Koopgids projectoren


Gastauteur | 31 januari 2008 | Fotografie Gastauteur | JVC

Dit artikel is eerder verschenen in FWD Magazine

De in het artikel genoemde prijzen dienen als richtlijn. Voor informatie betreffende actuele prijzen verwijzen we u graag naar ons winkeloverzicht.

 

Projectoren

KOOPGIDS

Een projector mag dan een aantal onmiskenbare voordelen bieden ten opzichte van een tv-scherm, de aankoop en installatie ervan zijn een stuk minder eenvoudig. Neem deze koopgids dus goed door voor je tot een aankoop overgaat.



PROJECTOR VERSUS TV-SCHERM

Het staat als een paal boven water dat in bijna alle gevallen een projector per vierkante centimeter beeld een stuk voordeliger uitvalt dan een tv-scherm. Meer beeld voor je geld, dus. Kijk, dat horen we graag. Ook op kwalitatief niveau hoeft een projector niet onder te doen voor een tv-scherm. Zeker de helft van de geteste projectoren is namelijk in staat om een mooier beeld te produceren dan het gros van de tvschermen. Toch wil dat nog niet zeggen dat je dus maar beter je tv-scherm zo snel mogelijk inruilt voor een projector. Naar je tv-scherm kan je immers kijken bij daglicht, of ’s avonds in een verlichte ruimte. En dat is met een projector nagenoeg onmogelijk. Tv-schermen – en dat geldt zowel voor plasmaals lcd-toestellen – produceren flink wat licht, zodat ze zich niet uit het veld laten slaan door invallend daglicht of door de elektrische verlichting in de woonkamer. Projectoren hebben echter een veel minder grote lichtopbrengst. Als iemand naar de projector wil kijken, moet de hele kamer dus verduisterd worden. Andere activiteiten in die kamer – zoals een boek lezen – zijn dan zo goed als onmogelijk.

Een ander punt is dat projectoren tekortkomingen in het bronmateriaal heel goed laten zien doordat ze die sterk uitvergroten. Zo zien analoge tv-uitzendingen er vaak erbarmelijk uit op een projector. Niet verwonderlijk, als je bedenkt dat het analoge tv-formaat oorspronkelijk ontwikkeld is om op beeldbuizen met een diameter van een centimeter of 20 te worden vertoond. Digitale tv ziet er niet echt veel beter uit zolang er geen high definition (HD) aan te pas komt, en ook minder goede dvd-transfers vallen genadeloos door de mand. Gelukkig bieden de meeste dvd’s die we de laatste jaren te zien kregen wél een degelijke tot zeer goede beeldkwaliteit. De algemene conclusie luidt dan ook dat projectoren de mooiste oplossing zijn voor het weergeven van dvd’s en nog meer voor high definition-bronmateriaal, zoals Blu-ray en HD-DVD. Tv-uitzendingen bekijk je echter best op... een tv.

Een ‘best of both worlds’ oplossing kan ook. Daarbij gebruik je een tv voor het doordeweekse tv-kijken, en heb je daarnaast ook nog een projector in huis om naar films te kijken. En voor het betere Gran Turismo-racewerk én om naar het WK voetbal met de vrienden te kijken, natuurlijk. Het is zelfs mogelijk om één en ander zonder al te veel poespas te combineren in dezelfde ruimte. Dat doe je door de platte tv te aan de muur te hangen en een - al dan niet elektrisch - oprolbaar projectiescherm aan het plafond te bevestigen. Op het moment dat je de projector wil gebruiken, rol je het projectiescherm naar beneden en komt het voor de tv te hangen. Op alle andere momenten is het (opgerold) projectiescherm niet storend aanwezig in de kamer. Sommige projectieschermen kunnen zelfs worden ingebouwd in het plafond, zodat je er helemaal niets meer van ziet als het niet in gebruik is.


RESOLUTIE

We hadden je graag verteld dat er 720p-projectoren bestaan en 1.080p-projectoren, en dat die laatste beter zijn dan de eerste. Maar zo eenvoudig ligt het niet. Zo heeft de projector met de laagste resolutie uit de test niet eens genoeg pixels aan boord om standaard PAL-materiaal – daarvoor zijn 768 bij 576 pixels nodig – weer te geven. Het gaat dan wel om een toestel dat niet meer dan 823 euro kost. Verder hebben we twee toestellen met een resolutie van 800 bij 600 pixels in de test. Dat is nog steeds bijzonder weinig, maar wel voldoende om dvd’s – de resolutie van een dvd bedraagt 720 bij 576 pixels – zonder verlies te kunnen weergeven. Net daarboven zitten twee apparaten met 1.024 bij 768 pixels aan boord. Niet genoeg voor de laagste HD-norm, want die bedraagt 1.280 bij 720 pixels. De goedkoopste projector uit de test die dat wel voor elkaar krijgt, kost net geen duizend euro. De goedkoopste machine die 1.920 bij 1.080 pixels kan weergeven – de hoogste HD-norm, ook bekend als ‘Full HD’ – kost meteen drie keer zoveel. Jammer, maar niet onlogisch. Zoals eerder vermeld, legt een projector alle mogelijke fouten en tekortkomingen in het beeld bloot door zijn sterk uitvergroot XXL-beeldformaat. Dat geldt uiteraard ook voor fouten die door het apparaat zélf veroorzaakt worden.

Met andere woorden: hoe groter het beeldformaat, hoe groter de resolutie zou moeten zijn. Als algemene regel kunnen we dan ook stellen dat projectoren met een resolutie van minder dan 1.280 bij 720 pixels te mijden zijn. En als je budget het enigszins toelaat, kies je best voor een 1.920-bij-1.080-toestel. Je hebt dan de mogelijkheid om HD-beeldmateriaal, afkomstig van Blu-ray, HD-DVD, HDTV en bijvoorbeeld ook PS3-games, verliesvrij weer te geven. Los van het bovenstaande kan je er donder op zeggen dat er binnenkort in het topklassesegment – lees: voorlopig absoluut onbetaalbaar – projectoren op de markt zullen komen met resoluties tot 4 miljoen pixels (ongeveer het dubbele van ‘Full HD`) en hoger...


