C.E.C. DA53 d/a converter


René van Es | 03 februari 2005 |

Direct na het verschijnen van het persbericht over de C.E.C. DA53 converter wist ik een exemplaar te bemachtigen voor deze recensie. Je bent geobsedeerd door d/a converters of je bent het niet.

Bovendien heeft C.E.C. in mijn boekje een goede naam. Mede omdat ik ooit een C.E.C. TL-2x loopwerk en een DX-71 converter in huis mocht halen voor een test van digitale kabels voor het tijdschrift HVT en ik zeer onder de indruk raakte van de prestaties. Collega Jan de Jeu heeft al jaren een C.E.C. loopwerk dat hem uistekend bevalt. Dus mocht de DA53 aan de stroom en waren de verwachtingen hoog gespannen. Zacht glanzende blauwe LED’s hebben mij wekenlang aangekeken.

De DA53 is een uiterst flexibele converter van 1199 euro, voorzien van bijna alle denkbare in en uitgangen. Input is mogelijk via S/PDIF Toslink (tot 96 kHz), S/PDIF coax en AES/EBU XLR (tot 192 kHz) en USB 1.1 (tot 48 kHz). Uitgangen via cinch (2 volt) en XLR (4 volt). Een eurostekker voor 230 volt maakt de achterzijde compleet. Op de voorzijde een uitgang voor een hoofdtelefoon en een ingang voor een microfoon met daarbij een volume regelaar. Aan de andere kant een enkelvoudige draaischakelaar die meerdere functies ondersteunt. Het is belangrijk om op te merken dat de hoofdtelefoonaansluiting en de microfoonaansluiting alleen werken in combinatie met de USB connectie. De USB kan aangesloten worden op een computer voor muziekweergave. Met een microfoon en een hoofdtelefoon is IP-telefonie zo binnen bereik. Omdat de USB koppeling niet getest is volgt er geen verslag over DA53 met PC gebruik. Mogelijk komt collega Guido de Kanter daar ooit op terug.

De keuzeschakelaar op de voorzijde van de DA53 laat u kiezen uit de diverse ingangen door er op te drukken en daarna aan te draaien. De volgende keuze (weer drukken) is het kiezen van een steile of zachte filterhelling. Nog eens drukken en u mag zelf bepalen of u dither in het signaal injecteert of niet. Tenslotte laat de oversampling zich instellen op 32x, 64x of 128x. Elf LED’s laten de instelling zien, drie andere LED’s geven aan welke sample rate de bron heeft. De dac upsampelt alle data naar 24 bit/192 kHz, iets wat niet te kiezen valt maar vast staat. C.E.C. geeft in de handleiding aan dat de optimale stand van de converter is: filter soft, dither aan, oversampling 32x en zoveel mogelijk gebruik maken van de XLR bussen. Het filter heeft invloed op de frequentiekarakteristiek. Een vlak filter geeft het grootste frequentie bereik, een zacht filter betekent meer dynamiek. Dither is het toevoegen van lowest bits en draagt bij aan ruimtelijkheid en een betere laagweergave. Oversampling heeft onder meer invloed op de hoeveelheid vervorming van de dac.

C.E.C. heeft technisch gezien een aantal slimmigheden bedacht voor de DA53. Intern zie ik veel Burr Brown IC’s, een AKM converter, discrete uitgangen gescheiden voor XLR of cinch en diverse voedingscircuits met daarin opgenomen een smoorspoel. De conversietechniek is bijzonder in de DA53. In plaats van achter de interne dac een stroom/spanning omzetting te gebruiken werkt de chip achter de dac op basis van stroom. C.E.C. noemt dat Current Injection. Current Injection vervangt de traditionele spanningsversterker en pompt het signaal zonder omwegen in L.E.F. modules. Negatieve terugkoppeling is niet meer nodig en THD cijfers zijn meetbaar minimaal. In feite maakt C.E.C. de dac tot een integraal onderdeel van een L.E.F. module.

