Luidsprekers; kiezen en kopen. Deel 2.
Naar aanleiding van het vorige artikel hebben verschillende lezers van HiFi.nl, AudioVideo.info en enkele redactieleden mij op een paar leemtes in dit artikel gewezen. Terecht dat er dus een vervolg komt ter aanvulling op het vorige artikel.
Systemen:
Elektrostaten: Hoe kan ik die nou vergeten! Excuses aan bezitters van deze wel heel bijzondere luidsprekers, want dat zijn het! Elektrostaten zijn in die zin een buitenbeentje dat ze geen gebruik maken van een magneet, waar een aan een conus gekoppelde spreekspoel in hangt. Om op die manier een elektrisch signaal om te zetten in akoestische energie. In plaats daarvan beschikken ze over twee grote lappen folie, waarop een enorme signaalspanning komt te staan. Tot wel 5.000 Volt. Volgens het condensatorprincipe zullen die twee lappen folie de neiging hebben om uit elkaar te bewegen of naar elkaar toe, als er een positieve of negatieve spanning wordt aangevoerd, met andere woorden een wisselspanning uit de versterker. De beweging is dermate lineair gerelateerd aan het aangeboden signaal dat elektrostaten een vele malen lagere vervorming hebben dan een dynamisch systeem. Deze accuratesse heeft echter ook een prijs. Het grillige impedantieverloop kan soms problemen veroorzaken voor minder stabiele versterkers. Voorts vraagt het lage rendement om een niet te lichte versterker. Ook de volledig symmetrische geluidsafstraling, evenveel aan de achterkant als aan de voorkant, levert soms problemen op in akoestisch lastige ruimtes. Plaatsing ruimschoots vrij van de achterwanden is nadrukkelijk aan te bevelen. Elektrostaten hebben lang de naam gehad geen echt diep laag te kunnen weergeven, daarom zijn er hybriden te koop met een dynamische subwoofer. Inmiddels is dat nadeel overwonnen en kunnen elektrostaten als volwaardig full-range worden gebouwd.
Dual concentric systemen: Dit zijn in principe dynamische (tweeweg) systemen, waarbij de tweeter met een slimme constructie precies in het midden van de woofer is geplaatst. De fabrikant elimineert op die manier de looptijdverschillen tussen die twee speakers. De bekendste leveranciers van deze systemen zijn Tannoy en KEF. Met deze systemen kunnen gesloten, met een afgestemde poort of transmissionline kasten worden gebouwd. Voornamelijk zelfbouwers zien het als een nadeel dat ze niet meer vrij zijn om twee merken te combineren waar het de woofer en de tweeter aangaat, het zijn een complete units voor het hele frequentiebereik.
Omdat er ineens een horizontaal en verticaal gelijke en fasecoherente geluidsafstraling gerealiseerd is, is het luisteren naar deze dual concentric systemen voor velen even wennen. Het rendement is vergelijkbaar met conventionele dynamische systemen.
Plasmaluidsprekers: In de jaren ’80 begon Magnat met een serie luidsprekers die een zogenaamde plasmatweeter hadden. Het fundamentele principe is dat er liefst geen enkele bewegende massa mag zijn als accurate weergave het hoogste doel is. Want massa is traagheid en daarmee onnauwkeurigheid. Als je echter lucht in een plasmatoestand brengt, simpel gezegd een soort lasvlam, en vervolgens die vlam moduleert met het geluidssignaal, dan heb je een volkomen massaloze overdracht van een elektrisch signaal naar een drukvariatie van de lucht. Bovendien heb je een perfect bolvormig afstralende geluidsbron gerealiseerd. Smaken verschillen echter, anders zaten we nu met zijn allen naar plasmatweeters te luisteren. Een spectaculair gezicht is het wel en de nog overgebleven Magnat luidsprekers met plasmatweeter zijn ware collector items geworden.
Nog even een stukje theorie:
Ik heb eerder allerlei luidsprekers besproken, maar het niet tot in detail gehad over het horizontale en verticale afstraalgedrag. In de professionele audio wordt nog heel veel met het conventionele 40x60 systeem gewerkt. Oftewel het systeem heeft een min of meer gelijke luidheid binnen de hoeken van 60 graden horizontaal en 40 graden verticaal ten opzichte van het midden van de luidspreker. Daarbuiten wordt het geluid snel zachter. Dat vinden geluidsverhuurbedrijven fijn, want dan kunnen ze heel precies het geluid op de toehoorders richten. En ze hebben een goede controle op waar het geluid allemaal naar toe gaat en hoe hard het is. In de hifi wordt een grote spreiding vaak erg fijn gevonden. De perfect rondom afstralende luidspreker wordt als een ideaal door veel fabrikanten nagestreefd. Bose heeft er zelfs een hele theorie aan geknoopt om aan de akoestiek van de ruimte te appelleren voor de verspreiding van het geluid.
Moeten we nu wel zo blij zijn met die grote invloed van de akoestiek van onze woonkamers? Ik durf daar zo mijn vraagtekens bij te zetten, want het is de meeste onder u wel duidelijk dat de akoestiek van uw woonkamer gewoon niet optimaal kan zijn. Al was het alleen maar omdat er ook nog geleefd moet worden. Ik denk dat naarmate u een galmrijkere woonkamer (luisterruimte) hebt, spreidings invloeden minder wenselijk mogen worden geacht. Juiste de plaatsing in een stereobeeld wordt ernstig vertroebeld indien u een slechte akoestiek een grote invloed laat hebben. Sterk richtende luidsprekers met een heel duidelijke ‘sweet spot’ zijn dan te prefereren. Hebt u echter een sterk gedempte woonkamer, dan is juist een goede spreiding en het wat meer aanspreken van de weinige reflecties van de ruimte een prettige verlevendiging van het stereobeeld.
Tot slot, het kiezen van een luidsprekersysteem is vooral een kwestie van luisteren en op grond daarvan selecteren. Het weten te interpreteren van wat cijfermateriaal kan vooraf sterk keuzebepalend werken en forse teleurstellingen voorkomen.