REGENBOOGEFFECT:

Beeldfout van single chip DLP-projectoren, waarbij de kleuren uiteen lijken te vallen in het kleurenspectrum van een regenboog. Je kan het zien wanneer je je ogen snel van links naar rechts over het beeld beweegt.

AUTO IRIS-SYSTEEM:

Systeem waarbij de grootte van de lensopening automatisch – en zeer snel – wordt aangepast aan de lichtintensiteit van het beeld dat op dat ogenblik geprojecteerd wordt. Op die manier wordt de contrastverhouding ‘kunstmatig’ opgekrikt.

PROGRESSIVE SCAN:

Beeldmateriaal bestaat in veel gevallen eigenlijk uit halve beelden. Er wordt dan telkens een beeld getoond met alle even horizontale beeldlijnen erin, en dan een beeld met oneven beeldlijnen, enzovoort. Deze techniek wordt interlacing genoemd. Een progressive scan-circuit kan de beelden de-interlacen. Daarbij wordt telkens een half beeld in een soort buffergeheugen bewaard en samen met het volgende beeld getoond, zodat je voortdurend een volledig beeld te zien krijgt in plaats van een half. Een voorbeeld van zo’n de-interlacing-circuit is het Faroudja DCDi-systeem (Directional Correlation Deinterlacing)



AANSLUITINGEN

Je zou kunnen stellen dat er twee soorten video-aansluitingen bestaan: ‘ouderwetse’ aansluitingen en ‘moderne’ aansluitingen. Toch zijn die ouderwetse – of beter: minder recente – analoge aansluitingen niet onbelangrijk. Je hebt ze immers nodig als je bronapparaten in huis hebt die nog niet over een digitale HDMI-uitgang beschikken (videorecorder, dvd-speler, gameconsoles van de eerste of tweede generatie, ...). In stijgende volgorde van kwaliteit gaat het over: composiet video, S-video en component video. Die eerste twee zijn wegens de zwakke videokwaliteit absoluut te mijden op een projector. Component video biedt wel een goede beeldkwaliteit, maar wordt stilaan uitgerangeerd aangezien de nieuwe HD-videoformaten – in verband met de kopieerbeveiliging – mogelijk beperkingen zullen bevatten waardoor ze enkel in een lagere beeldresolutie over component video zullen functioneren.

De belangrijkste beeldaansluiting op een projector is dan ook de ‘moderne’, digitale HDMIingang. Veel projectoren hebben er slechts eentje, maar in de praktijk is het bijzonder handig als je er twee of meer ter beschikking hebt. Er bestaan heel wat versies van HDMI – 1.1, 1.2, 1.3 en 1.3a – maar daar hoef je je wat projectoren betreft niet veel zorgen over te maken. Wel is het essentieel dat het digitale HDMI-circuit in je projector compatibel is met de HDCP-kopieerbeveiliging (High Definition Content Projection). Dat is bij alle moderne toestellen normaal gezien het geval.

Heel af en toe kom je nog projectoren tegen die geen HDMI-ingang hebben, maar wel een DVI-ingang. Via een verloopstekker of -kabel kan zo’n ingang echter ook voor HDMI-signalen gebruikt worden, zolang deze maar HDCP-compatibel is. Een D-Sub-aansluiting ten slotte, dient om het beeld van een pc naar de projector te sturen, al beschikken sommige pc’s tegenwoordig ook over een DVI- of HDMI-uitgang.

PRIJSKLASSE 1 van 500 tot 1.000 euro

Presentatiesymptomen
Dell 1201 MP

De Dell 1201 MP doet eerder aan een presentatieprojector denken dan aan een home cinema-machine. De symptomen: stevige draagtas en VGA-kabel bijgeleverd, en drie computergerelateerde ingangen achterop tegenover slechts twee voor video. Die twee video-ingangen zijn op de koop toe nog van het minderwaardige composiet- en S-video-type. Dat betekent concreet dat de machine geen HD-video aankan en zelfs geen progressive scan! Ook de 4:3-beeldverhouding van de DLP-chip van de 1201 MP is een teken aan de wand. Aan de positieve kant noteren we dat Dell een reservelamp meelevert. Een passende stroomkabel wordt dan weer niét meegeleverd – raar maar waar.

De resolutie is met 800 bij 600 pixels weinig aantrekkelijk te noemen, en al helemaal als je bedenkt dat daar in 16:9-modus nog minder van overblijft. In de praktijk – met een dvd’tje in de Panasonic DMP-BD10 Blu-ray-speler die we noodgedwongen via S-video verbonden hebben – noteren we een gebrek aan scherpte en details, weinig contrast en een krachtig regenboogeffect. Ook valt het ons op dat de projector alleen maar goed op de afstandsbediening reageert als je hem langs achteren bedient. Tot slot maakt hij ook érg veel lawaai. We meten maar liefst 42.2 dBA. Allicht is dit een erg bruikbare machine voor de vergaderzaal, maar voor home theater-gebruik is hij niet meteen de meest geschikte keuze.


Regenboogeffect
Acer P1265


De Acer P1265 is netjes afgewerkt én erg compact. Zijn blinkende plastic delen zijn wel gevoeliger voor vingerafdrukken. Enige vorm van lensshifting is niet te bespeuren, iets wat in deze prijsklasse natuurlijk niet abnormaal is. Een draagtas krijgen we cadeau. Fijn, maar onze ingebouwde alarmindicator voor presentatieprojectoren begint alvast te knipperen. Als we dan ook constateren dat de afstandsbediening van de P1265 over een ingebouwde laserpointer beschikt én het toestel van een 4:3-beeldchip voorzien is, weten we hoe laat het is. Achteraan missen we een HDMI-ingang, en een component video-ingang is er ook niet. Wel van de partij is een DVI-poort met HDCP. Op die manier kan je dus toch HDMI-bronnen aansluiten.