Het resultaat is volgens C.E.C. dat statische meetwaardes (sinustonen) en dynamische meetwaarden (muziek) een zelfde laag vervormingpatroon hebben. Met bijkomend voordeel een drastische verkorting van de signaalweg en zonder aantasting van het signaal ten gevolge van replicatie in spanningsversterkers (zie PDF). In de DA53 is dus opnieuw een toepassing gevonden van de gepatenteerde L.E.F. technologie. Load Effect Free komt er op neer dat de versterker werkt met twee typen transistoren. Een nauwkeurige signaaltransistor en meerdere sterke stroomtransistoren die de signaaltransistor ondersteunen. Dat voorkomt dat de signaaltransistor belast is met het dekken van grote stroombehoeftes. Volgens C.E.C. is het voor een transistor niet mogelijk om nauwkeurig te zijn en tegelijk snel een grote stroom te leveren. L.E.F. is een effectief middel tegen (inter)modulatievervorming.




Opstelling


De DA53 heeft in twee sets staan spelen met een TAF netsnoer. Ik loop ze even in vogelvlucht langs. Marantz CD53SE met Trichord Clock 2, Canare Digiflex Gold digitale interlink, Linn Analogue (cinch) en Nordost Red Dawn (XLR) analoge interlinks, Van Medevoort MA240 versterker, Supra of Siltech LS-kabels, Impulse IMP of Mordaunt Short MS912 luidsprekers. De andere set die later in beeld kwam en waar de aantekeningen grotendeels op gebaseerd zijn is ingewikkelder. Teac VRDS T-1 loopwerk met Tentlabs klok. Dan een Monarchy Audio DIP Upsampler die het digitale signaal van 16/44 naar 24 bit/96 kHz omzet. Daarna een Assemblage anti-jitter box die de klokafwijking van de Monarchy corrigeert. Tenslotte de DA53 dac of mijn eigen Apogee Mini-DAC. Alle digitale kabels zijn Apogee Wyde-Eye zowel coax als XLR. Versterking door Marsh Sound Design met een P2000b en een A200s. Luidsprekers Focal-JMlab Electra 927 Be en een Electra SW900 subwoofer. Netspanning op peil gehouden met Kemp Power Source netfilter en Balanced Isolator Source. Interlinks (XLR), LS-kabels en netsnoeren zonder uitzondering Crystal Cable Connect Reference.

Luisterindrukken

Eerst maar kort de eenvoudige set-up. Met flair en groot gemak verslaat de DA53 de interne dac van de Marantz. In alle opzichten zoals helderheid, openheid, stereobeeld, diepte, klankrijkdom en natuurlijkheid. Eens te meer het bewijs dat loopwerken in het verleden vaak erg goed waren en alleen de d/a conversie een grote vlucht heeft genomen. Geen wonder overigens dat een dac van 1200 euro meer presteert dan een 300 euro geïntegreerde CD-speler. Met XLR kabels is de stap nog wat groter. Wie een DA53 gebalanceerd kan aansluiten moet dat altijd doen. Dat blijkt later nog eens in de grote set. Met veel plezier draai ik muziek en als mijn nieuwe luidsprekers binnen zijn gedragen betrap ik mij erop dat ik vaker in de kleine kamer zit dan in de huiskamer. Gedurende korte tijd heb ik de beschikking over een Xindak DAC3 die opmerkelijk presteert. Ten opzichte van de DA53 is die erg levendig en zet een nog (veel) groter stereobeeld neer. Zo groot dat ik twijfel of het wel correct is of dat er iets gebeurd met de fase. Terug naar de C.E.C. weet ik die levendiger te maken door met name de filterinstelling te veranderen van soft naar flat. De totaal andere indruk die de twee dac’s ten opzichte van elkaar geven is nauwelijks vergelijkbaar. De Xindak lijkt zo op het eerste gehoor een geduchte kandidaat met een scherpe prijs.

