REVIEWGoldenEar

Review: GoldenEar Triton Seven vloerstaanders

SAMENVATTING

Op vele gebieden scoren ze goed tot zeer goed, mag er dan een minpuntje overblijven? Ik vind van wel, wie meer wil en zoekt zal dieper in de buidel moeten tasten.

PLUSPUNTEN

  • Homogene weergave
  • Goed afgestemd laag
  • Goede spreiding
  • Speelt alle soorten muziek
  • Groot dynamisch bereik
  • Strakke afwerking met doek rondom
  • Gemakkelijk te plaatsen in de ruimte
  • Uitgebreide handleiding

MINPUNTEN

  • Alleen leverbaar in zwart
  • Kracht wint van verfijning
  • Voet en kap nogal opvallend

Van een audio-recensent wordt verwacht dat hij (en een heel enkele keer een zij) beschikt over een paar gouden oren. Elk detail, elke nuance, elke kleuring moet dat paar gouden oren kunnen waarnemen. De werkelijkheid is vaak anders, het is training en leren luisteren om te kunnen waarnemen waarom een component op zijn eigen wijze presteert. De kunst van het luisteren. Ondergetekende voelt zich verwend met gouden oren. Maar niet in overdrachtelijke zin. Nee, ze zijn fysiek aanwezig in de vorm van GoldenEar luidsprekers.

Interesse om GoldenEar bij een dealer te gaan beluisteren? Je leest er hier meer over!

GoldenEar Triton

Na in twee hi-visits kennis te hebben gemaakt met GoldenEar Triton modellen staat er eindelijk een paar in huis. Het meest bescheiden model vloerstaander mag al enige weken spelen, de Triton Seven. Met opzet is ditmaal gekozen voor een type met een bescheiden prijs, iedereen wil een Ferrari, uiteindelijk rijden we meestal in een Fiat en willen we graag weten of die aan onze wensen kan voldoen.

Het is zwart! 

Laten we de koe gelijk bij de hoorns vatten, een GoldenEar luidspreker is leverbaar in zwart. Alleen in zwart. Zo ook de gehele Triton reeks waar de Seven onderdeel van is.

De Seven staat op een forse, stabiele voet van hoogglans kunststof waarin spikes of rubber dopjes passen. De naar voren taps toelopende Seven is aan de achterzijde 18,3cm breed, aan de voorkant nog maar 14,6cm. De hoogte is één centimeter meer dan een meter, de diepte is 27,9cm. De kast heeft geen enkele wand die parallel loopt aan een ander om staande golven effectief te weren.

De hol gevormde voorzijde zorgt voor een optimaal afstraalgedrag richting de luisteraar. De behuizing is rondom strak overtrokken met een zwarte kous, met uitzondering van de voetplaat en een deksel aan de bovenzijde. Dat maakt samen met de slanke vorm de Seven een onopvallend model dat niet stoort in een woonruimte.

Onder de kous zijn de drivers aan het oog onttrokken, actief drie op de baffle en passief één links en één rechts in de kast. Op de baffle vormen twee 5-1/4” midrange/woofers een D’Appolito opstelling met de tweeter. Woofers met een lange slag voor een ruime dynamiek gekoppeld aan een diepe laagweergave. De tweeter is een bandtweeter met neodymium magneten waartussen een gevouwen membraam de lucht op hoge snelheid laat bewegen. GoldenEar noemt het HVFR: High-Velocity Folded Ribbon Tweeter.

Voor wie het iets zegt, het is het principe van een air motion transformer. De actieve units worden van elkaar gescheiden door een complex en faserein Linkwitz/Riley filter. 

In plaats van één of twee basreflexpoorten te maken kiest GoldenEar voor 8 inch passieve radiators aan weerszijden van de behuizing. Daarmee wordt meer het gedrag van een transmissielijn benaderd dan van een basreflexafstemming, zonder last te hebben van de nadelen van een transmissielijn. Denk daarbij aan een complexe bouw, lastige afstemming met demping en hoge kosten. Elektrisch gezien hebben we te maken met een 4 Ohm luidspreker, met een rendement van 89dB en een frequentiebereik van 29Hz tot 35kHz.