Bij ons testexemplaar was enkel een composiet video-kabel bijgevoegd, maar blijkbaar hoorden er ook S-video-, VGA-, USB-, DVI- en RS-232-kabels in de doos te zitten. Ten slotte zou er volgens de handleiding ook nog een audiokabel in de verpakking moeten zitten en een VGA/component-conversiekabel, zodat je component video-signalen via de VGA-ingang naar binnen kan loodsen. Bij gebrek aan een HDMI-ingang halen we een HDMI/DVI-conversiekabel boven en sluiten we de Acer daarmee aan op onze Meridian 800 dvd-speler. Het beeld dat uit de Acer komt is bepaald geen eye candy. Dat komt door het uitgesproken krachtige regenboogeffect, de vlekkerige, harde kleuren en de erg zwakke contrastweergave. Mogelijk een toppertje voor het betere PowerPoint-werk, maar al bij al een weinig appetijtelijke machine voor de home cinemaliefhebber.


Draagbare bioscoop
Optoma MovieTime DV11


De Optoma MovieTime is een soort home cinema in-a-box, maar dan ánders. Het gaat hier namelijk om een DLP-projector met ingebouwde dvd-speler, een 2 x 5 watt versterker en luidsprekers. Een apparaat met een hoge fun factor dus, dat vooral interessant is omwille van zijn praktische alles-in-één benadering. De achterzijde van de projector ziet er door zijn aparte eigenschappen anders uit dan gebruikelijk. Van links naar rechts zien we achtereenvolgens een D-Sub pc-ingang – die via het bijgeleverde omzetstuk ook kan gebruikt worden als componentof Scart-ingang – een S-video- en een composiet video-ingang, een stereo-uitgang in minijack-formaat, een coaxiale digitale uitgang en tot slot een stereo cinch-ingang. Dankzij de digitale uitgang kan je de geluidsweergave dus ook overlaten aan een losse AV-receiver en een meerkanaals luidsprekerset. Een HDMIingang is er niet, maar gezien de manier waarop het apparaat normaal gebruikt zal worden is dat niet zo’n vreselijk gemis.

De MovieTime heeft geen lensshiftmogelijkheden, zodat er mogelijk enig geschuif met de salontafel aan te pas komt om het beste beeld te krijgen. Als bron voor de test gebruikten we in dit geval uiteraard de ingebouwde dvd-speler van de MovieTime. De resolutie is met 854 bij 420 pixels toch wel érg beperkt te noemen, maar in de praktijk is het geen drama. Dat komt omdat we de MovieTime – gezien zijn concept – als een op dvd gericht apparaat beschouwen, en omdat de resolutie van dvd niet meer bedraagt dan 720 bij 576 pixels. Meer dan wat de MovieTime aankan, maar niet véél meer. Los daarvan zijn we prettig verrast door de zeer aanvaardbare zwartweergave van dit beestje. Grootste minpunt is het storende regenboogeffect. Verder merkt het analyserend oog dat de kleurenweergave niet helemaal natuurlijk is, maar het ziet er allemaal wel erg prettig uit. En vermits dit bijzondere product ook een versterker en luidsprekers bevat, moeten we het ook over de geluidsweergave hebben. Stel je daar vooral niet te veel bij voor. Het werkt allemaal naar behoren, maar we zouden toch willen adviseren om de MovieTime indien mogelijk te koppelen aan een geluidsinstallatie. Concluderend kunnen we stellen dat de MovieTime een uniek product is dat – zolang je het niet over HD-materiaal hebt en rekening houdt met de prijs – een opvallend goede beeldweergave biedt. Onderzoek in de toonzaal wel eerst even in hoeverre je last hebt van dat dekselse regenboogeffect...


Handbagage
Panasonic PTP1-SDE


De PTP1-SDE is een onwaarschijnlijk compacte projector. Met zijn afmetingen van 23 x 6.5 x 19 cm (b x h x d) en gewicht van amper 1,3 kg kan hij zó in je handbagage. Wel vrezen we dat ook dit apparaat in de eerste plaats geschikt is voor presentaties, en slechts in de tweede plaats als home cinema-machine. De afstandsbediening is uitgevoerd in creditcardformaat, waarbij we ons storen aan het feit dat Panasonic bijna de helft van de beschikbare oppervlakte spendeert aan bedieningstoetsen voor SD-kaarten. Oké, er zit een SD-poort aan de zijkant van de projector, maar is het daarom nodig om meteen de helft van de afstandsbediening daaraan op te offeren?

Achteraan is het armoe troef wat video-ingangen betreft. Composiet en S-video zijn het beste wat de PTP1-SDE te bieden heeft. Een kleine troost is dat je via de D-sub-ingang ook een component-signaal naar de projector kunt voeren, op voorwaarde dat je daar een speciale kabel bij betrekt. Functies voor lensshift ontbreken, dus het correct opstellen van de ‘Panny’ is niet altijd even gemakkelijk. Een blik op de specsheet leert ons dat de projector een 4:3-beeldchip heeft met een resolutie van 800 bij 600 pixels. Het eerste wat ons opvalt in de praktijktest is de grote hoeveelheid lawaai die de Panasonic uitbraakt. Wat de beeldweergave betreft, vinden we de zwartweergave ontoereikend, de scherpte onvoldoende en de kleurenweergave hooguit middelmatig. Het voordeel dat de Panasonic heeft in vergelijking met de hiervoor besproken DLP-projectoren, is dat de PTP1-SDE door zijn lcd-natuur geen last heeft van het regenboogeffect. Conclusie: de pluspunten van deze machine – het zeer compacte formaat en het SD-kaartslot – zijn niet meteen relevant voor het home theater, de nadelen helaas wel.


