Review: RCM Sensor 2 phono preamp


Ruud Jonker | 12 april 2017 | Fotografie Fabrikant | RCM Audio

RCM Audio is gevestigd in Katowice in Polen. De RCM Sensor Prelude IC is in 2011 in Music Emotion besproken. De opvolger heet Sensor 2 en doet al enige maanden dienst in de luisterruimte. Zoals dat gaat is deze phono-voorversterker gecombineerd met diverse draaitafels en systemen die in de eerste helft van 2016 aanwezig waren.

De wereldwijde sterke terugkeer van vinyl maakt dat zo’n beetje iedereen zich stort op producten rondom analoog en een graantje probeert mee te pikken. Merken waarvan je dat volstrekt niet verwacht komen dan met een draaitafel, al dan niet op OEM-basis. Dat geeft soms te denken. Als merken zoals Thorens, Micro Seiki, Acoustical, SME, Lenco, Technics of Dual met nieuwe modellen zouden komen, voorzover die firma’s nog bestaan, dan neem je vaak vijf decennia aan analoge ervaring mee in de nieuwe producten.

Maar, los van de in later jaren ontstane en succesvolle bedrijven, zijn sommige initiatieven bedoeld om even snel te scoren. Veel van die bedrijven hebben een management dat simpelweg kijkt waar de mogelijkheden in de markt liggen. Als er ergens sterke vraag is, dan ‘flatsen’ ze snel een product in elkaar, vergezeld van een mooi verhaal. De tijd zal nog komen dat Facebook en Google ook draaitafels gaan bouwen. Het liefst met een netwerkaansluiting, want dan kunnen er weer persoonlijke gegevens worden ontvreemd. Reken er in ieder geval op dat de markt overspoeld zal worden met draaitafels, phono-versterkers en accessoires. Straks ligt er bij supermarkten en bazaarketens een Chinese kopie van de oude vertrouwde Dustbug.

De markt is daarmee verdeeld in drie segmenten. Aan de top zijn de analoge producten met absurde prijskaartjes en een vaak niet in verhouding staande prestatie. Het middensegment komt met producten die doorgaans een goede prijs/prestatieverhouding hebben. Gedeeltelijk design en anderzijds no nonsens. In principe de vijver waarin de serieuze muziekliefhebber en audiofiel vissen en waar momenteel veel aanbod is van een vaak uitstekende kwaliteit. De allerlaagste budgetklasse is de cashcow voor het grote niet kwaliteitsbewuste publiek. Het zal leiden tot een stortvloed van analoge prullaria die via postorderbedrijven, verkoopsites van dagbladen en retailketens over het grote publiek zal worden uitgestort.

Een enige tijd geleden geplaatste advertentie beloofde een draaitafel met ingebouwde versterker voor pakweg 95 euro met dat ‘mooie warme geluid’. De eerste de beste Philips portable speler uit de zestiger of zeventiger jaren klinkt beter, maar je mist dan de USB die een mp3’tje exporteert naar je iPhone. Voordeel van al dat laagdrempelige rumoer is dat ook uw schoonmoeder weer aan de plaat gaat en dat er dus voorlopig weer heel veel vinyl zal worden geperst.

RCM Sensor 2

Deze MM/MC phono-versterker valt in het eerdergenoemde middensegment en is een serieus product van een fabrikant die gespecialiseerd is in phono-versterkers. RCM gooit geen geld weg door luxe design behuizingen te leveren voorzien van 1.5 cm dikke vergulde frontplaten. De degelijke en netjes gebouwde behuizing is allesbehalve sexy, maar buitengewoon functioneel. Maar ja, de gemiddelde phono-versterker bungelt in de praktijk toch ergens achter het audiorack? Ook handig, want je hebt dan alleen nog last van airborne resonance.

