REVIEWPrimaLuna

Review PrimaLuna EVO100 Tube Phono Preamplifier: een ontwerp 20 jaar in de maak

SAMENVATTING

Hij was 20 jaar in de maak, maar Herman van den Dungen en Jan de Groot leveren met de EVO100 Tube Phono Preamplifier een buizen-phonotrap af die de naam PrimaLuna met trots mag dragen, en die het andere phonotrappen in zijn prijsklasse aardig moeilijk zal kunnen maken.

PLUSPUNTEN

  • Heerlijke weergave van muziek
  • Compact formaat
  • Geweldige bouwkwaliteit
  • Full-tube ontwerp
  • Eenvoudige bediening
  • Voldoende instellingen voor de meeste gebruikers
  • Kostbaar maar zeker niet onbereikbaar

MINPUNTEN

  • Alsnog best lang sparen
  • Mist een aantal niet-essentiële, nice-to-have functies
  • Uitbreiding van de platencollectie ligt op de loer
  • Risico op vereenzaming door verslavende weergave

Begin oktober 2022, een week voor het Dutch Audio Event, kreeg ik een bericht van Herman van den Dungen van PrimaLuna. Hij vroeg me of ik aan het eind van de laatste dag van de show de nieuwe telg van de PrimaLuna familie wilde ophalen in de kamer van More Music, zijn Benelux distributeur. Het bleek te gaan om de EVO100 Tube Phono Preamplifier. “Luister er maar eens een tijdje naar en vertel me wat je ervan vindt”, zei Herman.

Nou, dat was bepaald niet aan dovemansoren gericht! Zo gezegd zo gedaan, en op die zondagavond zette ik mijn eigen buizen-phonotrap aan de kant om plaats te maken voor wat  in mijn ogen  het belangrijkste PrimaLuna nieuws is sinds de introductie van hun inmiddels met internationale awards overladen EVO300 Hybrid geïntegreerde versterker, waarvan we zowel de techniek als de muziekweergave onder de loep hebben genomen. | This review in English, click here 

PrimaLuna buizenversterkers

Ik ken geen merk dat méér voor de emancipatie van buizenversterkers heeft betekend dan PrimaLuna. In 2003 stelde Durob Audio eigenaar Herman van den Dungen zich tot doel om buizenversterkers voor iedere liefhebber bereikbaar te maken, zónder daarbij concessies te doen aan de mechanische of klankmatige kwaliteit, maar mét een tot dan toe ongekend gebruiksgemak. De formule sloeg in als een bom en amper 20 jaar later is PrimaLuna uitgegroeid tot een wereldmerk. Hoewel PrimaLuna zich specialiseert in buizenversterkers zijn er in de loop der tijd ook twee digitale apparaten op de markt verschenen, een inmiddels niet meer leverbare cd-speler en een da-converter, beiden uiteraard voorzien van de nodige buizen. Maar wat ontbrak was een échte phonotrap.

Er is natuurlijk wel al lange tijd het optionele EVO Phono MM Board dat je in je versterker kunt laten bouwen. De geïntegreerde- en vóórversterkers in de EVO serie zijn zelfs voorzien van een aparte behuizing onder het chassis, waar die kaart zo afgeschermd mogelijk kan worden ingebouwd. Maar hoewel je er voor het geld een uitstekend phonotrapje mee koopt heeft dit MM-only board eerlijk gezegd nooit de bekendheid en de lof gekregen die het eigenlijk verdient. Te weinig ‘PrimaLuna’ toch wellicht? Maar daar is nu, na twintig jaar wachten (en vragen en smeken en zeuren vanuit de PrimaLuna gebruikersgemeenschap), dus eindelijk verandering in gekomen. Mag ik voorstellen: de PrimaLuna EVO100-11, oftewel de Tube Phono Preamplifier. 

PrimaLuna EVO100 Tube Phono Preamplifier: de techniek

Okee, lezers die niet van techniek houden zouden dit stuk kunnen overslaan, maar zij zijn nadrukkelijk uitgenodigd om het tóch te lezen. Het vertelt namelijk iets over de ontwerpfilosofie van PrimaLuna, waardoor je te weten komt hoe bijzonder dit apparaat is. Enfin, zie maar, hier gaan we. Voor het ontwerp van de EVO100 Phono (zoals ik hem vanaf nu zal noemen) werkte Herman van den Dungen opnieuw samen met Jan de Groot, die eerder het bijzondere (op FET’s gebaseerde) Floyd Design solid state gedeelte van de EVO300 Hybrid ontwierp.