Hollywood Quality Video
BenQ W500


De BenQ W500 is het duurste toestel uit deze prijsklasse, maar hij komt dan ook erg sterk voor de dag. Zo beschikt hij over een verticale- en horizontale lensshiftregeling, wat het meteen een heel stuk makkelijker maakt om de machine te installeren.

Verder blijkt de BenQ een heus HQV-circuit – Hollywood Quality Video – aan boord te hebben. HQV staat bekend als een scalingcircuit van uitstekende kwaliteit, dus dat belooft. Achterop vinden we onder meer twee component video-ingangen en één HDMI-poort. Dat hadden we liever andersom gezien, maar goed.

De BenQ beschikt over drie lcd-panelen met een resolutie van 1.280 bij 720 pixels. Dat maakt de W500 meteen tot de goedkoopste HD Ready-projector uit de test. Bovendien is de BenQ in tegenstelling tot alle andere projectoren in dit segment de enige die ondubbelzinnig als home cinema-projector gepositioneerd wordt. We zijn benieuwd of dat ook uit de kijktest zal blijken. De afstandsbediening – met verlichting – is mooi afgewerkt, in hetzelfde ‘iPod-wit’ als de projector zelf. Bovendien zijn de toetsen duidelijk en evenwichtig gespatieerd. De BenQ produceert mooie, scherpe beelden die desondanks een zachte, filmische look hebben. De kleurenweergave is – nadat we het overschot aan groen teruggeschroefd hebben in de menu’s – vrij goed, en scalingartefacten zijn hier met een vergrootglas te zoeken. Minder sterke punten zijn de zwart/ contrastweergave en de luidruchtige ventilator (40.4 dBA).

PRIJSKLASSE 2 van 1.001 tot 2.000 euro

Uitgebalanceerd
Sony VPL-AW15S


Sony heeft de laatste jaren veel vrienden gemaakt onder de projectorenliefhebbers, met baanbrekende modellen als de Qualia, de Ruby en de Pearl.

Deze VPL-AW15S heeft een wat minder spectaculaire vormgeving dan de zonet vernoemde modellen en is ook een heel stuk goedkoper. Ook biedt hij met 1.280 bij 720 pixels geen Full HD-resolutie. Het redelijk zware toestel beschikt over een horizontale- en verticale lensshiftfunctie, zodat het installeren alvast geen moeilijkheden oplevert.
De afstandsbediening mag dan geen schoonheid zijn, het is wel een schoolvoorbeeld van bedieningsgemak. Ze is lekker groot, de toetsen zijn ruim bemeten en van duidelijke opschriften voorzien, en er is verlichting ingebouwd, zodat je ze ook in donkere home theaters probleemloos kan gebruiken.

Een opvallend accessoire dat we in de doos aantreffen is een extra stoffilter, die als reserve-exemplaar dienst doet. Bij de kijkproef noteren we dat de Sony een bijzonder aantrekkelijk beeld op ons projectiescherm tovert, met mooie, uitgebalanceerde kleuren en een degelijke zwartweergave. Het enige echte minpunt aan deze machine is dat we af en toe de horizontale beeldlijnen konden zien, alsof de resolutie tijdelijk even de dieperik in gaat. Mogelijk zit de ingebouwde scaler daar voor iets tussen. Ook is de machine érg stil. Afgezien van die af en toe zichtbare beeldlijnenstructuur – die mogelijk te wijten is aan een exemplarische fout – is dit een prima presterende projector.


Met laserpointer en muisknoppen
Acer PD-727


Deze projector wordt standaard geleverd met een degelijke draagtas. Niets op tegen natuurlijk, maar dit doet het vermoeden rijzen dat we hier alweer met een projector te maken hebben die vooral op presentatiewerk gericht is. Ook wijzen er flink wat knoppen en functies op de afstandsbediening in die richting. Een ingebouwde laserpointer en muisemulatieknoppen zijn bijvoorbeeld niet echt items waar je in een home theater de grote sier mee maakt, tenzij je de laserpointer wil gebruiken om aan je bezoekers aan te geven waar de popcorn staat.

Het arsenaal kabels dat bij de PD-727 wordt geleverd is indrukwekkend: composiet, S-video, VGA, DVI, component, USB – het is er allemaal. De meest belangrijke kabel – HDMI – ontbreekt echter, maar er is tenminste wél een HDMI-ingang voorzien. Mooi zo. De projector heeft vooraan aan de onderzijde twee in de hoogte verstelbare voetjes, maar lensshiftfuncties zijn helaas niet te bespeuren. Wel is er een metalen voorschuifluikje voorzien dat de lens afschermt als je de projector transporteert. De Acer heeft een 4:3-beeldchip waar 1.024 bij 768 pixels op zitten. Dat betekent dus dat er bij breedbeeldmateriaal nog een flink aantal van die pixels de mist in gaan. Eveneens minder goed nieuws is dat de eeneiige tweeling contrast/zwartweergave minder sterk voor de dag komt, en bovendien is ook dat vervelende regenboogeffect pijnlijk duidelijk aanwezig.


Solide zwartweergave
Mitsubishi HC3100


Deze Mitsubishi heeft met een resolutie van 1.280 bij 768 pixels een wat eigenaardige pixelcount. Dat is te wijten aan de originele beeldverhouding van zijn DLP-beeldchip, die 15:9 bedraagt in plaats van de gebruikelijke 16:9-verhouding. Die beeldchip is er overigens eentje van het DarkChip3-type. De DarkChip3-technologie – afkomstig van Texas Instruments, de ontwikkelaar van DLP-chips – staat voor verbeterde zwartweergave en een hoger contrast. Dat heeft Texas Instruments voor elkaar gekregen door onder meer de spiegeltjes op de chip dichter op elkaar te plaatsen, zodat de ruimtes ertussen kleiner zijn.

