Shelter 7000 MC element


Kilian Bakker | 19 april 2007 | Shelter

Shelter werd in 1986 opgericht door Yazuo Osawa, een man met veel ervaring op het gebied van pick-up elementbouw. Osawa was van 1982 tot 1986 werkzaam voor het toen zeer bekende Japanse bedrijf Fidelity Research, een (niet langer bestaande) fabrikant van Moving Coil elementen. De naam Shelter (Engels voor: schuilplaats of onderdak) slaat op de wens van Osawa om als het ware een analoge audio-oase te creeren zodat men zich van tijd tot tijd kan terugtrekken uit de digitale wereld van computers en GSM`s.

Yazuo Osawa ontwerpt, vervaardigd en `fine-tuned` zelf elk individueel Shelter element. Op zich is Shelter niet het meest bekende merk in de audiowereld maar met name het model 501 heeft een dusdanig goede reputatie verworven dat het noemen van dit getal bij menig `High End` analoogliefhebber een positieve reactie opwekt. Overigens zit men bij dergelijke éénmans bedrijfjes ook niet te wachten op `groot commercieel succes`, want dat zou de creativiteit van zo`n analoog kunstenaar maar in de weg zitten.


Shelter 7000

Het type 7000 vertegenwoordigt, samen met de 9000, de nieuwe generatie Shelter ontwerpen. Op zich blijft de Shelter-filosofie onveranderd maar deze typen zijn op enkele punten verder geevolueerd. De behuizing van de 7000 heeft een nieuwe constructie die voor een nog betere energieafvoer en stabiliteit zou moeten zorgen (door deze meer solide behuizing is de totale massa toegenomen met 1,9 gram ten opzichte van de 901).

Naast de twee standaard montagepunten zonder schroefdraad hebben de 7000 en 9000 daarachter ook nog een tweede set montagepunten met schroefdraad (vandaar dat de nieuwe behuizing als het ware een bredere kaaklijn heeft). Dat verhoogt de montagemogelijkheden en het zal in sommige gevallen zelfs mogelijk zijn om vier boutjes te gebruiken (afhankelijk van de effectieve lengte van de arm en daarmee de overige `ruimte` in de sleuven). Bij toonarmen zoals die van S.M.E., Hadcock en Naim zal dat natuurlijk niet lukken (die hebben een set gaatjes in de armkop) maar bij S.M.E toonarmen geeft de tweede set montagepunten de mogelijkheid om bijvoorbeeld met `zwaarder` uitgevoerde armkopdraadjes (met grote contactschoenen) te werken omdat het element dan verder naar voren in de armkop komt te zitten. In het hogere prijssegment is `analoge` audio zeer modulair en de mogelijkheden tot aanpassen eindeloos, dat blijkt maar weer.

De Shelter 7000 wordt geleverd in een mooi ogende kartonnen doos met grijs vezelpapier overtrekking. In de doos zit een met NASA-precisie vervaardigde Acryl cillinderdoos met daarin een vrij dikke en groen geanodiseerde aluminium montageplaat die is voorzien van getapt schroefdraad. Naast een naaldborsteltje wordt er een zakje met montagemateriaal meegeleverd (schroefjes in drie lengtes en twee moertjes). Wat daar meteen aan opvalt, is dat het kruiskopschroefjes zijn in plaats van de meer gebruikelijke imbus- of standaardschroefjes.

De `body`van de 7000 is heel fraai afgewerkt en in een donkergrijze tint geanodiseerd. De naaldbeschermer is op ingenieuze wijze gevouwen uit dun metaal en past perfect. Op de neus van de body zit een oranje stip, wat moet helpen bij `cueing`, oftewel het uitlijnen van de naaldtip boven de gewenste groef. Die stip bleek geen overbodige luxe wan de naaldtip is totaal niet zichtbaar wanneer de platenspeler op een lager meubel staat (de `motor` zit wat verder naar achteren dan bij de meeste elementen). Shelter noemt de 7000 een "High Output, Fine Elliptical Stylus" model. Wat de naaldtip betreft klopt dat, het gaat hier om een `nude mount elliptical tip` met een zeer fijn profiel. Wat betreft uitgangsspanning; daar kan men over debatteren, hij is met 0,5 miliVolt zeker hoog voor een Low Output type (dat is waarschijnlijk ook wat de heer Osawa bedoelt) maar voor gebruik aan een MM-gevoeligheid ingang is hij natuurlijk ongeschikt.

