REVIEWOllo Audio

Review: Ollo Audio Play2ME Haptic Monitoring System

SAMENVATTING

De Ollo S4R-koptelefoon heeft een nuchtere, sobere uitstraling, maar is goed gebouwd en klinkt prima. Hoewel het gericht is op pro’s die met muziek bezig zijn is het niet neutraal op een manier die voor een muziekliefhebber saai kan overkomen. Het is net heel gebalanceerd en zeer aangenaam om naar te luisteren. Voor zijn relatief lage prijs een onverwacht goede koptelefoon.

PLUSPUNTEN

  • Redelijke prijs voor totaalpakket
  • BSE-subwoofer verrijkt het koptelefoonluisteren
  • Mooie, ruime soundstage
  • Ollo-koptelefoon biedt puike prijs-kwaliteitverhouding

MINPUNTEN

  • Extra investering in een DAC is een must
  • Versterker is zeer functioneel afgewerkt
  • Vereist wat werk om correct in te stellen

Een van de zaken die luidsprekers voor hebben op hoofdtelefoons? Ze kunnen hele diepen bassen weergeven, eventueel met de helpende hand van een sub. Maar wat als je nu eens een hoofdtelefoon zou combineren met een subwoofer? Klinkt krankzinnig? Ollo deed het. Aanvankelijk voor studiogebruik, maar nu ook voor de muziekliefhebber thuis. 

Ollo Audio

In deze review bekijken we iets bijzonders. Want de Play2ME Haptic Monitoring System is niet zomaar een hoofdtelefoon die gebundeld wordt met zijn eigen versterker, zoals heel af en toe wel eens gebeurt. Neen, dit is een volledig pakket van Ollo Audio, in eerste instantie bedoeld voor professionals uit de muziekindustrie. Onder meer om te gebruiken bij het afwerken en mixen van een liedje. Technici die dergelijke taken uitvoeren en dat doen met een hoofdtelefoon missen echter vaak het tastbare van de diepste subbaslaag, en daarom levert Ollo bij deze bundel iets onverwacht: een subwoofer. En niet zomaar een subwoofer (want denk er aan: je draagt een hoofdtelefoon), maar een haptische sub die je aan de leuning van de stoel bevestigt. Het toestel, overigens op sluwe wijze vermomd als een comfortabel kussen, brengt op deze manier de laagste frequenties rechtstreeks naar je lichaam over.

Het belooft daarmee een luisterervaring met de hoofdtelefoon die realistischer is, maar bovenal meeslepender. Meeslepend, zeg je? Dat klinkt als iets dat een doorsnee muziekliefhebber lust. Bij ons wordt deze set verdeeld door Audio Innovations.

We testen de Play2ME Monitor System met de S4R Recording Headphones (die ook apart te koop zijn voor een adviesprijs van 349 euro). Dit is een gesloten model, er is ook een open versie, de HPS S4 Mixing headphones. Ollo Audio werkt momenteel aan een derde model, de S4X Reference. Zoals de naam aangeeft moet dit een echte referentiehoofdtelefoon worden, getuned om een zo goed als platte frequentieweergave te bieden conform de IEC 60318-1-standaard.

Je merkt aan de naamgeving inderdaad dat Ollo in eerste instantie de professionele gebruiker in gedachten heeft. Maar niet exclusief, gewone consumenten zijn ook welkom. Een mooie bonus hierbij is dat de prijsstelling afgestemd is op de pro-markt. Dus geen extra hoog prijskaartje omdat de hoofdtelefoon drivers uit unobtanium bevat of afgewerkt is met een edelsteentje. Over de kostprijs gesproken: Ollo Audio biedt zijn hoofdtelefoons desgewenst via een soort testprogramma aan, waarbij je de koptelefoon na een gedeelte betaling verder per maand afbetaalt. Maar dit lijkt niet mogelijk als je het hele Play2Me Monitor System aanschaft. De kostprijs van het hele systeem is 1.399 euro. Voor dat bedrag krijg je dus een hoofdtelefoon, versterker en haptic subwoofer.

Functioneel design

Vooraleer we in dieper ingaan in hoe wij dit bijzondere systeem ervaarden, moeten we toch een paar observaties maken. Over hoe de Play2ME-versterker overkomt bijvoorbeeld. Omdat dit toestel oorspronkelijk ontworpen werd voor studiogebruik – of achteraf aan de postproductiedesk – heeft een heel functioneel uiterlijk. Zeker de Play2Me-versterker is nogal Spartaans afgewerkt. Is dit een probleem? Neen, maar je moet gewoon weten dat als je een oogstrelend designapparaat zoekt waarmee je trots kunt uitpakken bij je vrienden, je hier dan niet moet zijn. Langs de andere kant: de BSE Haptic Subwoofer, met een zeer dikke, rode kabel van 2,5 meter die van je versterker naar je stoel loopt, gaat vast ook op veel aandacht van bezoekers kunnen rekenen. “Heb je een elektrische stoel?”; wen maar alvast aan de grap.

