Sinds de introductie van de cd door Philips in 1982 is er veel gebeurd en niet het minst in de laatste jaren. De cd werd op de markt gebracht onder het motto Perfect Sound Forever, maar dat was toch wat voorbarig. Het medium is handzaam, compact waar de `c` van cd al voor staat en alom vertegenwoordigd. Toch kleven er aan de cd een flinke hoeveelheid nadelen. Deze nadelen bevinden zich voor het grootste gedeelte in het mechanische vlak.
Wat blijkt? Een cd is in tegenstelling tot wat er veelal beweerd wordt eigenlijk helemaal niet ‘digitaal’. Wanneer een cd onder een microscoop wordt gelegd zie je allerlei putjes. Als het een digitale opslag zou zijn, dan vormden deze putjes de enen en nullen die een digitale codering van een golf signaal of gegevens representeren. Alleen, bij een cd ligt dit even anders.
Let wel op, de ontwikkelaars van de cd hebben ongelofelijk veel werk verzet om de cd te maken wat hij nu is. Naar verluid heeft alleen al het foutcorrectie mechanisme tien jaar aan ontwikkeling gekost. Dit mechanisme zorgt ervoor dat kleine leesfouten simpel hersteld kunnen worden en grotere door `raden` naar wat er niet kon worden gelezen, worden ingevuld. Als geen van beide oplossingen werken, dan hoor je een tikkend geluid uit de luidsprekers komen. In zo`n geval is de cd goed beschadigd of erg vuil. Wat staat er dan wel op de cd als het geen nullen en enen zijn die de exacte golfvorm representeren? Welnu, er is slechts een gedeelte van het originele golfpatroon in het putjespatroon opgenomen.