De Sensor 2 komt in twee kastjes: voeding en de eigenlijke versterker. In tegenstelling tot de Prelude IC toont het front geen lichtindicatie en dat is eigenlijk niet zo handig. Los van de in- en uitgangen bevinden alle dip-switches voor de instellingen zich op het achterpaneel. Dat is wél handig, want je kunt haast on the fly snel aanpassingen maken. De architectuur van de Sensor 2 lijkt veel op die van de Prelude IC. Elk kanaal heeft een eigen circuitboard en die staan gestapeld tegen de binnenkant van het achterpaneel. De indeling van de printen vertoont tussen beide modellen ook overeenkomsten. De afvlakking van de voedingsspanning wordt gerealiseerd door de aanwezigheid van veel elco’s in de versterker-unit. Ook de spanningsregulatie bevindt zich op dit board. De Sensor 2 biedt ook de mogelijkheid om een phono-cartridge balanced aan te sluiten.

Een voordeel is dat storingen beter worden onderdrukt dan het geval is met een asymmetrische aansluiting. Balanced gebruik vraagt om een daarvoor geschikte phono-kabel. Op basis van het wiring diagram in de handleiding kunt u die zelf solderen. RCM heeft ontdekt dat een hoge uitgangsspanning (2 Volt) een positieve invloed heeft op het geluid. Maar, dat betekent dat er vanaf de millivolts die een cartridge levert een fikse versterkingsfactor aanwezig is. Er zijn derhalve maatregelen genomen om de dynamics te maximaliseren en de ruis sterk te verminderen. Door nauwe toleranties met betrekking tot de onderdelen is de RIAA-correctie erg precies (maximaal 0.3% signaal fluctuatie) en door hetzelfde selectieproces toe te passen op de voedingscomponenten is daar ook geluidsmatige winst gehaald.

Een belangrijke invloed, aldus RCM, heeft de verdeling van de functionele voedingsonderdelen over beide chassis. De voedingsbehuizing biedt onderdak aan de trafo, de gelijkrichter en de eerste stabilisatie-stap. Verdere stabilisatie vindt plaats in het versterkerchassis. Volgens RCM leiden deze aanpassingen tot een diepere en bredere soundstage, een toename van dynamiek en een lagere ruisvloer.

Opbouw

Zoals gebruikelijk is er rondom de RCM weer een zo optimaal mogelijk setje gebouwd. Binnen dat kader is de phono-stage de enige die het feestje kan bederven. De rest van de set is namelijk neutraal, kan maximaal dynamisch uithalen, kan een spectaculaire stage ontvouwen en de draaitafel kent de optimale match tussen de arm en de cartridge. Tijdens de eerste luistersessie was die RCM dan ook inderdaad de showstopper. Het geluid klonk niet dynamisch, saai en volledig onbetrokken. Als een set niet doet wat zou moeten gebeuren, dan is het basisprincipe altijd dat ondergetekende waarschijnlijk iets fout doet.

Dat betekent een rondje langs de usual suspects. Is de MC-cartridge op de juiste manier afgesteld en ingeregeld op de phono-versterker? Yep, want dat gaat absoluut niet op het gehoor maar volgens de fabrieks-specs van de cartridge-fabrikant. Op het gehoor instellen betekent vaak dat er gecompenseerd wordt voor fouten in de rest van het systeem en dat is niet de bedoeling. Is de juiste phono-kabel aangesloten? Ja, want de match kun je nameten. Staan de luidsprekers niet uit fase? Een veelgemaakte fout, met als oorzaak een bad night, beroepsdeformatie of een leesbril die al lang aan vervanging toe is.

Niettemin was er niets fout met de set. De RCM was de beperkende factor. Maar, de verdeler had al aangegeven dat deze phono-stage even op stoom moest komen. Nou staat het inspelen van componenten en kabels hier in het sprookjesboek (uitgezonderd mechanics zoals phono-cartridges en luidsprekers), maar in elektronische componenten bevinden zich wél elektrolytische condensatoren. Zoals u wellicht weet beschikt de kathode daarvan over een laagje aluminiumoxide. Als een elco lang niet is gebruikt, kan de oxide te dun zijn. Normaal gesproken wordt het oxide aangevuld door het elektrolyt. Als een elektronisch component dus regelmatig speelt, zijn er geen problemen met de elco’s. In de loop van de tijd verdampt het elektrolyt. De capaciteit van de elco wordt dan nul en het oxide kan niet meer herstellen.