Bij de EVO100 Phono is allereerst uitgegaan van een zo stabiel en schoon mogelijke voeding, wat bij een phonotrap die met zulke kleine signalen werkt natuurlijk een heel goed idee is. PrimaLuna weet al een hele tijd dat je met buizen, mits goed toegepast, de ‘stilste’ voedingen kunt maken. En dat levert uiteindelijk de transparantste weergave op. De buizenvoeding in de EVO100 Phono begint met per kanaal een 5AR4 diodebuis voor het benodigde gelijkrichten van de secundaire wisselspanning.

Dat circuit is voorzien van een ‘inrush current limiting circuit’ met vermogensweerstanden en fast protection’ diodes. Dat betekent dat de stroom veel gelijkmatiger het apparaat binnenloopt wanneer het wordt ingeschakeld, wat een gunstig effect heeft op de levensduur van met name de buizen. Daarna volgt het eerste filter met een condensator en een ingekapselde smoorspoel, die via een capacitance multiplier’ (voor extra voedingsrimpel-onderdrukking) de bulk-condensatoren voedt.

In lekentaal zou je dat kunnen uitleggen als een manier om de voedingsreserve van het apparaat, die je nodig hebt voor dynamiek, schoner te maken zonder dat het snelheid kost. Deze primaire DC voedingsspanning wordt vervolgens gestabiliseerd met behulp van een door Psvane gemaakte EL34C power-pentode, die hier niet in ‘gain’ geschakeld staat, maar wordt gebruikt om de primaire voedingsrimpel bij 100Hz te dempen. Er is gekozen voor een EL34 omdat die voldoende stroom kan leveren voor de drie hoogspanningsdelen van het linker- en rechterkanaal. Hierdoor heeft de voedingsspanning een heel vriendelijk karakter en is tevens zeer ruisarm, wat belangrijk is voor het voeden van de buizen in de MM en MC trap.

PrimaLuna EVO100 Phono: de uitrusting 

Dat deze phonotrap het typenummer EVO100 heeft meegekregen heeft in eerste instantie met de vormfactor te maken. Hij is gebouwd in dezelfde kast als de EVO100 versterkers en de EVO100 da-converter. Volgens Herman van den Dungen zijn er op dit moment geen hogere modellen in de planning, maar helemaal uitsluiten doet hij het niet. Voor de EVO100 Phono heeft PrimaLuna zich namelijk een paar beperkingen opgelegd, zodat de prijs niet al te hoog zou worden.

De Phonotrap moest – de oorspronkelijke missie van het merk indachtig – in principe door iedere liefhebber bij elkaar te sparen zijn, en voor veruit de meeste gebruikers de functies bieden die ze nodig hebben, mét de unieke PrimaLuna signatuur van compromisloos design, topklasse componenten en een fantastische, transparante maar kleurrijke klank. Daarom zijn een aantal ‘nice to have’ functies op de tekentafel gesneuveld, zoals een monoschakelaar, een tweede phono-ingang, gebalanceerde in- en uitgangen, 10dB extra gain voor ultra-low output MC elementen, méér verschillende afsluitweerstanden voor MC, méér verschillende afsluitcapaciteiten voor MM, verschillende RIAA filters en een rumble filter.

De MC-trap is ontkoppeld met rubberen dempers, iets dat je normaal alleen bij zeer kostbare high end apparatuur tegenkomt

Ook de MM-trap is ontkoppeld met rubberen dempers

Wat de EVO100 Phono wél biedt is een in vijf logische en bruikbare stappen instelbare afsluit-impedantie voor de MC ingang, een in twee stappen instelbare afsluitcapaciteit voor MM elementen, een in drie stappen instelbare gain, een MM/MC schakelaar, een mute on/off schakelaar, een voeding met buizengelijkrichting en -stabilisatie, elk kanaal een aparte voedingssectie, optimale afscherming door middel van interne metalen schotten, extra RFI/EMI afscherming door middel van aluminium kapjes over de buizen die óók microfonie dempen, een zwevend opgehangen MC trap, eveneens tegen microfonie, én een DC Offset Killer in de 230V sectie. Al met al nog steeds een indrukwekkende lijst features.