GoldenEar specificeert niet hoe dat wordt gemeten en binnen welke grenzen, dus zegt dat niet veel. De prijs is wel duidelijk gespecificeerd, 1.999 euro per paar. Om de beschrijving compleet te maken vermeld ik graag dat de Triton naast stereo toepassingen heel goed tot zijn recht komt in home cinema opstellingen, in combinatie met subwoofer(s), satellieten, centers en inbouw speakers, allemaal beschikbaar van GoldenEar zelf.

Speelt met …. 

GoldenEar wordt gedistribueerd door AudioQuest, sinds een aantal jaar eigenaar van GoldenEar. Dan zou je verwachten dat ze aangesloten worden met AudioQuest kabels, maar ik pakte gewoon mijn Crystal Cable (tegenwoordig CrystalConnect) om ze te koppelen met een Audia Flight versterker combinatie. Maar pas na de Triton Seven te hebben laten spelen in een kleine ruimte op een 2x45 Watt EL34 buizenversterker. Qua aansturing prima, de ruimte is echter te beperkt voor de diep doorlopende laagweergave.

In de huiskamer is die beperking verdwenen en kan ik voluit elke soort muziek streamen in een opstelling met Roon (NUC & software), Melco (netwerk & opslag), Auralic (netwerkspeler) en Metrum Acoustics (DAC). Stroomvoorziening en netwerkkabels komen overigens wel van AudioQuest. 

Het opstellen van de GoldenEar Triton Seven is bepaald niet lastig. Mijn eigen luidsprekers ruimden het veld zodat de Seven’s op Townshend Podiums ontkoppeld konden worden van de zwevende houten ondervloer. Ruim twee meter uit elkaar, tussen de achterkant van de Seven en de muur zit 30cm ruimte, de zijmuren op één meter afstand. In een kamer van 33m2 is de luisterafstand ongeveer drie meter. De luidsprekers zijn bijna helemaal gericht op de luisterplek, dus vrij ver ingedraaid. Dat bleek in deze ruimte het meest holografische beeld op te leveren, zonder dat de tweeter teveel de aandacht ging trekken of dat het stereobeeld te smal ging worden. Enig experimenteren met de opstelling is altijd aan te raden, in de praktijk blijkt de Triton Seven geen barre eisen te stellen aan de luisterruimte en inmeten met lasers kan achterwege blijven.

Killing me softly 

In een grijs verleden schreef en componeerde Lori Lieberman “Killing me softly” waar Roberta Flack een wereldhit mee kreeg. Lori heeft zeer recent een nieuw album uitgebracht waarop zij weer eens zelf het nummer brengt. Met nog een heel stel klassiekers. Het is niet alleen prachtig qua muziek, de combinatie van buizenmicrofoons, een Neve mengtafel met Bob Clearmountain achter de knoppen in de Apogee Studios, een echtgenoot die de productie doet en zelf een high end audio bedrijf runt, het werkt allemaal mee. Daarnaast een bescheiden band met top musici om samen met Lori live te spelen in de studio, niet door ingespeelde stukjes op te sturen en later samen te voegen. “Truly” is de enig juiste naam voor het album en in een gedownloade versie van 192/24 WAV klinkt het subliem. De Triton Seven beleeft de première in deze opstelling.

Gelijk maar de titelsong met een natuurlijk hees klinkende Lori, haar stem gaat van warm tot schor. Tastbaar aanwezig en duidelijk is dat ze de microfoon niet tegen haar lippen hoeft te duwen om volume te halen. Piano, bas en drums vechten om een plaatsje naast haar, waar gitaar zich ook mee gaat bemoeien. De weergave geeft het live idee goed weer, is direct en zuiver. Lekker los van de weergevers, al kunnen de grote broers van Triton dat nog net wat beter. De lage tonen zijn in mijn ruimte beheerst aanwezig, nergens overdreven of te zwaar, wat dat betreft doen de passieve weergevers het beter dan menige reflexpoort, die laatste leidt nog wel eens tot een boem waar je die niet wilt. Dat Lori kan zingen en dat haar echtgenoot een goed gevoel voor verhoudingen tussen stem en muzikanten heeft weet ik al langer, dat Lori zo levensecht in de ruimte kan staan is een nieuw ontdekt aspect. Wat moet ik nu aanraden? De luidspreker of de WAV file? Vooruit, beide krijgen mijn credits.