Minder goed nieuws is dat de HC3100 het zonder lensshiftmogelijkheden moet stellen. Dat zorgt ervoor dat hij wat bedieningsgemak betreft – of meer concreet: de vrijheid bij het installeren – behoorlijk wat punten moet inleveren op toestellen die wél over lensshift beschikken. Achteraan maakt de Mits’ weinig indruk, maar de belangrijkste zaken – zoals een HDMI-ingang – zijn alleszins wel aanwezig. In de doos vinden we trouwens nog een seriële kabel (RS-232) en een VGA-kabel, plus een stoffilter op reserve. De HC3100 tovert een mooi plaatje tevoorschijn, met een solide zwartweergave, mooie, natuurlijke huidtinten en veel zichtbare details. Het regenboogeffect is in de verte nog aanwezig, maar echt storend is het niet. Kortom, de HC3100 is een hoogst appetijtelijke projector die we iedereen zouden aanbevelen in deze prijsklasse, ware het niet dat de Epson EMP-TW700 nog net iets beter scoort en nauwelijks duurder is.


Feest voor de ogen
Epson EMP-TW700


De tijd dat Epson enkel bekend stond als een printermerk, ligt intussen al ver achter ons. De fabrikant heeft de laatste jaren immers een mooie reputatie opgebouwd in het segment van de middenklasse projectors.

De EMP-TW700 komt in een ivoorwitte kast, die een enigszins organische vormgeving heeft. Opvallend is dat de stevig aanvoelende lensbehuizing ver uit het toestel steekt. Bovenaan zitten twee draaiknoppen waarmee het lensshiftmechanisme – verticaal en horizontaal – bediend kan worden. De afstandbediening is een fraai exemplaar dat goed in de hand ligt, duidelijk en overzichtelijk is, én over ingebouwde verlichting beschikt. Achterop de Epson valt weinig opmerkelijks te melden, behalve de aanwezigheid van een Japanse D4-poort waar ‘Scart’ bij vermeld staat. Epson levert namelijk een speciale verloopkabel mee waar op de ene kant een vrouwelijke Scart-stekker zit en op de andere kant een D4-stekker en een composietstekker, zodat je toch een Scart-apparaat kan aansluiten.

Bij het opstellen viel ons op dat de scherpteregeling heel precies dient gebruikt te worden. Een millimeter te veel naar rechts of links, en beeld is alweer onscherp. Daarnaast merkten we dat het auto iris-systeem voortdurend hoorbare ‘klikjes’ produceert, al moeten we eraan toevoegen dat dit in de praktijk algauw wordt overstemd door het geluid van de film. Het beeld dat uit de machine komt is in ieder geval zeer te pruimen. Oké, de zwartweergave kan zeker nog beter, maar de scherpe, natuurlijk ogende beelden die de Epson op het scherm tovert zijn een feest voor de ogen. We denken dat er vandaag geen betere projector voor dit geld te koop is. Tot slot willen we Epson een pluim geven voor de uitstekende handleiding. De wat rommelige GUI (Graphical User Interface) nemen we er dan maar bij.

PRIJSKLASSE 3 van 2.001 tot 4.000 euro

Italiaans design
SIM2 Domino 10


Wie SIM2 zegt, zegt design. Italiaans design, meer bepaald. De Domino 10 is dan ook een opvallend fraai vormgegeven projector. Hij heeft misschien niet de verschroeiende looks van z’n grote broer, de C3XE, maar we zouden hem nog steeds met plezier een plaatsje geven in onze woonkamer. De Domino 10 is met een prijskaartje van 2.300 euro naar SIM2- normen spotgoedkoop. De hamvraag daarbij is natuurlijk welke concessies er zijn gedaan om dat relatief sympathieke prijskaartje mogelijk te maken. Een eerste inspectie van het apparaat leert ons dat er geen lensshiftmogelijkheden aanwezig zijn.
Damn!

En zoals te verwachten viel, zijn ook de gemotoriseerde zoom- en focusinstellingen – typerend voor de duurdere SIM2-projectoren – hier vervangen door manuele regelingen. Vermits SIM2 één van de beste projectorenbouwers op de markt is, zijn onze verwachtingen van de Domino 10 hooggespannen. Helaas worden die verwachtingen niet ingelost. Zo heeft het toestel erg te lijden onder het beruchte regenboogeffect en oogt het beeld hard, met een weinig natuurlijk kleurenpallet. Bovendien zien we enerverend ‘gezwerm’ in de pixels op de achtergrond. Ook het bedieningsgemak is voor verbetering vatbaar: de lettertjes van de GUI zijn zó klein dat ze vanaf de kijkpositie haast niet te lezen zijn. SIM2 maakt nog steeds geweldige projectoren, maar de Domino 10 hoort daar duidelijk niet bij...


De goedkoopste Full HD-projector
Mitsubishi HC5000


Mitsubishi eet van twee walletjes. De hierboven geteste HC3100 is namelijk een DLP-projector, terwijl deze HC5000 dan weer een lcd-toestel is.

Hoogst merkwaardig vonden we het speciaal gevouwen en voorgesneden stuk karton in de verpakking van de Mits’, dat je in zes stappen origamigewijs moet vouwen en manipuleren tot je een soort tunnelvormige slee overhoudt. Die dient om de lamp van de projector op te vangen, in het geval je die wil verwisselen als de HC5000 ondersteboven aan het plafond hangt. Bij het installeren blijkt dat de Mitsubishi HC5000 over gemotoriseerde verticale- en horizontale lensshift beschikt en dat ook de zoom- en focusinstellingen gemotoriseerd zijn. Dat maakt de projector er technisch gezien niet beter op, maar het maakt de installatie en het afregelen van deze machine tot aan aangename en makkelijke klus.