Overwegingen ten aanzien van tube rolling 

Een onder ‘tubeheads’ veel besproken onderwerp is ‘tube rolling’, oftewel het vervangen van de buizen in je versterker door dezelfde types van andere merken, of zelfs door geheel andere maar equivalente types. Ik doe dat zelf ook en heb er als zodanig dus niets op tegen, maar waar ik slecht tegen kan is dat sommige ‘liefhebbers’ de standaard meegeleverde buizen zonder ernaar te luisteren meteen uit het apparaat trekken en vervangen door gekoesterde NOS types. Niet dat ik iets tegen New Old Stock heb trouwens, in tegendeel zelfs, maar ik vind de aanname dat de fabrikant (PrimaLuna in dit geval) niet de best mogelijke buizen gebruikt nogal aanmatigend.

Vergeet niet dat alle gewonnen awards zijn gebaseerd op luistersessies met de originele buisbezetting, dus zo erg kan het allemaal niet zijn. Bovendien moet PrimaLuna rekening houden met zaken als verkrijgbaarheid, betrouwbaarheid en prijs. Als je een serie van 100 of 200 versterkers gaat bouwen wil je dat ze allemaal exact hetzelfde klinken. Dat gaat je domweg niet lukken met NOS buizen, want die zijn niet of nauwelijks meer in zulke aantallen beschikbaar, laat staan voor een acceptabele prijs. Bovendien wil PrimaLuna ook nog eens een strenge eigen selectie toepassen bovenop de fabrieksselectie. Geef de buizen die PrimaLuna heeft uitgekozen dus eerst minstens 500 uur het voordeel van de twijfel, je zult versteld staan.

Okee, genoeg gepredikt, terug naar de EVO100 Phono. Als je het blokschema van de versterker bekijkt kom je als eerste de MC trap tegen. Die begint met de schakelbare weerstanden voor de afsluit-impedantie met meteen daarachter twee ruisarme 6922 dubbeltriodes van Elektro Harmonix. Deze buizen zijn zowel onderling gematched als intern én kruiselings gebalanceerd, wat betekent dat hun gezamenlijke vier triodesecties binnen een zeer krappe marge exact hetzelfde meten. PrimaLuna heeft hier bewust niet voor een discrete oplossing gekozen, zoals een solide state pre-pre schakeling of een step-up trafo. Je bent een buizenmerk of je bent het niet.

De buizen van de MC-sectie zitten binnenin de versterker, achter een ‘service-luikje’ op de achterzijde, dat met vier duimschroeven wordt gesloten. Achter de MC-trap zit de MM trap. Wanneer je met de knop op het front voor MM kiest wordt de hele MC-trap omzeild en loopt het signaal direct van de input naar de vier 12AX7/ECC83 buizen in de MM-trap, waarin ook de RIAA equalisatie is verwerkt. De RIAA in de EVO100 Phono is actief en zit in de feedback loop van de MM trap. De MM versterking is in twee trappen opgebouwd, waarvan de eerste trap het állerbelangrijkst is. Deze buizen hebben de grootste invloed op het klankmatige resultaat en moeten dus zo stil mogelijk zijn. Ze worden door PrimaLuna daarom zeer nauwkeurig gematcht en gebalanceerd. Dit zijn de buitenste twee 12AX7s in posities V5 en V8. Die moet je dus niet zomaar even vervangen voor buizen met een oude en eerbiedwaardige merknaam die je nog in een la had liggen.

Mocht je het desondanks niet kunnen laten, of mochten de buizen op een gegeven moment gewoon aan vervanging toe zijn, dan adviseer ik om in posities V5 en V8 op zijn minst geselecteerde en nauwkeurig gematchte en gebalanceerde frame-grid buizen met de laagst mogelijke ruis en microfonie te gebruiken. Zoals bijvoorbeeld de JJ E83CC of de Elektro Harmonix 7025EH. Dat was dus pas de eerste trap. De tweede trap, oftewel de middelste 12AX7’s in posities V6 en V7, is iets minder kritisch, maar ook hier geldt dat een zo laag mogelijke ruis en een nauwkeurige match erg belangrijk zijn. We hebben het tenslotte over high end.

Omdat de EL34 in deze schakeling niet in Gain is ingesteld maar juist dient ter verzwakking van AC rimpelsignalen gaan ze érg lang mee. Het advies is om ze na ongeveer vijf jaar regelmatig gebruik een keer te laten meten. Het heeft volgens Jan de Groot niet veel zin om hier een dure NOS variant voor te gebruiken. Althans niet om klankmatige redenen. Maar zoals de meeste buis-o-fielen wel weten zijn NOS buizen doorgaans wat betrouwbaarder en zullen in elk geval nóg langer meegaan. Wie een experimentele inborst heeft zou in plaats van een EL34 ook een 6V6, 6L6, 6CA7, KT77 etc. kunnen gebruiken. En ja, dat zou minimale (!) verschillen in het klankmatige resultaat kunnen opleveren.

