wouter Planteijdt.'

'Ik herinner me Adrian als een buitengewoon aimabele artiest, hij deed altijd zijn best om er iets moois van te maken. Ja, hij was wel herkenbaar. Altijd dat leren jasje en die armbandjes om zijn polsen. En altijd een mooie bloes aan.’ Als je een artiest zo vaak op bezoek krijgt, ontstaat er wel een speciale band neem ik aan? 'Ja, en bij Adrian zeker. Eerst kwam hij bij ons op uitnodiging. Maar later was het zo dat hij mij belde. Dan was ie zo enthousiast over iets nieuws. ‘Dit werk moet je echt horen en ik heb nu ook een zangeres gevonden die meezingt. Kan ik langskomen?’. Ja hoor, kom maar op!’

Geluidskwaliteit

‘Natuurlijk hoor je de verschillen tussen de diverse sessies, dat kan bijna niet anders, want ze zijn in verschillende studio’s tot stand gekomen. We hebben in de loop der tijd gebruik gemaakt van diverse studio’s die ieder hun eigen karakter hebben. Bij de release van deze plaat met opnames van Borland in onze studio’s heeft Eric van Oord een nieuwe mastering gedaan. Daardoor klinkt het geheel naar mijn mening wat breder, wat frisser ook.’

Bij de opname van ‘Winning’, de klassieker, de afsluiter ook van het album, hadden jullie toen gelijk door dat er bij wijze van spreken magie opgenomen was?

‘Haha, ehm, ja dat denk ik wel. Dit is trouwens een mooi verhaal hoor. Adrian wou eerst helemaal niet dit nummer alleen en zo ‘kaal’ spelen, dat zag hij helemaal niet zitten. We hebben echt op hem in moeten praten om het zo te doen. Technicus Berry Kamer was er bij. Die liet eerst het licht wat doven in de ruimte. Daarna speelde Adrian nog heel even in. En daarna ging hij los. Helemaal. Hij zingt hier bij deze versie veel minder ingetogen dan op de albumversie, hij klinkt bijna manisch. De emotie spat ervan af.’

Adrian Borland maakte in 1999 een einde aan zijn leven. De laatste tijd is weer een hernieuwde belangstelling voor het leven van de man, zijn bands, zijn muziek. Dit artikel kwam mede tot stand met behulp van een eerder verschenen artikel in Uncut (september 2024) en Jan Douwe Kroeske. Eind verleden jaar verscheen ook het boek ‘Destiny Stopped Screaming: The Life and Times of Adrian Borland’ van Simon Heavisides.


EDITORS' CHOICE