De Ollo-versterker is beperkt qua bediening. Je hebt maar twee aansluitingen: een analoge cinch-paar en een set XLR-ingangen voor wie gebalanceerd wil werken. Dat betekent dat je wellicht nog een ander toestel nodig hebt, naast een bron. Wij gebruikten zelf een Chord Qutest DAC die via een USB-kabel met onze iMac verbonden was, maar elke DA-convertor kan in principe dienen. Je zou ook een streamer met ingebouwde DAC kunnen inzetten, zodat je meteen ook een bron hebt die muziek kan leveren. Zo hou je de stapel toestellen wat onder controle.

Vooraan op de Ollo-versterker vind je een 6,3-mm aansluiting voor een hoofdtelefoon (single-ended), een volumeknop, een knop om tussen XLR en cinch te schakelen, en een knop waarmee je schakelt tussen stereo en mono. Dat lijkt misschien merkwaardig, maar we laten ons vertellen dat bij het mixen kunnen schakelen naar mono soms handig is.

Aan de rechterzijde van het voorpaneel ontdek je alles wat te maken heeft met de BSE-subwoofer. De aansluiting bijvoorbeeld, waar een forse XLR-achtige stekker in past. De dikke rode kabel die er bij hoort is heel opvallend. Gelukkig is het wel soepel en heel lang, zodat niet elke kleine lichaamsbeweging leidt tot een toestel dat begint te verschuiven. De mantel lijkt bovendien zeer stevig; er per ongeluk over rijden met je bureaustoel zal wellicht niet fataal aflopen voor de kabel. De aanpak met een kussen lijkt ons net iets handiger dan alternatieven op de markt. Zo heb je gelijkaardige systemen voor pro’s die je als een rugzak moet aandoen, wat toch meer gedoe is als je snel wat muziek wil beluisteren.

De S4R-koptelefoon is voor zijn prijs zeer degelijk afgewerkt. Met zijn houten earcups doet het wat denken aan een Audeze, al is de afwerking wel wat minder verfijnd dan de (veel duurdere) LCD-koptelefoons van dat Amerikaanse merk. De bouwkwaliteit komt goed over, met een grote nadruk op stevigheid boven elegantie. Dat doet weer denken aan een merk als Kennerton, maar wel – oef! – lichter gebouwd (310 gram). Precies wat je verwacht van iets bedoeld voor pro’s die hun materiaal intensief en langdurig gebruiken. Dat kan omdat de S4R geen zware planar-magnetic-drivers bevat, maar dynamische exemplaren van 50 mm diameter. De hoofdband bestaat uit twee heel lichte metaaldraden die in een grote boog over je hoofd hangen, terwijl een stuk stof zacht op je kruin ligt. De oorkussens zijn zeer goed, opnieuw wat je zou verwachten bij een hoofdtelefoon bedoeld voor mensen die uren aan een stuk luisteren.

Je lichaam is ook een oor

Voor wie bij dit systeem met zijn trillend kussen denkt “dit is een gimmick”: de wetenschap achter de BSE Haptic Subwoofer is niet zo fuzzy. Iedereen die ooit een festival of concert bezocht waarbij er diepe bassen werden gespeeld, zal meegemaakt hebben hoe die tonen via je borstkast binnenkwamen (vooropgesteld dat je gewoon naar het podium stond te kijken). Dat ervaar je thuis minder gauw, tenzij je in een thuisbioscoop het LFE-kanaal helemaal opendraait. Dat komt omdat op een festival de power aanwezig is om de lucht voldoende te laten vibreren dat je huid en lichaam het kunnen registeren. Bij je thuis is er misschien wel het vermogen aanwezig om hetzelfde te doen, maar mag je van de buren wellicht die hoge volumes niet al te vaak aanhouden.