De 0,5 miliVolt output is mede te danken aan een krachtige neodymium magneet. De kanaalbalans wordt opgegeven als binnen 0,8 dB en de kanaalscheiding als 25 dB. De compliantie telt 9 cu (compliance unit`s) en de eigen impedantie is 10 Ohm. Shelter adviseert een afsluitimpedantie van 100 Ohm of hoger aan een actieve ingang (bij een step-up trafo moet er rekening worden gehouden met een vrij lage afsluitimpedantie: tussen de 10 en 30 Ohm). Het naalddrukbereik van de Shelter 7000 is vrij groot: 1,4 gram tot 2 gram. De 7000 weegt 11 gram en dat was wat aan de hoge kant voor de A.C.T. 0.5 toonarm van de Wilson Benesh Circle platenspeler. Het uitbalanceren was desondanks mogelijk (gezien de A.C.T. 0.5 een statisch uitgebalanceerd type is moet het contragewicht altijd weer naar voren komen om de gewenste naalddruk te genereren). Klankmatig bleken de A.C.T. en de 7000 het overigens zeer goed met elkaar te kunnen vinden.

Luisteren

Alhoewel de recensie-7000 reeds aardig wat uren op de diamanten teller had zitten kreeg hij eerst gedurende enkele dagen de tijd om zich helemaal thuis te voelen. Bij een naalddruk van 1,78 gram wist de Shelter uitsteked te sporen (met de HiFi News Test Record 2) en kwam de weergave het meest ontspannen en ruimtelijk over.

Met de Terry Evans LP Puttin` It Down op de W.-B. viltmat kon er worden geluisterd naar de zowel spannende als amusante track `Too Many Ups And Downs`. De intro, met een subtiel gespeelde slide op een akoestische gitaar kwam met opmerkelijk veel lucht en plastische aanwezigheid naar voren. Die plastische `presence` werd alleen maar groter bij de inzet van de bas en de electrische gitaar, die beiden met een duidelijk en gedetailleerd snarenspel naar voren kwamen. De bas klonk stevig en rond maar kwam ook swingend over. De tambourijn werd hier zelden met zo`n verfijnde metaalruis gehoord en de ronkende stem van Terry Evans klonk heel natuurlijk, waarbij zijn typische gorgelende keelklank goed uit de verf kwam.

De `ballen` lucht die uit de drums voortkwamen waren groot en hadden een lange uitsterving. De subtiele toetsaanslagen op de piano klonken soepel maar meer opvallend was de bijzonder mooie tonale weergave van het pianospel. Op de achtergrond werden de blazers met een rond vibrato en rijke tonaliteit gepresenteerd. Het stereobeeld liep in alle drie dimensies ver door en bleef ook tijdens de crecenso`s overzichtelijk. Het geheel kwam met veel gemak naar voren zodat er ook vrij luid kon worden gedraaid, zonder dat er sprake was van auditieve stress (wat naast de kwaliteiten van de 7000 duidt op een goede systeem-synergie).

Van de Crowded House LP Woodface (180 grams UK persing) werd de track Four Seasons In One Day gedraaid. De kickdrum in de intro kwam met een hoge mate van controle en solide over terwijl de met `brushes` gespeelde drums met veel lucht en een gedetailleerde weergave naar voren kwamen. De bas kwam met een hoge mate van directheid over en klonk mooi sonoor. Neil Finn`s zang kwam tonaal iets donker over maar werd desondanks wel op gearticuleerde en transparante wijze gepresenteerd. Het snarenspel op zijn akoestische gitaar kwam op verfijnde wijze naar voren en de piano werd met een ronde, volle tonaliteit weergegeven. De `clavecimbel` (waarschijnlijk een `synth`) klonk uitermate soepel. Het geheel kwam zowel coherent als lekker los over en kreeg een goed uitgewogen toonbalans mee.

Van de Stockfisch LP The Vinyl Collection (ter beschikking gesteld door Synfonique) werd de track No Sanctuary Here van Chris Jones gedraaid, om de Shelter 7000 verder te beoordelen op de punten impulsiviteit en schaal. De grommende achtergrondzang kwam ademend en met veel zeggingskracht naar voren terwijl Chris Jones zelf op open en directe wijze werd gepresenteerd. Zijn akoestische gitaar klonk strak waarbij de percussieve snaarplukken zeer impulsief overkwamen. De shakers en tamboerijn klonken snel en luchtig en het orgel werd op plastische wijze weergegeven en kreeg zelfs flink wat `gewicht` mee (des te opmerkelijker gezien de weergevers mini-monitoren waren). De gitaar-solo kwam zowel met een stevige body en volle tonaliteit als zeer duidelijk gepunctueerde plukken naar voren waarbij de greepwisselingen werkelijk watersoepel overkwamen. De gitaar-tokkels tegen het einde van deze indrukwekkende track werden praktisch driedimensionaal afgebeeld, waarbij de laatste uithaal van een ring over de metalen snaren op expressieve en heldere wijze naar voren kwam.

