Ik had het al eerder van enkele kennissen van me gehoord: de oude Marantz 1060 versterker klinkt mooier dan je mag verwachten. Toen ik even geleden op een rommelmarkt deze klassieker zag staan voor 25 gulden, had ik niet veel reden om het ding tussen al die andere junk te laten staan. De Marantz 1060 dateert van de tijd dat ik audio begon te ontdekken. Toen ik ergens halverwege de jaren 70 mijn eerste geïntegreerde versterkertje kocht (jaja, een miskoop, de Akai AM 2200), was deze Marantz er ook al. Op mijn eigen zolder vond ik nog een hifi-stereo testgids 1978 waarin nog steeds melding wordt gemaakt van de Marantz 1060. De verkoopprijs was volgens die gids een schrikbarend lage 399 gulden, voor dat geld had je echt niet veel anders toen. Een weinig gracieuze versterker om te zien, een hoekige zilveren kast, typisch voor die tijd. Maar door de speciale sierlijke Marantz-belettering, die ook de bekende Marantz buizenversterkers uit de jaren 60 kenmerkt, toch weer sexy.
Meteen na thuiskomst met de schroeven- draaier de 1060 te lijf. Wat schetst mijn verbazing? Dit is een ouderwetse en achterhaalde a-symmetrische schakeling waardoor je altijd naar een vette elco tussen de eindtorren en de luidspreker zit te luisteren. Ik ben er altijd van uit gegaan dat dit soort schakelingen vanaf 1972 of zo, met de Quad 303 als de grote uitzondering, niet meer werden verkocht. Op www.audioclassics.com lees ik dat de Marantz 1060 behoorlijk lang, tussen 1971 en 1976, in productie is geweest, dat zal de verklaring wel zijn. Hé, hier iemand op internet die beweert tien jaar lang, ondanks waarschuwingen van de fabrikant, met veel plezier met een 1060 naar zijn Quad ESL-57 electrostaten te hebben geluisterd. Na de versterker van binnen en buiten te hebben schoongemaakt, een cd-speler erop en Wharfedale Diamond 7.3 speakertjes (te goed voor het geld (2), kom ik nog een keer op terug) eraan. Verdomd, dit klinkt inderdaad niet slecht. Een vol en open geluid. Wat me het meest opvalt is de dynamiek, het gemak, je kunt aan de volumeknop draaien zonder dat het geluid vast dreigt te lopen, het blijft gemakkelijk klinken. Het hoog is mooi, niet zo gedetailleerd als wat we tegenwoordig gewend zijn natuurlijk. Het midden is heel natuurlijk en het geluid klinkt echt behoorlijk open. Zou dat de reden zijn waarom Audio Innovations bewust met een transistorversterkertje op de markt kwam met een elco in de uitgang? En dat NAD iets soortgelijks uithaalde in 1997 met de 310 versterker? Welnu, deze Marantz klinkt in ieder geval overtuigender dan de NAD 310.
Goed, laten we de Quad 33-303 er eens bij slepen, eens kijken hoe het dan klinkt. Mmm, herkenbaar, ze hebben wel iets van elkaar. Misschien bij de Quad iets meer rust in het geluid. Maar de dynamiek en het gemak en het bijzondere hoog van de 1060: dat is er bij de bejaarde Quad niet bij. Zo, niet verkeerd voor 25 gulden. Maar het spelen is nog niet afgelopen: de 1060 is te splitsen in een aparte voor- en eindversterker. Een buizenvoorversterker met de 1060 als eindtrap, hoe zou dat klinken? Ook niet slecht natuurlijk, maar de verschillen met de geïntegreerde 1060 vallen me tegen, hier had ik meer van verwacht. Het zal toch niet dat het geheim van de 1060 in zijn voorversterker schuilt? Even mijn Hiraga 20 Watt klasse-A trap op de 1060 voorversterker aansluiten: wauw, dit is echt heel goed, de verschillen met de geïntegreerde 1060 zijn evident. De voorversterker doet in muzikaliteit inderdaad niet zo veel voor mijn buizentrapje onder! Dit heb ik nog niet eerder meegemaakt. Ik heb veel transistorvoorversterkers in huis gehad, een van de betere was een Musical Fidelity Preamp 2a, maar dit klinkt echt beter. Zou ik voor 25 gulden een hele goede voorversterker in huis hebben gehaald? Goed, beetje raar, laten we eens een triode-eindversterker op de Marantz aansluiten: de eerste Marantz 1060 ter wereld die verbonden wordt met een Audio Innovations First. En ja hoor, de verschillen met de Hiraga zijn via deze voorversterker prima waar te nemen, dit klinkt nog weer een stuk beter. De First houdt helemaal niet van voorversterkers, alles ruist en bromt de pan uit, zelfs passieve voorversterkers met dubieuze potmeters vallen door de mand. En dit staat hier te spelen alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Een gelikte kast om de voorversterker van de 1060 bouwen en je houdt de medium-end wereld gegarandeerd voor duizenden guldens voor de gek.
Zouden de jaren 70 nog meer van deze geheimen herbergen? Zelfs op mijn 15e had ik de eerste eigenaar van deze versterker kunnen zijn, maar nee hoor, weer gewoon een Sansui AU-3900 kopen voor honderd gulden meer, zonder deze Marantz overigens een blik waardig gegund te hebben. Mmm, die zolder van mij, eens kijken, een Sansui AU-555, een Pioneer SA-500, een Armstrong 621 …. Nee, die Sansui haalt het niet, klinkt gedateerd.
Ik stel voor dat u zelf eens op zolder gaat kijken, of naar een rommelmarkt bij u in de buurt gaat, en mij laat horen op welke verrassingen u wordt getrakteerd. Laten we een versterker top-10 van de jaren zeventig maken! De Marantz 1060 zet ik alvast op nummertje 1. Wedden dat er binnen een paar maanden geen 1060 meer te koop is voor minder dan 200 gulden?