Verhuizing van de kleine ruimte naar de huiskamer schuift mijn Apogee dac opzij ten gunste van de DA53. Ook daar volgt de nodige muziek om een goede indruk op te doen. Met veel gepriegel aan de instellingen om te weten te komen wat dither doet, wat oversampling tot gevolg heeft en welke filterhelling het fijnste werkt. Gelukkig maar dat de importeur nog niet vraagt of de dac al retour kan komen. Ik val met mijn neus in de boter als ik de live CD van Mary Black opzet. De DA53 geeft een fantastische live presentatie. Strak en snel, helder en open. Het publiek zit echt in de zaal en het podium is er voor de artiesten. De muziek wordt gedragen op de fundering van het laag dat krachtig door mijn hele appartement golft. Het stereobeeld komt mooi los van de speakers al zou het breder en vooral hoger kunnen. Diepte is wel ruim aanwezig. Genoeg details, een lichte ruigheid die bij "live" hoort en vooral levendigheid. Meerstemmige zang is echt meerstemmig en verliest zich niet in een brei. Een mooie CD om eens met de knopjes te spelen.

Het uitschakelen van dither maakt de muziek ongepolijster. Dat zou kunnen wijzen op het gedrag van de lage tonen die ik overigens niet ga missen. Het filter op de stand "flat" maakt de weergave helderder en scherper omlijnd. Wisselen van oversampling geeft een licht andere klankindruk. Bij 32x oversamplen lijkt de dynamiek iets gekrompen, bij 128x het grootste. De voorkeur blijft dither aan met 32x oversampling. Het filter op deze CD op "soft". Iets wat C.E.C. zelf ook aanbeveelt. De sfeer van muziek laat zich goed interpreteren met Clannad’s "Landmarks". Het volle en rijke laag dat niet overdreven is vormt het plateau waarop stemmen rusten. Stemmen die niet ten onder gaan in de donkere klanken en het geweld van de band maar wederom helder klinken. "Into the labyrinth" van Dead Can Dance geeft de beperking van de drie dimensionale weergave van de DA53 aan. Niet al te veel diepte. Stemmen en muziek veelal op één lijn. Minder breed dan ik gewend ben en minder hoogte weergave. Daar staat tegenover een vracht aan details, percussie om te zoenen, een hoge mate van aanwezigheid die om aandacht vraagt en blijft boeien. Let je niet op technische hoogstandjes zoals "ruimte" dan luister je betrokken en met veel plezier.

Sade hangt met "Lovers rock" als een warm lichaam op een zwoele avond tegen je aan. Te warm voor sex. Vruchtensap en een briesje door de palmbomen moet verkoeling brengen. Ik draai wat zachter nu vanwege de overtrokken bas die Sade laat meepersen in de master. Ik drijf weg op de sexy golven van haar stem en dreig het aantekenboek te laten voor wat het is. Tot de regen die tegen de ramen slaat mij terugbrengt naar een huiskamer in Nederland waar verder niemand aanwezig is. Geen Sade te zien, laat staan haar warme lichaam naast mij op de bank. Afgekoeld schuif ik de Nits in de Teac speler. De CD toont het gevoel voor ritme aan dat de DA53 heeft. Het valt me nu pas op dat wat ik wel eens mis in andere apparatuur met de DA53 onderhuids steeds aanwezig is geweest. De neiging tot mee trommelen en mee wippen. Aan de muziek is veel aandacht besteed en de mix is opgebouwd in laagjes. Het samenspel van stemmen en instrumenten is ongewoon en boeiend. De Apogee converter geeft overigens de Nits nog een ietsje beter weer met nipt meer "correctheid".