Om het groter plaatje te schetsen moeten we een stelling lanceren die misschien controversieel overkomt: je luistert niet met je oren. Eigenlijk is het je brein waarmee je luistert, op basis van de invoer die het krijgt vanuit je gehoor én van je lichaam. Als je in de literatuur hierover duikt, blijkt wederom hoe complex ons lichaam wel is. Sommige lage frequenties doen bijvoorbeeld resonanties ontstaan in bepaalde delen van het lijf, zoals de holtes in je borstkas of je maag. De befaamde ‘chest kick’, een knal in je borst, is daar een bekend voorbeeld van. Het is echt wel een ingewikkelde interactie die maakt dat we meer waarnemen in lage frequenties dan wat enkel met de oren mogelijk is. Luidsprekerfans zullen op dit punt instemmend knikken en roepen ‘dit is waarom koptelefoons minderwaardig zijn’, maar dat is ook weer te kort door de bocht. De ultralage tonen van een kerkorgel of de diepe beats van een technotrack weergeven lukt ook niet met elke willekeurige luidspreker.

Wat kun je van de BSE Haptic Subwoofer verwachten? We nemen er een toongenerator bij. In principe vibreert de sub vanaf heel lage frequenties (circa 8 Hz), maar om iets merkbaar te krijgen moet je de versterker echt ver opendraaien. Aan een normaal luistervolume is het BSE-kussen actief vanaf plusmin 25-30 Hz en blijft het actief tot circa 110-120 Hz. Draai je de intensiteitknop helemaal open, dan trilt het ook aan hogere frequenties. Maar dat is eigenlijk niet de bedoeling en kan ook voor hoorbare geluiden zorgen.

Zoeken naar de juiste positie

Bij een head-fi-test springen we aanvankelijk altijd heen en weer door een lange playlists van diverse tracks, kwestie om in een eerste fase casual te luisteren terwijl we gewoon worden aan de pasvorm van de hoofdtelefoon. SOP heet dat, maar in dit geval kwam daar ook bij dat we moesten experimenteren met de plaatsing van de BSE Haptic Subwoofer. Aan ons bureau staat een designstoel (een comfortabele Deejay van het Nederlandse Lensvelt), helaas voorzien van een leuning die net te laag is om de subwoofer goed te plaatsen. Je moet de Haptic Subwoofer bovendien juist afregelen, afhankelijk van hoe je hem plaatst en je persoonlijke voorkeuren. We merken ook dat kledij een rol speelt. Met een dikke trui aan was er iets meer intensiteit nodig dan als we enkel een T-shirt droegen. Logisch, eigenlijk.

Bij de Lensvelt-stoel bevond de subwoofer zich aan de onderrug. Dat gaf soms een te grote disconnect tussen de verschillende lagen van muziek, hoewel die ultralage bassen dan wel weer zeer effectief zijn als ze aan de basis van de rug binnenkomen. Voor een tweede experiment halen we een bureaustoel van Ikea erbij, met een hoge rug die tot aan de toppen van de schouders komt. Hier kunnen we het vibrerende kussen veel hoger positioneren, met de schouderbladen net onder de bovenrand van de subwoofer. Bij deze stoel kunnen we de sub ook goed bevestigen met de drie stroken met klittenband. Nog hoger op de leuning plaatsen heeft minder zin, omdat je in real-life-situaties (bijvoorbeeld aan je computer) wellicht met je rug net iets te gekromd zit zodat de bovenkant van het kussen je lichaam niet raakt. De positie gelijk met de schouderbladen lijkt ons het beste. De uitdaging is wel een stoel te vinden waarop je de BSE Haptic Subwoofer kunt bevestigen zodat je nog ergonomisch zit. Het lukte wel met de Ikea-bureaustoel, maar vereiste wel het opnieuw afstellen van de leuning.

Voor wie head-fi associeert met ‘insteken en meteen luisteren’ is dit waarschijnlijk een wat tegenvallende ervaring. Het is echt cruciaal dat je de BSE Haptic Subwoofer juist positioneert (en zoals we zullen zien: afregelt) voor de grootste impact. Je moet daarbij mikken op een maximale contactoppervlakte tussen rug en het trillende kussen. Maar goed: een beetje moeite doen is niet erg – als het maar resultaat oplevert, toch?

Daverend applaus

Bij de eerste tracks die we beluisterden waren we – om het op z’n Brits te zeggen – underwhelmed. De subwoofer deed bij sommige tracks amper iets, op andere momenten werd het zo’n trilfestijn dat we enorm afgeleid werden. We kregen meteen een flashback naar de keer dat we een testrit deden met een Renault Talisman en per ongeluk de massagefunctie inschakelden op de bestuurdersstoel, wat vergelijkbaar was als de ervaring van door een klein leger kabouters manisch op de rug geklopt te worden. Het mag een klein mirakel heten dat we toen de voorligger niet aanreden. 