Bij de kijktest kregen we eerst een onrustig beeld te zien met flink wat ruis, maar dat betert al snel als we de scherpteregelaar dichtdraaien. Het beeld is nu mooi scherp – we hebben het hier dan ook over een volwaardige 1.920 bij 1.080 pixels ‘Full HD’-machine – en de kleuren spatten van het scherm. Die mogen dan een fractie te levendig zijn om helemaal natuurlijk over te komen, mooi is het in ieder geval wel. De dynamische iris doet zijn werk redelijk onopvallend en draagt een flinke steen bij tot de straffe zwartweergave van deze machine. Kortom, een prima projector waar weinig op aan te merken valt.


Hoogst aantrekkelijk plaatje
Optoma Theme- Scene HD80


De ThemeScene HD80 is een fraai afgewerkte machine, al vinden we de blinkende gedeeltes van de lensbehuizing een iets te hoog ‘bling’- gehalte hebben. Bij het slechte nieuws noteren we dat de HD80 geen lensshiftmogelijkheden heeft, en het dus geen sinecure is om deze Optoma correct te plaatsen. Goed nieuws belooft het opschrift ‘Full HD 1.080p’. Er zitten nogal wat kabels in de doos van de Optoma – VGA, component video en RS232 – en ook twee omzetstukken. Met het eerste daarvan kan een VGA-signaal worden omgezet naar DVI, en met het tweede kan je een apparaat met een Scart-uitgang koppelen aan de D-Sub-ingang of de S-video-ingang van de HD80.

Op de achterzijde gaat het er betrekkelijk spaarzaam aan toe, maar er zitten wel twee HDMI-aansluitingen op het apparaat en ook een RS-232- en een 12-volt trigger-poort zijn van de partij. Bij het installeren valt op dat de Optoma een long throw-machine is. Als hij te dicht tegen het scherm staat, is zijn lens dus niet ‘breed’ genoeg om het hele scherm te belichten. Na het nodige instelwerk in de menu’s – denk daarbij aan zaken als het bijregelen van de kleursaturatie en het verminderen van de kleur rood – krijgen we een hoogst aantrekkelijk plaatje voorgeschoteld, met levendige kleuren, een knappe zwartweergave en weinig of geen artefacten. Het enige minpunt is het regenboogeffect, al is niet iedereen daar even gevoelig aan.


Fors en degelijk
Panasonic PT-AE 1000


Toen we de PT-AE1000 in het begin van het jaar de eerste keer onder handen namen, bengelde er nog een prijskaartje van 4.499 euro aan het toestel. Inmiddels is dat – conform de evoluerende markt, durven we veronderstellen – verminderd tot een wel erg aantrekkelijke 3.499 euro. Als we hem naast de andere projectoren uit de test zetten, steekt de Panasonic nogal af. Dat komt door zijn forse afmetingen – hij meet 13 bij 46 bij 30 cm (h x b x d) – zijn stevige gewicht van 7.2 kilogram en zijn uitgesproken geblokte vormgeving. Voor dat ‘dozerige’ design zal niet iedereen vallen, maar we vinden hem in ieder geval een stuk cooler staan/ hangen dan de meer organische verschijningen van sommige andere fabrikanten. De Panasonic is een ‘Full HD’-machine, die voor de beeldopwekking drie lcd-chips gebruikt met een resolutie van 1.920 bij 1.080 pixels.

De lensshiftregelaars zijn dit keer geen half uit de behuizing stekende draaiwieltjes, maar twee draaischijven die bovenop de projector zitten. De lensbehuizing is in zwaar metaal uitgevoerd, wat een erg degelijke indruk maakt. Ronduit chique – zeker in deze prijsklasse – en razend handig zijn de gemotoriseerde zoom- en focusinstellingen. Achterop zien we onder meer twee HDMIingangen en, jawel, een Scart-ingang. De Panasonic is zeer handig in het gebruik, niet al te luidruchtig – we noteerden 38.1 dBA – en pakt uit met een degelijke beeldkwaliteit. De zwartwaardes zijn erg goed, er zijn geen storende artefacten aanwezig en ook de uitlijning van de panelen zit goed. Wel mist het beeld een restje scherpte – dat valt vooral op bij HDbronnen – en oogt het minder natuurlijk dan dat van sommige andere machines in deze prijsklasse.


Vlijmscherp
Epson EMP TW-1000

Deze Epson doet in heel wat opzichten sterk aan zijn broertje – de helft goedkopere EMPTW700 – denken. Zo delen beide machines dezelfde carrosserie, al is die in het geval van de EMP TW-1000 in mat zwart gespoten.

En net als op de EMP-TW700 zien we ook hier horizontale- en verticale verstelmogelijkheden voor de lensshift en manuele zoom- en focusregelingen. Tot slot zijn ook de aansluitmogelijkheden exact hetzelfde als die van de EMP TW-700. Het grote verschilpunt is dat de EMP TW-1000 een ‘Full HD’-toestel is – met 1.920 x 1.080 pixels aan boord – en zijn kleinere broer niet. Dat verklaart grotendeels ook het pittige prijsverschil tussen beide apparaten. De automatische irisfunctie zorgt – volgens de fabrikant – voor een dynamische contrastweergave van 10.000:1. Een fraai cijfer is dat, maar hoe brengt de Epson het er in de praktijk van af?

Onze machine was een demotoestel, dus we kunnen niet zeggen of een ‘nieuw-uit-de-doos’ EMP-TW1000 goed afgeregeld is of niet. Het apparaat vertoonde alleszins een behoorlijk vertekende kleurenweergave, maar na het nodige kampeerwerk in de GUI houden we uiteindelijk een prachtig kleurenpallet over. Datzelfde geldt voor de zwartweergave. Bovendien is het beeld vlijmscherp. Qua kijkervaring komt de Epson dan ook verrassend dicht in de buurt bij de prestaties van onze JVC DLA-HD1 referentieprojector, al doet deze laatste het nog een stuk beter als het om contrastweergave gaat. Een nadeel aan de EMP-TW1000 is dat hij aan de luidruchtige kant is, toch zeker met de instellingen waarop wij hem het best vonden presteren. Hoe dan ook: een regelrechte aanrader.