Van de Fleetwood Mac LP Tusk (Original Master persing) werd de track `Honey Hi` beluisterd. De langzaam opbouwende intro met tom-toms, drums en akoestische gitaar klonk vrij warm en `lush`. De slagen op de trommelvellen van de tom-toms werden op ronde en plastische wijze weergegeven en klonken tonaal tamelijk `rijk`. Christine McVie`s innemende stem werd groot afgebeeld en zorgde zelfs even voor kippevel. De triangel-tik in het midden van deze track werd met zuivere toon en een lange uitsterving weergegeven. Het gitaarspel klonk verfijnd en ook hier waren de greepwisselingen weer met groot gemak te volgen. Deze track kan met sommige aftasters wat onoverzichtelijk gaan klinken. Daar was geen sprake van met de 7000 waarmee het geheel op transparante wijze en met veel gemak naar voren kwam.

Conclusie en....

Het mag duidelijk zijn dat de Shelter 7000 indruk heeft gemaakt op deze schrijver. Alhoewel zogenaamd `perfecte` pick-up elementen niet bestaan, verdient Yazuo Osawa alle lof voor het creeren van een aftaster die naast een opmerkelijk goede tonale weergave ook een flink energieke en bijzonder soepele presentatie weet neer te zetten. We hebben het hier wel over een 2000 Euro aftaster, wat betekent dat er hoogwaardige concurrentie op de loer zal liggen.

Voor liefhebbers van ultra analytische weergave of eindeloos knallende expressiviteit zal de 7000 wellicht niet de eerste keus zijn maar met zijn bovengemiddeld goede tonale én ruimtelijke coherentie en totaal stressvrije presentatie zal deze super-Moving Coil vele analoge harten voor zich winnen.


Synchroon

Tegen het einde van de Shelter/Wilson Benesh-recensieperiode werd ons door Synfonique een Heed voeding/regenerator voor platenspelers met een synchroonmotor toegezonden en gezien het Wilson Benesh Circle loopwerk van een synchroonmotor is voorzien werd er besloten om een korte indruk van de luisterervaring met dit mysterieuze kastje toe te voegen aan deze recensie.

Het gaat hier om de Heed Orbit 2 (verkrijgbaar via High Fidelity Discs), een mooi afgewerkt apparaatje wat direct tussen het lichtnet en de platenspeler wordt aangesloten (net als een lichtnetfilter). De Orbit zorgt niet alleen voor een schonere stroomtoevoer maar biedt verder de luxe van electronische schakeling tussen 33 1/3 en 45 omwentelingen per minuut. Nadat de juiste lichtnetfase was gevonden (wat met de Heed duidelijk hoorbaar was) bleek al gauw dat de reeds aanwezige pluspunten van de Wilson Benesh Circle/Shelter 7000 platenspeler nog sterker naar voren kwamen.

De weergave won dus nog wat aan lucht en verfijning maar daarnaast werden stemmen op meer heldere wijze weergegeven en was de ademhaling van zangers en zangeressen zelfs beter te volgen. De meest opvallende verbeteringen waren te vinden in de timing en een nog opener/breder stereobeeld. Soortgelijke bevindingen werden genoteerd bij het gebruik van de Orbit 2 aan een Linn Sondek LP 12 Basik en een Basis 2500. Het blijft fascinerend om te horen hoeveel muzikale informatie uit vinylschijven kan worden bovengehaald.


Historisch

In komende recensies zullen nog twee Moving Coils worden getest, te weten de Denon DL 103R en de Goldring Elite. Vinyl just keeps on spinning...


Verkoopprijs:
Shelter 7000: 2000 euro.

 

Gebruikte Hardware: 

Platenspelerloopwerken: Wilson Benesh Circle & Linn Sondek LP 12 Toonarmen: Wilson Benesh A.C.T. 0.5 & Linn Akito Loopwerkvoeding: Heed Orbit 2 Phonotrap: Moth 30 Series RIAA Versterker: Exposure Super XXV RC Weergevers: Monitor Audio Studio 2SE & Castle Richmond 3i Interconnects: Wilson Benesh, Linn, Monster M1000 & QED Qunex 2 Luidsprekerkabels: QED Profile 4X4 & Exposure 4.0 Lichtnet: Lapp/Popp verdeeldoos, Belden IEC & Kemp SNS Plug