Nieuwe elektronica kan soms voorzien zijn van elco’s met een te dunne oxidelaag. Een fabriekspartij die bijvoorbeeld al tien jaar in een magazijn ligt of zogenaamde NOS-elco’s van veertig jaar terug. Geen idee welke status de door RCM toegepaste elco’s hebben, maar het zou kunnen dat die exemplaren even tijd nodig hebben om de oxidelaag op niveau te krijgen. Het bovenstaande kan een acceptabele verklaring zijn waarom sommige audiofielen ‘inspeelverschijnselen’ waarnemen, hoewel dat vaak wordt verward met het simpelweg op bedrijfstemperatuur komen van componenten. Volgens een ABB ‘capacitor reforming guide’ is de reforming-tijd twee uur voor componenten die twee jaar niet gebruikt zijn. In ieder geval heeft de RCM simpelweg twee weken ingeschakeld gestaan. Daarna is opnieuw geluisterd. 

Pagina 2: geluid & conclusie

Luisteren

We’re back in town! De holy grail is wederom rond en zwart. De RCM doet nu heel andere dingen. Een audiosysteem hoort volledig neutraal te zijn en de geluidsmatige eigenschappen, zoals die tijdens de opname zijn vastgelegd, simpelweg door te geven. In principe moet dat één-op-één, maar er zijn niet veel systemen die dat ideaal echt volledig benaderen. Maar een goed systeem kan op een geloofwaardige manier de dynamiek, klank, ruimte, energie en detaillering presenteren, zoals die in de studio waarneembaar was. Als u weleens een date heeft gehad met een trombone, dan weet u hoe zo’n instrument live klinkt. Zoiets moet letterlijk uit de luidsprekers kunnen knallen, met dezelfde dynamiek en energie, maar ook met die fraaie gloedvolle klank die kenmerkend is voor het instrument en resulteert uit de specifieke verdeling van harmonischen.

Dat is precies wat het systeem rondom de RCM nu doet. De eerste luistersessie voert terug naar de Capitol studio’s die dit jaar zestig jaar bestaan. De eerste artiest die daar werkte was Frank Sinatra (in 1956 was de bouw van de studio voltooid en Sinatra stapte over naar Capitol) en tegelijkertijd werd de introductie gevierd van de microgroove record. Onder leiding van Nelson Riddle nam Sinatra in 1954 acht songs op voor Capitol die later, na een uitbreiding met vier extra songs, de nieuwe 12-inch vulde. ‘Songs for Young Lovers’ was Sinatra’s eerste album voor Capitol en het eerste ‘conceptalbum’. Riddle vond namelijk dat op een dergelijk grote plaat de songs thematisch verbonden zouden moeten zijn. Het 12-inch 12-song album verscheen in 1962 (Capitol W-1432). De machtige draaitafels in luisterruimte 1 spelen dit (mono) album af en de sfeer uit die jaren komt perfect over. Sinatra gebruikte vele microfoons (onder andere RCA-44 voor Columbia), maar op de betreffende plaat is de Telefunken U47 herkenbaar. Zo’n microfoon accentueert het gebied tussen de 400 en 2000 Hz. Dat is de reden dat de stem van Sinatra zo helder en duidelijk boven het orkest uitkomt. De RCM is in hoge mate in staat om die direct herkenbare klank over te brengen.

Na de befaamde songtekst How can I ignore the girl next door, zorgen de New Orleans Syncopators (HEP Records HN 4281) voor vuurwerk. Het koper heeft hier de juiste gloed en knalt de luidsprekers uit. Die dynamics komen ook uit de verf op The Heat’s On (Roy Eldridge Esquire 307). Elpees van Flairck zijn altijd goed om de klank van instrumenten te beoordelen en vanwege de ruimte. De RCM maakt daar een spectaculair diepe, brede en gefocusseerde soundstage van.