Het filterspel zet ik voort via "The best of The Academy of St. Martin-in-the-fields". Een CD waarop Vivaldi, Mozart, Beethoven, Tchaikovsky en andere componisten zijn ondergebracht. Met buitengewoon fraai vioolspel van Iona Brown en hobo werk van Heinz Hollinger. Met dit klassieke werk en met vergelijkbaar werk dat ik later draai vind ik de "flat" stand van het filter het fraaiste. Dat geeft nog steeds geen randje scherpte maar laat de frisheid opbloeien. De dac heeft geen enkele moeite de brug tussen subtiel en teder te overbruggen naar hard en denderend. Alle stukken zijn aanstekelijk en het is dat ik nog iets anders wil proberen anders bleef de CD in de lade. Het orkest laat alle ruimte aan de solist zonder dat de solist afdwaalt. Instrumenten in het orkest weerklinken natuurlijk en correct, laten zich deels individueel onderscheiden. Ik luister intensief en het gevoel bekruipt me dat een analoge bron staat te spelen. Voorwaar een compliment. Nog even iets anders dan. Clair Marlo op het Sheffield label. Een lief meisje wat zo heerlijk ruimtelijk weergegeven kan worden. Ik krijg veel details. Kleine geluidjes die perfect op hun plaats vallen met een functie in de muziek. Het vormt de afsluiting van de avond waarbij ik mij bedenk dat het medium CD beter is geworden in de loop der jaren. De Marlo opname was ooit een referentie, nu behoort het tot de middenmoot en nemen CD’s als die van Mary Black het estafette stokje over. Net zo als moderne d/a converters veel 16 en 18 bit broeders weten te verslaan. CD groeit nog steeds in kwaliteit al gaat het langzaam.

Eindindruk

De C.E.C. DA53 is een moderne en flexibele d/a converter met alle mogelijke in- en uitgangen die een doorsnede audiofiel zich wensen kan. De vele instellingen die gekozen kunnen worden maken het werken met de converter tot een interessante bezigheid en geven inzicht in de wereld van de digitale elektronica. De muzikale eigenschappen van de DA53 doen recht aan de aanschafprijs. De dac luistert plezierig tot soms erg goed. Vooral als het om live opnames gaat. In hoeverre upsampling daarvoor verantwoordelijk is of de vernieuwende schakelingen die C.E.C. toepast is niet na te gaan. En ook niet interessant. Het gaat om het eindresultaat. Voor wie een dac wil gebruiken samen met een computer en IP-telefonie via USB of voor muziekweergave via USB ligt hier een kans. Mooi gebouwd, goed geluid en een passende winkelprijs van 1199 euro. Een prima upgrade voor een wat oudere CD-speler waarvan het loopwerk nog helemaal in orde is maar de d/a conversie achterhaald door moderne techniek.


Importeur:

Clofis Nederland bv
Argonstraat 7A
2718 SM Zoetermeer
Telefoon (079) 363 12 90
Fax (079) 363 12 99
Email: info@clofis.com
Web: www.clofis.com

Gebruikte Hardware: 

Digitaal:

Teac VRDS-T1 CD-loopwerk met Tentlabs XO 3/5 en XO Supply modificatie Marantz CD63SE CD speler met Trichord Clock 2 modificatie Monarchy Audio DIP Upsampler sample rate converter Assemblage D2D-1 sample rate converter Apogee Mini-Dac d/a converter C.E.C. DA53 d/a converter Xindak DAC3 d/a converter

Versterking:

Marsh Sound Design MSD P2000b voorversterker Marsh Sound Design MSD A200s eindversterker Van Medevoort MA240 geïntegreerde versterker

Luidsprekers:

Focal-JMlab Electra 927 Be front Focal-JMlab Electra SW900 actieve subwoofer Mordaunt-Short MS912 front Impulse IMP front

Kabels en accessoires:

Interlinks analoog: Linn Analogue, Crystal Cable Connect Reference XLR, Nordost Red Dawn XLR, Sharkwire subwoofer kabel Interlinks digital: Apogee Wide-Eye, Canare Digiflex Gold LS-kabels: Supra 2 x 4 mm2 Classic, Siltech LS-110 Classic, Crystal Cable Speak Reference Netsnoeren: Kemp, Läpp, Crystal Cable Power Reference Netspanning: Kemp Elektroniks Power Source netfilter, Kemp Elektroniks Balanced Power Source, ferriet clamps, separate audiogroep Meubels: Spectral Straight TV915, Ikea Oppli LS-stands: Alphason Aragon AG60-s Overig: Master Base Mbase/1, Acoustic Analysing TVA dempers, WBT en Sharkwire stekker materiaal