Netwerker
ProjectionDesign M20


Projectoren worden groter – en dus ook zwaarder – naarmate de prijs toeneemt. De ProjectionDesign M20 is een uitzondering op die regel. Het toestel is zelfs zodanig licht en compact dat je op het eerste zicht zou denken dat je met een presentatieprojector te maken hebt. Ook het uiterlijk van het toestel wijst in die richting. Wel merken we dat de behuizing zeer stevig is. Het apparaat heeft een verticale lensshiftregeling, maar geen horizontale. Achteraan blijkt de M20 onder meer te beschikken over een stereo minijack-ingang – die dient om een externe geluidsbron te laten weerklinken door het kleine, ingebouwde luidsprekertje (!) – en een LAN-poort. Met deze laatste kan de projector via een ethernetkabel aangesloten worden op een computernetwerk. We verdenken de M20 er dan ook sterk van een omgebouwde presentatieprojector te zijn.

Tot onze niet geringe verwondering is er achterop geen HDMI-poort te bespeuren. Dat is op zijn minst opmerkelijk te noemen voor een nieuwe projector die 3.990 euro moet kosten. Bij wijze van troostprijs is er wel een DVI-ingang met HDCP voorzien, waarlangs je dan toch een HDMI-apparaat kan aansluiten via een conversiekabel. De specs van de M20 beloven weinig goeds. Zo blijkt dat de machine geen ‘Full HD’-signalen verliesvrij kan weergeven, en dat dit op de koop toe een apparaat is met een native 4:3-beeldchip. Eentje van 1.400 bij 1.050 pixels, meer bepaald. In de praktijk blijkt de beeldweergave vrij goed te zijn, maar het beeld is wat aan de fletse kant. Ook durft het regenboogeffect af en toe opduiken en de zwartweergave komt niet boven de middelmaat uit. Bovendien is het apparaat behoorlijk lawaaierig. Ten slotte valt het ons op dat de M20 ver van het scherm moet geplaatst worden, zoniet kan hij het scherm niet volledig vullen.

PRIJSKLASSE 4 van 4.001 tot 19.000 euro

High-end machine
BenQ W10000


Als je ons een paar jaar geleden was komen vertellen dat BenQ een plaats zou gaan innemen bij de topklasse projectoren, hadden we daar waarschijnlijk smakelijk om kunnen lachen. Maar kijk, de BenQ W10000 kost 5.999 euro en hoort qua prijsstelling dus zeker in dat segment thuis. Nu de rest nog. Eens we de W10000 uit zijn verpakking hebben gehaald, staan we versteld van de afmetingen van de machine. De W10000 is zo’n 40 cm lang, 50 cm breed en 19.5 cm hoog, en zet bijna tien kilogram op de weegschaal. Het toestel heeft gemotoriseerde zoom- en focusregelingen en een – eveneens gemotoriseerde – verticale lensshiftregeling. Behoorlijk high-end, dit alles.

Op het achterpaneel van de W10000 is slechts één HDMI-ingang voorzien, maar er zitten bijvoorbeeld wel twee component videoingangen op. Eentje met de gebruikelijke drie cinch-stekkers en een andere met vijf vergulde BNC-stekkers. Sexy, maar we hadden liever één (of meer) extra HDMI-ingang(en) gezien. Bij het installeren valt op dat de W10000 een uitgesproken long throw-machine is en dat het regelbereik van de zoomlens erg beperkt is. De beeldopwekking wordt overgelaten aan een DarkChip 3 DLPchip met een resolutie van 1.920 bij 1.080 pixels. Full HD, dus. Een Faroudja DCDi-circuit zorgt indien nodig voor de-interlacing. Enigszins verwarrend is het feit dat er in de GUI sprake is van ‘lens wisselen’ terwijl dat eigenlijk ‘lensshift’ moet zijn.

Buiten die eigenaardigheid laat de W10000 zich vlot bedienen. Het is een ongeschreven wet dat projectoren stiller worden naarmate ze groter uitvallen, met uitzondering van de echte lichtkanonnen – genre 10.000 lumen en meer – tenminste. Die regel gaat duidelijk ook op voor de W10000, want de machine is érg stil. Over naar het beeld. De detaillering in het zwart is gewoonweg excellent en ook het natuurlijke kleurenpallet bevalt ons erg. Minpunt is de gevoeligheid voor regenbogen, een fenomeen waar zelfs de beste single chip DLP-machines niet helemaal aan schijnen te ontsnappen. Kortom, BenQ zet hier een zeer knappe prestatie neer, maar de hierna besproken JVC kost niet eens zoveel méér en gaat de BenQ op het vlak van beeldkwaliteit nog voorbij.


De referentie
JVC DLA-HD1


Over de JVC DLA-HD1 kunnen we veel vertellen, maar het feit dat we deze machine zelf als referentie gebruiken in onze testopstelling maakt meteen duidelijk dat we hem érg hoog inschatten.

Daar komt bij dat zijn prijs – ook al is die op zich zeker niet mals te noemen – in verhouding tot het geboden prestatieniveau bijzonder scherp is. Maar laten we bij het begin beginnen. De JVC is een grote jongen, maar door zijn zwarte behuizing lijkt hij slanker dan hij in werkelijkheid is. Het apparaat beschikt over een verticale- en een horizontale lensshiftregeling, al zijn die niet gemotoriseerd. Ook de zoom- en focusregelingen werken manueel. Op de achterkant biedt de DLA-HD1 de gebruikelijke aansluitingen, waaronder twee HDMI-poorten. Prima, maar drie was beter geweest. De afstandsbediening, dan. Die is opmerkelijk gebruiksvriendelijk, door de grote hoeveelheid knoppen-vooréén- functie en de duidelijke lay-out en vlotte werking.