Deels had die initiële ervaring met het Ollo-systeem te maken met een minder goede positionering van het kussen, maar ook met de onjuiste afregeling via de BSE Intensity-knop. Je moet immers echt de juiste intensiteit vinden – en dat kan verschillen van nummer tot nummer. Eerst ben je geneigd om de subwoofer meer te laten doen dan noodzakelijk, maar dat kan net storend zijn. Ollo zelf zegt dat je de subwoofer best instelt door pink noise af te spelen en een intensiteit te zoeken die je net nog voelt, en dan een klein beetje minder. Overigens, als je de subwoofer heel hard laat werken door de intensiteit hoog te zetten, zal het kussen hoorbare delen van je muziek weergeven. Wie mee in de ruimte zit, gaat ongeveer evenveel horen als wanneer je een open hoofdtelefoon zou dragen. 

Zeker in de beginfase moet je de Ollo-versterker niet te ver weg plaatsen, zodat je de BSE Intensity-knop makkelijk kunt verdraaien. Bij het beluisteren van playlists met verschillende artiesten en genres waren er momenten dat we de intensiteit bij elke track een klein beetje aanpasten. Dat is niet zo vreemd, want elke productie is weer anders.

Na wat verder geëxperimenteer klikten we in Roon op ‘Night Life’ van Amon Tobin, een drum & bass-klassieker met een sprookjesachtige, trip-hop intro. Weinig van de subwoofer te merken…. Tot rond minuut twee de ultralage beat (een puls die steeds verder in de frequentieband afdaalt) begint te spelen. Deze is zo laag dat je hem op de meeste hoofdtelefoons en veel speakers niet of amper opmerkt, maar op deze rig kwam die diepe tonen heel indrukwekkend binnen. Niet afleidend, maar net behoorlijk complementair. Heel aanwezig, de muziek kreeg opeens een heel fysieke dimensie. We lieten een van onze kinderen het ook ervaren en de reactie was letterlijk een luide: “Vet cool”.

Bij ‘One United Power’ van Modeselector is het effect subtieler, wellicht omdat bij de eerdere Tobin-track de diepste beat zich alleen in heel lage frequenties afspeelt en bij dit nummer de percussie niet puur uit bassen bestaat. Bij Modeselector vult de subwoofer dus eerder wat je hoort in de hoofdtelefoon aan, wat die beat-track meteen veel meer impact geeft. Ook ‘Uta Iv: Reawaking (Remix)’, afgeleid van de soundtrack van de Japanse animeklassieker ‘Ghost in the Shell’ klonk op een koptelefoon nog nooit zo overtuigend als met de BSE-subwoofer. Mooi, want de grote taiko-drums uit dit nummer leveren bij een liveoptreden inderdaad een zeer fysieke ervaring. Dat krijg je nu ook in je bureaustoel.  

Ok, het is snel heel duidelijk dat techno en andere elektronische genres die subbassen opzoeken veel plezieriger worden met dit systeem. Maar wat met andere soorten muziek? Het hangt ervan af. Als er in een lied nauwelijks laag voorkomt, dan gaat de subwoofer ook niets om handen hebben. Dat is wiedes. Het blijkt ook steeds neer te komen op het precies goed afregelen van de BSE Intensity-knop – en soms moet je die bijstellen als je naar een volgende track gaat.

Dankzij de lovende woorden van collega Rob over Pearl Jams nieuwste album bij zijn review van de Naim Mu-so Qb 2, hadden we meteen een perfect rockalbum om uit proberen. Wat voegt het Play2ME-systeem daar toe? Fun, in de zin dat de drums van Matt Cameron – de kickdrum vooral – veel meer deel van de mix worden, wat bij tracks waar de percussie de rest aanjaagt echt wel leuk is. De track ‘Dance of the Clairvoyants’ – Eddie Veder gaat hier bijna Talking Heads-voorman David Byrne achterna – vonden we bijvoorbeeld een heel stuk leuker om te beluisteren mét de BSE Haptic Subwoofer dan zonder. Wat het bijdraagt merk je het best door even je rug van het kussen te tillen. Opeens klinken sommige tracks wel heel mager.

Meer dan muziek

Ollo mikt exclusief op de muziekliefhebber. Maar wat als je het systeem ‘misbruikt’ om films te bekijken of te gamen? Gegeven dat LFE-effecten bij beide soorten entertainment een grote rol spelen, moet dat toch wel lukken, lijkt ons? High-end thuisbioscopen worden zelfs uitgerust met zogenaamde buttkickers, apparaten die iets vergelijkbaar doen als de BSE-subwoofer en onder de stoel gemonteerd worden.