Hetzelfde geldt voor de van het PrimaLuna logo voorziene 5AR4 gelijkrichters van Sovtek. Dat is gewoon een prima buis. Ze hebben nóg minder invloed op de klank dan de EL34’s, maar eerlijk is eerlijk: ook bij gelijkrichters zijn NOS exemplaren gemiddeld genomen betrouwbaarder en gaan vaak aanzienlijk langer mee dan hedendaagse productie. Laat je echter niet verleiden om exotische gelijkrichters zoals de – overigens fraai uitziende – 5R4GYS te gebruiken. Dat zijn fraaie, hoge buizen met schouders, waardoor ze een beetje op een 300B lijken. Maar los van het feit dat je de beschermkap van de versterker dan niet meer kunt gebruiken veranderen deze buizen de weergave wél, en wat mij betreft niet ten goede.

De door PrimaLuna gekozen 5AR4 heeft van alle gelijkrichters veruit de laagste spanningsval, namelijk slechts -17 Volt. Deze spanningsval veroorzaakt een verschijnsel dat ‘sag’ wordt genoemd. Het is iets waar vooral gitaristen prijs op stellen in hun buizenversterkers, omdat het een soort compressie op de attack van een aangeslagen toon veroorzaakt, en zo helpt bij het creëren van een unieke ‘sound’. Maar in een hifi-versterker wil je eigenlijk dat de attack van een geluid zo kort mogelijk is, om de dynamiek en de timing van de opname zoveel mogelijk origineel te houden. Gelijkrichterbuizen met een grotere spanningsval, zoals de 5R4GYS geven je versterker misschien wel dat ‘buisachtige’ geluid dat een tikje (te) soft en rond is, maar dat is dus niet het geluid waar PrimaLuna naar op zoek was.

Luisteren naar de EVO100 Phono 

De EVO100 Phono nam in mijn audiosysteem de plaats in van mijn jarenlange favoriet, de Phonodude. Eveneens een Nederlandse buizen phonotrap naar ontwerp van Triodedick (Van de Merwe). De platenspeler van dienst was mijn gerestaureerde Thorens TD 125 met Jelco SA-750E arm en Holistic Audio SE element. Als versterker diende mijn PrimaLuna EVO400 geïntegreerde versterker, aan mijn Kharma Ceramique prototype luidsprekers. Alle bekabeling was van AudioQuest en het geheel stond veilig en stabiel in mijn Creaktiv hifi-meubel. En met die plichtplegingen uit de weg is het tijd om de eerste plaat op de mat te leggen.

Deze EVO100 Phono had bij Herman en Jan al de nodige uren op de teller gekregen, dus inspelen was niet echt meer noodzakelijk. Twee plaatkanten op laag volume met een ‘gouden greep’ uit de platenkast – ik weet niet eens meer welke – moest voldoende zijn. Daarna begon het serieuze luisteren. Als je hooggespannen verwachtingen hebt voelt de keuze van dat ‘eerste album’ altijd extra belangrijk. Ik grijp niet snel naar iets ‘audiofiels’ maar in dit geval leek de recente heruitgave van Yello’s album The Eye een mooie binnenkomer.

De persing is doodstil en zeer dynamisch, en de productie van Boris Blank is subliem. Kant D van dit dubbelalbum bevat maar twee tracks, het mysterieuze Star Breath en het Kraftwerkiaanse Planet Dada (Flamboyant), beide van referentiekwaliteit. De vrij trage, diepe drums en kalimba-klanken in Star Breath staan vooraan in een ongelooflijk diepe stage waarop zich in de achtergrond van alles afspeelt terwijl de percussie vastberaden doordendert. Deze track bevat putdiep laag en de EVO100 Phono had er geen enkele moeite mee om de glazen in mijn vitrinekast te laten rinkelen. De muziek vormde een grote bubbel van geluid die hoger en breder leek dan mijn luisterkamer. Ik realiseer me hoe ongepast deze vergelijking is, maar qua zuiverheid van het geluid, qua dynamiek en qua laagweergave leek ik eerder naar een zeer goede 24/96 digitale master te luisteren. Wat het in beginsel ook gewoon is geweest natuurlijk, er worden al 40 jaar bijna geen volledig analoge opnames meer gemaakt en al helemaal niet door Boris Blank. Maar dat maakt dus niet uit als je hoort hoe ongelooflijk goed dit klinkt vanaf een mooi geperste elpee.