Voor de beeldopwekking maakt JVC gebruik van DILA-techniek. DILA staat voor Digital Image Light Amplifier en is eigenlijk een soort afgeleide van de lcd-techniek. DILA heeft altijd al een prima reputatie gehad als het op kleurenweergave aankomt, en staat verder bekend om zijn zachte, filmachtige beeldweergave. Nadeel was dat de zwartwaarden behoorlijk achterop hinkten. Het is dan ook opmerkelijk dat JVC er niet alleen in geslaagd is om met de DLA-HD1 die achterstand volledig weg te werken, maar dat ze meteen ook het complete peloton én de kopgroep voorbij gefietst zijn, zodat ze nu plots helemaal vooraan het ‘zwartklassement’ staan. En dat zelfs zonder gebruik te maken van een dynamische iris. Daarbij neemt de DLA-HD1 de bekende voordelen van zijn DILA-voorgangers over én heeft hij ook een uitstekende Gennum VXP-scaler aan boord. Het resultaat is een verbluffende beeldkwaliteit.


Oogstrelend
SIM2 C3XE


We kunnen maar niet genoeg krijgen van de oogstrelende vormgeving van deze knappe machine. Tegen de zijkant van de ‘lensbobbel’ zit een draaiknopje waarmee de verticale lensshift kan geregeld worden. Een horizontale lensshiftregeling ontbreekt. De zoom- en focusregelingen zijn gemotoriseerd, wat betekent dat je ze met de afstandsbediening kan instellen. De achterzijde van de machine is rijkelijk bezaaid met aansluitingen, waaronder twee HDMI-ingangen, twee trigger-uitgangen en een optische digitale uitgang voor audio. Deze laatste dient om geluid dat samen met het beeld via HDMI is komen binnenwaaien weer naar buiten te sturen. De C3XE is een DLP-projector die drie beeldchips van het HD2+ DarkChip 3-type aan boord heeft. Goed voor een resolutie van 1.280 bij 720 pixels. Zo komen we meteen bij het minst sterke punt van deze projector. De resolutie is namelijk onvoldoende om HD-bronnen – zoals Blu-ray en HD-DVD – verliesvrij te kunnen weergeven. Nu zijn er heel wat projectoren uit de test die dat niet kunnen, maar die kosten dan ook geen 19.000 euro...

Al moeten we wel toegeven dat de C3XE met HD-materiaal als bron zijn 720p-bovengrens erg goed weet te maskeren. Voor de volledigheid vermelden we nog even dat de C3XE met twee lenzen kan geleverd worden: de T2-lens, die standaard bij het toestel geleverd wordt en een throw ratio heeft van 2.0:1 tot 3.0:1, en de T1-lens, met een throw ratio van 1.5:1 tot 2.0:1. De zwartweergave van deze SIM2 is trouwens verpletterend goed. Oké, het is nog niet helemaal 100% Oost-Indisch zwart, maar de eerste DLP-projector die het beter doet moeten we nog tegenkomen. Door zijn driechiparchitectuur heeft de machine bovendien totaal geen last van het regenboogeffect. Wel heeft het beeld een zekere hardheid, wat het minder ‘filmlike’ maakt dan dat van bijvoorbeeld de JVC DLA-HD1.

Conclusie en testmethode

 

Testmethode

Als beeldbronnen gebruiken we het Meridian 800 V4 cd/dvd-transport en een Panasonic DMPBD10 Blu-ray-speler. Deze worden met DVIGear SHR-kabels beurtelings verbonden met de projector in kwestie. We projecteren de beelden – in een nagenoeg perfect verduisterde ruimte – op een 244 cm breed Stewart-projectiescherm met FireHawk-schermmateriaal.

In projectorenland bestaan er tussen de geteste apparaten grote prijsen prestatieverschillen. En de duurste toestellen zijn lang niet altijd de beste. Dat is wél het geval in de eerste prijsklasse, met toestellen van 500 tot 1.000 euro. Het duurste toestel daarin, de BenQ W500 (979 euro), zet met voorsprong de beste prestaties neer en krijgt dan ook het predikaat ‘Beste Keus’ opgespeld. De Dell en de Acer bieden de meeste waar voor het geld, gevolgd door de BenQ. Maar omdat we die eerste twee toestellen ondermaats vinden presteren, krijgt de BenQ W500 – nota bene de goedkoopste HD Ready-machine uit de test – ook het label ‘Beste Koop’ opgespeld.

In de tweede testcategorie – met projectoren van 1.001 tot 2.000 euro – is de Epson EMP-TW700 (1.524 euro) de ‘Beste Keus’. Het meeste waar voor je geld biedt Sony met z’n VPL-AW 15 (1.199 euro), zodat die in deze categorie onze ‘Beste Koop’ wordt.

Vanaf de derde prijscategorie (2.001 tot 4.000 euro) betreed je het domein van de ‘Full HD’-machines. En ook hier grijpt Epson de titel ‘Beste Keus’, met de EMP TW-1000 (3.558 euro). ‘Beste Koop’ is de Mitsubishi HC5000, een ‘Full HD’-toestel dat voor 2.995 euro van eigenaar verwisselt.

In de vierde en meteen ook hoogste prijsklasse (vanaf 4.000 euro) is de JVC DLA-HD1 de onbetwiste winnaar, met een ‘Beste Koop’- en ‘Beste Keus’-onderscheiding als resultaat. Het apparaat biedt immers een fenomenale beeldkwaliteit en zet – ondanks het niet geringe prijskaartje van 6.499 euro – een onovertroffen prijs-kwaliteitverhouding neer in deze categorie.