Het filmgedeelte testen is niet moeilijk via onze iMac die we meestal gebruiken bij head-fi-tests: gewoon even surfen naar Netflix. Aangezien er geen surroundprocessing vereist is, volstaan de stereostreams die je via de browser binnenkrijgt. Gelukkig staat inmiddels ‘Ready Player One’ nu ook op Netflix. Handig, want die film kennen we goed omdat de Ultra HD Blu-ray-versie met Atmos-spoor prima is om surroundopstellingen te testen. Onder meer de waanzinnige race aan het begin van deze nostalgische SF-film van Spielberg zit propvol geweldige SFX’s, zoals wanneer een T-Rex hapt naar de auto’s en King Kong het parcours aan stukken slaat.

Wat later in de film bezoeken Parzival en Art3mis een virtuele nachtclub, waaronder ‘Blue Monday’ van New Order de dialogen kracht geeft, gevolgd door een danssessie op ‘Stayin’ Alive’ van de Bee Gees. De soundtrack ondersteunt hier enorm wat de beelden willen overdragen; de muziek speelt in de verte af, wat het gevoel dat je in een immense ruimte staat versterkt. Als Art3mis uiteindelijk haar stuntelende vriend een opdoffer verkoopt, voel je het knalhard aankomen. Yep, dat is betrokkenheid.

Een iMac uit 2013 is niet bepaald een performant gamemachine. Helaas hebben we geen functionerende game-pc meer bij de hand, wel een rack met consoles. Het is wel even nadenken hoe je pakweg een Xbox One X aansluit op de Ollo-versterker, want een spelconsole bezit doorgaans geen analoge cinch-uitgangen. Eén oplossing zou zijn een optische kabel van de Microsoft-spelconsole naar de DAC te leiden, maar we vonden nog een alternatief: de hoofdtelefoon-out op een draadloze Xbox-controller via een kabel direct op de Ollo-versterker hangen. Ja, dit is niet bepaald elegant of handig, maar omdat de Xbox in onze testruimte in een rack staat die bovendien ver weg van de stoelen staat zouden we een optische kabel van een viertal meter nodig hebben. En ondanks een gigantische kabelverzameling, bleken we net dat niet te bezitten. Dus dan maar via de controller verbinden, wat tijdens een potje ‘Halo 5’ in solomode prima bleek te werken. Force-feedback is bij games natuurlijk geen onbekend fenomeen, want die controllers trillen zelf ook al. Maar de Haptic Subwoofer is toch nog van een ander kaliber. Explosieven en kogelinslagen voel je een stukje meer. Ok, dit systeem enkel voor gaming aanschaffen is een brug te ver, maar als je hebt voor muziek in huis haalt kan je het wel gebruiken om nog een stukje meer in de spelactie ondergedompeld te worden.

Conclusie

De Ollo S4R-koptelefoon heeft een nuchtere, sobere uitstraling, maar is goed gebouwd en klinkt prima. Hoewel het gericht is op pro’s die met muziek bezig zijn is het niet neutraal op een manier die voor een muziekliefhebber saai kan overkomen. Het is net heel gebalanceerd en zeer aangenaam om naar te luisteren. Voor zijn relatief lage prijs een onverwacht goede koptelefoon. 

Bekijken we het Play2ME Haptic Monitor System in zijn geheel, dan vinden we het wel iets heel fascinerends. Er wordt van audiotoestellen vaak gezegd dat ze dingen in muziek laten horen waarvan je niets wist dat ze er waren. Bij dit systeem klopt die stelling bij (sommige) muziekstukken ook echt. Dankzij de subwoofer hoor je diepe klanken die op een doorsnee hoofdtelefoon niet waar te nemen zijn – net omdat je ze moet voelen. Of je dat belangrijk vindt, is natuurlijk aan jou om te beslissen.

Wel is het zo dat luisteren met dit systeem iets meer inspanning vereist. Er is een praktisch kantje aan dat je niet uit het oog kan verliezen. Je moet het kussen juist kunnen plaatsen en het is belangrijk dat de versterker in handbereik staat zodat je de BSE-intensiteit kunt bijregelen waar nodig. Mocht er ooit een tweede versie komen die nog meer op de consument mikt, dan is een remote wel een handige toevoeging. 

Ollo Audio Play2ME Haptic Monitoring System
1.399 euro | olloaudio.com | audio-innovations.nl
Beoordeling 4 op 5

MERK

EDITORS' CHOICE