Beton 

High-res opnames zijn echt niet altijd zaligmakend. Jacintha op “Fire & Rain” in DSD128 is gewoon dof en duf. Ook dat verdoezelt de Triton Seven niet. Net zo eerlijk als daarnet met Lori is de afrekening met Jacintha. Het gaat niet verkeerd en ze is goed te verstaan, gitaar en orgel doen wel mee, net als slagwerk, het komt alleen als een bruine brei de weergevers uit. Hoeveel fijner is Sinne Eeg op “The beauty of sadness”, gewoon een geripte cd waar wel leven in zit en de Seven brengt dat naar voren. Stem met leven, lekker puntig slagwerk, diepe bastonen in harmonie met pianoklanken. Speelt de Triton Seven ineens teleurstellend, luister dan direct daarna naar een andere opname van een andere artiest. Dikke kans dat uw oren opleven. Nu we toch de bas aanhaalden, een heel gouwe ouwe is van Stanley Clarke en draagt de titel “Spanish phases for strings & bass”, na het uitkomen van de lp-versie (er was niet anders in 1974) noemden we hem: Jan met de betonnen handjes.

Stanley gaat tekeer op zijn basgitaar of zijn leven ervan afhangt. Verbazingwekkend hoe goed en met hoeveel nuances de Triton Seven zich hier manifesteert, menige andere luidspreker heb ik volledig de mist in horen gaan. De combi van twee strakke woofers en de passieve units in een kast zonder parallelle wanden, werpt aan alle kanten zijn vruchten af. Zeker, een Triton met actieve bas gaat nog een stap verder, helaas ook in prijs, maar dit wekt echt bewondering op en geeft Stanley alle ruimte om te beuken.

Oor op klassiek 

Met de moderne vormgeving kan een liefhebber van klassieke muziek op het verkeerde been worden gezet. Laat echter Sophie Dervaux met haar fagot gerust los op de weergevers. Haar concert geschreven door Mozart, gespeeld met het Mozarteumorchester Salzburg, heeft misschien niet de verfijning van een op klassieke Britse leest geschoeid model, de fagot behoudt de klank van het instrument, het orkest laat zich in een brede boog achter de soliste plaatsen. De weergave is levendig, de vrij grote dynamiek blijft behouden met de Seven, elementen waardoor luisteren plezierig is. Minder en minder trekken de weergevers zelf de aandacht, steeds vrijer komt de muziek los van de zuilen en ontstaat tussen en rondom de Seven’s.

In een mooi stereobeeld komt hoogte, diepte en breedte goed tot zijn recht. Een nog meer vrije opstelling kan dat verder verbeteren, helaas komen de lage tonen dan in de knel, een lichte ondersteuning van de achtermuur kan voor de druk in het laag geen kwaad. Is een compromis vaak inleveren voor twee kanten, de gevonden plaats in de luisterruimte zorgt voor een goede balans tussen bas en bereikbaar stereobeeld, voelt niet als inleveren.

Ik voel een enorme drang om Anne Akiko Meyers te spelen, ditmaal met een compositie van Arvo Pärt met de titel “Passacaglia”. Prachtig de viool in contrast met de bassen. Wat groot kan dit spelen en toch volledig in de pas blijven met wat je verwacht, of hoopt voor een bedrag van 2.000 euro per paar. Nergens scherp, een glansrijk middengebied, geen gat in het laag/midden en een nooit te overdreven, wel sterke ondersteuning in het laag waarop het orkest kan spelen.

Midden-Oosten 

Met in het oor nog de voorgaande resultaten verwacht ik veel van “The lover of Beirut” gespeeld door Anouar Brahem, jazz vermengt met invloeden uit de volksmuziek van het Midden Oosten. De Seven stelt wederom niet teleur en laat zich van zijn beste kant zien door een groot stereobeeld te scheppen waarin traditionele instrumenten een mystieke sfeer creëren. De weergave is snel, accuraat en levendig.