De tweede plaat die ik draaide was Earth Patterns van Szun Waves, een grotendeels op improvisatie gebaseerd avantgardistisch jazzmeesterwerk waarop elektronische en akoestische instrumenten woeste cirkeldansen met elkaar aangaan in een wervelwind van klank en ritme. De intensiteit van het samenspel werd door de EVO100 Phono op overtuigende wijze in de ruimte neergezet. Net als bij Yello had ik al heel snel het idee dat ik in de muziek zat, de iPad voor aantekeningen werkloos op schoot, de ogen gesloten terwijl ik gewoon werd meegevoerd door de muziek. De klankkleuren waren helder en verzadigd, niet op een onnatuurlijke manier alsof je bij je televisie alles op 100 zet, maar bijna tastbaar en met een soort innerlijke gloed. Texturen waren zeer goed te onderscheiden en ook wanneer de mix erg vol werd wist de EVO100 Phono het overzicht soeverein te bewaren.

Er begon zich gedurende de luistersessies met de EVO100 Phono al snel een een patroon af te tekenen. Ook bij de caleidoscopische psychedelica van The Museum Of Human Happiness van The Legendary Pink Dots voerde de muziek al snel de boventoon. “Ja, dûh, daar gaat het toch juist om?!” hoor ik de objectivistische medemens al roepen. Maar dat is minder voor de hand liggend dan je denkt. Het gebeurt me niet vaak meer dat ik ter recensie een component aan mijn audiosysteem toevoeg dat me vanaf de eerste momenten in zijn greep neemt. Wat ik ook draaide (de big band jazz van Count Basie, de dwarse elektronica van Kelly Lee Owens, de fantastische progressieve krautrock van Triumvirat), de EVO100 Phono maakte er muziek van.

Uiteraard heb ik ook een aantal platen beluisterd met een MM element. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik hiervoor mijn uiterst betaalbare maar aanzienlijk boven zijn prijs presterende AudioTechnica AT95E reserve-element heb gebruikt, dat overigens geheel volgens de regels der kunst is ingebouwd in een Audio Technica AT-LH15H headshell. Wat me bij dit goedkope element opviel was hoe rijk, dynamisch en open de muziek klonk via de EVO100 Phono. Dat verwacht je misschien ook wel een beetje van een buizen phonotrap in deze prijsklasse, maar ik heb genoeg phonotrappen in huis gehad die met enig dédain duidelijk maakten dat ze zich toch echt wat te goed voelden voor dit bescheiden elementje. Niet dat de EVO100 Phono dingen vergoelijkte of gladstreek, en van mooispelerij was óók geen sprake. Nee, er werd muzíék weergegeven. Dat belooft dus wat voor kostbaardere MM of MI/MP elementen, en waarschijnlijk óók voor high output MCs.

Conclusie

De EVO100 Phono speelde anders dan mijn eigen phonotrap, die prachtig klinkt maar puur qua beleving echt zijn meerdere in de PrimaLuna moet erkennen. Het is een karaktereigenschap die ik herken van de andere PrimaLuna apparatuur die ik heb. De EVO400i in de luisterkamer, de ProLogue Three en Four voor- en eindversterker op kantoor. Ze doen het allemaal. Ze verlenen de weergave een moeilijk uit te leggen maar onmiddellijk herkenbare ‘juistheid’. De muziek ‘voelt goed’ wanneer je met een PrimaLuna luistert.

De weergave nodigt uit om te luisteren, en nog méér te luisteren. En nóg meer. En dat is een zéér aantrekkelijke, misschien zelfs wel essentiële eigenschap die je alleen bij echte high end apparatuur tegenkomt. Het is waar de jongens van de mannen gescheiden worden. Hij was 20 jaar in de maak, maar Herman van den Dungen en Jan de Groot leveren met de EVO100 Tube Phono Preamplifier een buizen-phonotrap af die de naam PrimaLuna met trots mag dragen, en die het andere phonotrappen in zijn prijsklasse aardig moeilijk zal kunnen maken.

PrimaLuna EVO100 Tube Phono Preamplifier
€ 3590 (zilver of zwart front) | 
moremusic.nl
Weergave: 5 / 
Uitrusting: 4,5 / 5
Overall (afgerond): 5 / 5


EDITORS' CHOICE