Totem: klein, maar verbluffend goed


Jamie Biesemans | 01 maart 2016 | Fotografie Beeldhouwers | Totem Acoustic

Op ISE 2016 namen we een groep lezers op sleeptouw om interessante nieuwe audiospullen (en meer!) te ontdekken. Eén van de merken die we bezochten was Totem. En dat liet bij sommigen een behoorlijk grote indruk achter.

Ze hadden misschien niet de grootste stand op ISE, maar toen we bij Totem Acoustic langsliepen werden we hartelijk onthaald door Vince Bruzzese, oprichter van het Canadese speakerbedrijf. Met zijn aanstekelijke lach en wat Einstein-achtige haardos weet Bruzzese elk gezelschap te charmeren, ook wel omdat hij met veel overgave over de filosofie achter Totem vertelt.

Aparte filosofie
Bruzzese richtte Totem in 1987 op. Met zijn hoofdzetel in Montreal is het één van de weinige Canadese audiofabrikanten die echt wereldwijd bekend is. Een van de meer ongewone aspecten van het bedrijf is de bijna spirituele benadering van muziekweergave, weliswaar onderbouwd met een stevige laag engineering. De nadruk ligt sterk op een muzikale weergave en bij Totem zelf worden de speakers bij het ontwerpen daarom ook altijd met het oor getuned.  Het merk houdt ook van designs die er voor zorgen dat je off-axis nog altijd een goede klank hebt, wat interessant is voor thuiscinema’s.

Totem wordt in de Benelux gedistribueerd door Joenit uit het Belgische Mechelen, een familiebedrijf waar Bruzzese duidelijk een zeer goede band mee heeft. De samenwerking loopt al meer dan twee decennia, sinds de ontmoeting tussen Bruzzese en Joenit op CES. “Ze weten echt waar ze mee bezig zijn en kennen de producten door en door”, glundert de Totem-oprichter.

Muziek aan de muur
Hoewel Totem ook losse speakers bouwt, lag de nadruk op ISE op luidsprekers om in te bouwen of op te hangen. Die laatste categorie is een beetje een specialiteit van het merk. De Tribe-familie bijvoorbeeld, omvat dunne, langwerpige luidsprekers die perfect op de muur te bevestigen zijn naast een tv of gewoon in een stereo-opstelling.

Heel bijzonder zijn de Tribe III en Tribe V, omdat ze gebruikmaken van Totems Torrent-driver en een volledige frequentiebereik bestrijken. De Tribe V heeft bassreflexen die naar boven en onder geopend zijn om zo voor het nodige laag te zorgen, maar het zijn toch die Torrent-drivers die waar we enorm van opkijken. Ook van het laag.

Deze relatief compacte transducers zijn ontwikkeld door Totem om gebruikt te worden zonder crossovers, met minder gevaar voor faseproblemen. Bruzzese haalde een los exemplaar boven en dan viel pas echt op hoe goed ze in elkaar steken – en hoe licht ze zijn. De resulterende Torrent-driver gaat niet alleen behoorlijk laag, maar is ook zeer snel. Wat je ook merkt als de Totem V gedemonstreerd wordt. Het zeer vloeiende midden wordt verrassend stevig onderbouwd door een bas die gewoon heel zuiver en impactvol klinkt, maar zeker niet rommelig.

In heel wat settings is het niet per se nodig om een subwoofer in te schakelen, al werd er op ISE wel een 500-watt zware Tribe Sub met twee 8-inch woofers voorzien om toch boven het lawaai van de beursvloer te raken. Qua design best een bijzonder subwoofer trouwens, want je kunt hem rechtopstaand installeren op een voet zodat de woofers de kamer in stralen.

Totem: high-end geluid

High-end geluid
Het was ook de Totem V  met hoge premiumgehalte die op ISE op verbluffende wijze zeer sterk uit de hoek wist te komen en de meeste aanwezige lezers deed opkijken. En dat op een stand die qua akoestiek niet bepaald onder handen was genomen. Er was bijvoorbeeld geen plafond voorzien voor de stand, die in een grote RAI-hal stond, waardoor er wat energie verloren werd.

Ondanks de minder de volmaakte setting bleek de Totem V geen probleem te hebben om te imponeren. “Wow, wat een goed geluid voor zo een kleine kastinhoud! Deze speaker klinkt minimaal tienmaal groter dan dat hij in werkelijkheid is en neemt dan ook nog eens genoegen met een input van slecht 50 watt”, liet Henk Vissers ons achteraf weten.

De Tribe-familie bestaat ook uit een aantal inbouwspeakers, waaronder een voor een muur maar ook een luidspreker om weg te werken in het plafond. Je zou dus met de Tribe-lijn een mooie Dolby Atmos-opstelling kunnen bouwen, al eindig je dan wel met een high-endopstelling uit een hogere prijsklasse.

KIN
De uitgebreide Architectural Series is met zijn KIN-leden dan weer budgetvriendelijker.  Hoewel we tijdens ons bezoek aan de Totem-stand geen demo kregen, bevat deze familie toch ook wel interessante speakers. Zoals de Mask Stereo, met een heel bijzondere dubbele tweeter-opstelling die je niet vaak tegenkomt in een inbouwspeakers en die voor een zeer brede soundstage zou zorgen.

Er werd bijna even verbaasd opgekeken bij de demo met de zeer compacte KIN Mini Flex die dan wel, dan weer niet gecombineerd werd met de KIN Mini Sub. “Ik had echt niet verwacht dat met je zo’n kleine speakers zo luid en toch vrij zuiver kon spelen”, merkte Marcel van Dijk achteraf op.  Ook Henk was enthousiast: “Deze soundbarkiller bestaat uit kleine audiofiele speakers van het formaat melkpak en haalt er vervolgens een heel goed geluid uit waar iedere andere soundbar het schaamrood van op de kaken krijgt”.