Maar, een aantal superplaten uit het archief maakt duidelijk wat de RCM echt kan. Het zijn van die elpees die je iedereen zou gunnen. Vaak opgedoken uit muffe bananendozen, na uren graafwerk in obscure winkeltjes in heel foute buurten, maar het is momenteel niet ongebruikelijk dat je voor ‘True Blue’ van Tina Brooks (Blue Note 4041) op eBay gewoon 1200 dollar aftikt. Maar, womanizing en vinylizing zijn de enige overgebleven ondeugden van de neo metro man. Neem bijvoorbeeld The Fox met Urbie Green (trombone) en als gast Toots Thielemans (CTI 7070). Super stage en super dynamics. Denk ook aan de fraaie elpee van Montreux (Let them say WH-1084). Wie een spectaculair optreden op North Sea Jazz zoekt (Den Haag 1981) kan op zoek naar het Flashback Quartet + DanyDoriz (Polydor 2925 129). Van de drumsolo op Swing that Music via de YG’s is iemand eerder dit jaar volledig uit z’n dak gegaan.

Zo kan de lijst nog even aangevuld worden. Maar het wordt tijd voor een samenvatting. De RCM presteert uitmuntend op het gebied van dynamics, ruimte, focussering, neutraliteit, transparantie en detaillering. Klankmatige eigenschappen, zoals geregistreerd op de mastertapes worden goed doorgegeven, maar daarin heeft deze RCM zeker nog niet het allerlaatste woord. Het phono-board in Mola Mola’s Makua voorversterker vertaalt met iets méér realisme en klankbeleving, zonder de neutraliteit en transparantie te verliezen. Wellicht resulterend uit de discreet opgebouwde versterkermodulen volgens de single-ended driven differential architectuur. Maar, het gaat dan om aanzienlijk hogere investeringen.

Conclusie

RCM levert met de Sensor 2 een degelijk gebouwde MM/MC phono pre amp. Zoals het eigenlijk hoort ligt de focus hier op prestaties. RCM laat zich duidelijk niet meetrekken in de ratrace naar design, hoge prijskaartjes en allerlei toeters en bellen die te maken hebben met connectivity en user interfaces. In het leveringsprogramma is ook nog een veel duurdere phono-versterker, maar die moet het ook niet hebben van de sexy looks. Als consument word je teruggeslingerd naar waar audio-apparatuur eigenlijk voor bedoeld is. Gewoon het no nonsense leveren van prestaties.

Het gaat namelijk om de muziek. Voor iemand met een fatsoenlijke draaitafel is de investering te overzien. Dat geld komt voor het grootste deel ten goede aan de geluidskwaliteit. Op dat gebied blijft redelijkerwijs gesproken weinig te wensen over. Wat heb je nog méér nodig dan een spectaculaire stage, transparantie, detaillering, dynamiek, een stuk verfijning en neutraliteit? Uiteraard is er altijd weer een phono-stage te vinden die de individuele geluidsmatige eigenschappen een stapje verder voert. Maar, dat vergt vaak een nog grotere investering en hoeveel geld gooi je dan weg voor zaken die niet belangrijk zijn voor een apparaat dat vaak achter het audiorack op de vloer staat?

Het gevaar van enkele zeer kostbare phono-stages is ook dat de ontwerper vaak een erg persoonlijke opvatting inbouwt over hoe zo’n apparaat dan moet klinken. Er zitten vaak ego’s achter die bepalen hoe jij muziek moet beleven. Met de RCM weet je in ieder geval dat deze stage dit soort belemmeringen niet oplegt. De opname krijgt alle vrijheid om haar eigen klank, schoonheid en muzikaliteit te communiceren. Wat is er mooier dan dat?

Prijs

RCM Sensor 2 (black of natural): € 2.699,-