Al heel gauw is het de muziek waarnaar je gaat luisteren en wordt de techniek van de installatie naar de achtergrond verdreven. Het blijven luisteren naar positieve punten of naar tekortkomingen wordt lastiger en lastiger naarmate de tijd verstrijkt met de bijna acht minuten durende track. Gecompliceerder van aard om naar te luisteren is de jazz op “Opening” van het Tord Gustavsen Trio. Muziek in een mix met een strakke plaatsing. Bas, piano en drums op een kluitje. Bas en drums vrij klein gehouden, de piano maakt het stereobeeld wijd.

De Triton Seven gedraagt zich slaafs op de openingstrack. Tord slaat om, om vervolgens de Seven uit te dagen met slagwerk dat van links naar rechts voor mij dwaalt. Met een behoorlijke impact, met bekkens die wel zingen maar dat had net wat langer aan mogen houden. De heel fijne nuances in de muziek worden in lichte mate weggedrukt door het enthousiasme van de Seven, waarmee de speaker lijkt te willen bewijzen wat hij allemaal kan. Iets meer gevoelige snaar en iets meer verfijning zijn slechts bescheiden wensen die misschien helemaal niet thuishoren in deze prijsklasse. Het grote geheel staat als een huis en niemand zou de Triton Seven kunnen verwijten bepaalde muziek niet aan te kunnen.

Ongecompliceerd 

De ongecompliceerde weergave van de GoldenEar Triton Seven maakt het vormen van een oordeel gemakkelijk. In de eerste plaats is het een weergever die van alle marktten thuis is. Klassiek, vocaal, jazz, pop, je laat het er maar op los en met enthousiasme zal de Seven laten horen wat hij waard is. Op de tweede plaats komt het neutrale karakter. Verwacht van de Triton Seven geen uitschieters over het frequentiegebied dat hij bestrijkt. Goed in de hand gehouden lage tonen, vrij diep rijkend zonder te gaan dreunen, een middengebied waarin stemmen en instrumenten laten horen wat ze waard zijn en een hoge tonen bereik dat niet te zacht is of gaat overheersen. Ten derde is de dynamiek vrijwel onbegrensd en in het geschapen stereobeeld heel natuurlijk.

Hard spelen kan, zachtjes is de muziek eveneens boeiend en compleet. Dat graven in verfijning meer kosten met zich brengt dan binnen de prijsklasse van de Seven realiseerbaar is, is echt geen onvolkomenheid van deze weergevers. Op vele gebieden scoren ze goed tot zeer goed, mag er dan één minpuntje overblijven? Ik vind van wel, wie meer wil en zoekt zal dieper in de buidel moeten tasten.

Over uiterlijk is lang te twisten. Zwart is hetgeen de klok slaat als kleur voor een GoldenEar. De afwerking met een sok van stof over de gehele kast spreekt mij wel aan. Daarmee wordt de slanke zuil al snel één geheel met zijn omgeving. Het geeft ook een rustig beeld, geen 60cm stand met een ‘ding’ er op. De slanke voorkant draagt bij aan het onopvallende uiterlijk. De glimmende kunststof voetplaat zorgt voor het stabiel blijven staan, echter net als het glimmende kapje op de bovenzijde doet het goedkoop aan. Voor de rest is de afwerking strak en sober, functioneel, tot aan de single wire aansluiting aan de achterzijde. Wie graag naar drivers kijkt moeten we teleurstellen, de drivers blijven verborgen, het geeft kindervingers geen kans.

Op elektronica om de GoldenEar Triton Seven mee te paren zou ik niet besparen. Een fraaie all-in-one van bijvoorbeeld Naim, Cambridge Audio of NAD zou kunnen. Een losse versterker met genoeg reserves aan stroom kan voor extra grip op de lage tonen zorgen. Geen noodzaak want de Seven heeft een eigen strak karakter. Buizen mogen, wel graag de krachtiger types en een 4 Ohm uitgang is echt nodig. Bronnen laat ik iedereen vrij. Speel uw favoriete cd, lp, stream of radio. De Triton Seven zit met geen enkele bron een gouden oor in de weg.

Interesse om GoldenEar bij een dealer te gaan beluisteren? Je leest er hier meer over!

GoldenEar Triton Seven
1.999 euro per paar | www.goldenear.com
Beoordeling 4,5 / 5

MERK

EDITORS' CHOICE