Legendes


René van Es | 23 juni 2000

Op het moment dat in mijn gedachten de zinsnede “in de vorige eeuw” opborrelt, bedenk je je ineens dat de tijd voortschrijdt en dingen niet stil blijven staan. Wat blijft zijn herinneringen aan vervlogen dagen met de hoogtepunten van Hifi belevenissen. Een aantal fabrikanten dat ooit diepe indruk op mij maakte bestaat nog, anderen zijn verdwenen door verkeerde marketing, slechte kwaliteit of is in andere handen overgegaan. [map id=1]Om nog eens wat oude koeien uit de sloot te halen, treft u hieronder een aantal producten aan die de tand des tijds in zoverre hebben doorstaan, dat het luisteren ernaar nooit vergeten is.

Klassiek onder de klassiekers is wellicht wel de Klipschhorn van Paul Klipsch. Een unieke hoorn luidspreker die sinds de jaren 40 bestaat en het geestelijke product is van een man die nog steeds op beurzen te vinden is met zijn huidige producten. Paul is is inmiddels de 90 gepasseerd. De eerste kennismaking met de Klipschhorn had ik bij Caminada in Den Haag. Daar mocht ik als jongen van een jaar of 15 mee naar boven waar twee immense speakers stonden opgesteld. Ik kreeg (waarom weet ik nog steeds niet, een scholier bij Caminada was al vreemd) een verzorgde demo die mij verpletterd achterliet en ik nam mij voor te gaan sparen voor deze speakers. Dat ze er nooit zijn gekomen is deels ongeduld en deels het formaat dat me tegenhoud. Wie ooit een big band heeft horen spelen over Klipschhorns weet waar ik het over heb. De band staat werkelijk in de ruimte. Wellicht gekleurd en met een typisch hoorn geluid, maar realistisch groot en met een ongekende dynamiek. Ik sloot de hoorn in mijn hart.

Op zoek naar speakers kwam in terecht bij Dick Bakker in Rotterdam. In die tijd schreef ik voor HiFi Test (het latere HVT) en op proef had ik een element van Goldring de G900. Niet al te duur met zijn Fl. 250,- en het deed het gewoon goed. In Rotterdam hebben we het element gemonteerd in een Pritchard arm. Dat is/was een balsa houten arm, superlicht en met een zeer stijve elementhouder. Toen al niet meer nieuw verkrijgbaar en nog steeds legendarisch. Dat leverde op de set die toen speelde een fabuleus geluid op. Maar ik kwam voor speakers. Verstoft stonden er nog twee Acoustic Research 2ax kasten. Een 3-weg systeem in een gesloten kast. Die hebben we aangesloten omdat ze zo goedkoop weg mochten en we draaiden een klassieker van Oscar Peterson, We Get Requests, tot op de dag van vandaag een heerlijke plaat en een referentie. Wie schetst onze verbazing toen we voor het eerst duidelijk konden horen dat de bekkens geen kale bekkens waren, maar bekkens met trillende popnagels. Het is nooit meer gelukt om dat zo duidelijk te horen. Ook nog steeds niet anno 2000 op CD. De AR’s gingen die dag mee in de auto en hebben jaren dienst gedaan.

In diezelfde zaak kwamen op een gegeven moment twee speakers binnen van Dayton Wright. Dat zijn elektrostaten waarbij het membraam is gespannen in een gas gevulde ruimte. De energie wordt overgedragen door passieve membramen die aan weerszijde gespannen zijn van het actieve membraam. Het voordeel daarvan is dat men minder gebonden is aan een hot spot en dat de energie gelijkelijk door de ruimte wordt verdeeld. Ze vraten energie en we stuurden ze aan met twee Phase Linear 700B versterkers, waardoor we bijna 1 kW aan vermogen hadden per kant. Het gekke was dat het vreselijk hard kon, maar dat je dat niet merkte. Maar aan de overkant van een brede en drukke weg (voor de Rotterdammers onder ons de Pleinweg), klonk het nog bijna net zo hard als de deur van de zaak openstond. Het systeem had een enorme draagwijdte. De speakers zijn ooit verkocht aan iemand met twee katten en voor de nieuwe eigenaar het in de gaten had klommen de katten in het doek (kast van ca. 100 x 100 x 30 cm) en trokken de membramen lek. Binnen een minuut kwam er geen laag meer uit de speakers, binnen twee minuten waren de katten gewurgd en binnen vijf minuten was zijn vrouw na deze daad voorgoed vertrokken. De speakers zijn nooit een succes geworden, wellicht door tussenkomst van de dierenbescherming en kantonrechters.

Legendes

RAF heeft ooit een zelfbouw zaak gehad waar Hans Baan de scepter zwaaide. Hij ontwierp en leverde HB kits die een heel goed resultaat leverden op een breed scala van apparatuur. Daarnaast werd RAF importeur van het meest prijstechnisch gunstige produkt van de eeuw. De Dynaco kits. Buizen en transistoren apparatuur in een kit vorm, dat wel zo makkelijk te bouwen was, dat elke leek die kon solderen het feilloos in elkaar kon zetten. Wie het spul kent zal smullen van types als PAS-3x, PAT-4, Stereo-70 en FM-5. De FM-5 vond ik de mooiste tuner op wellicht een Revox of Day Sequerra na. Jammer dat Dynaco in andere handen overging en daarmede de interesse verloor in het leveren van kits en zelfs geheel verdween voor een lange tijd. De echt byzondere ontwerpen zijn weer verkrijgbaar in nieuwe vorm, maar alleen kant en klaar en tegen veel hogere prijzen dan vroeger. In die tijd kocht ik geen buizen maar transistor apparatuur. Buizen was toch oud en uit de tijd? Wist ik veel.

Als zaterdag hulp bij Albertsen in Den Haag had ik de kans veel dingen thuis uit te proberen. Met name tweedehands was nog wel eens aantrekkelijk. Zo kreeg ik een McIntosh versterker in handen. Zo’n hele mooie die als je hem aanzet alles zacht groen doet oplichten. Mijn herinnering aan die versterker is dat hij niet perfect was in het hoog, niet in het laag, maar buitengewoon muzikaal. Na een hele avond en halve nacht platen draaien (CD was er nog niet) speet het me dat ik moest gaan slapen. Zo lekker kon je luisteren. Helaas was het ding nog veel te duur, dus moest het weer terug naar de winkel. Zelden heb ik een geïntegreerde versterker gehoord, die zo lekker speelde. En er zo chic uitziet. Ook McIntosh is vandaag de dag nog een droom van mij.

Een jonge Amerikaanse fabrikant bood een versterker aan onder de naam dB Systems. De filosofie achter het ding was, “wie graag naar vervorming luistert, moet geen dB Systems kopen”. De voorversterker bevatte geen centimeter draad. Alles was gesoldeerd op twee printen, die op zich ook aan elkaar waren gesoldeerd. De voeding was los. Het was in die tijd de schoonste voorversterker op de markt en versloeg alles. De eindversterker was maar bescheiden met zijn 2 x 40 watt en kreeg ik snel aan het clippen. Die is nooit blijven staan, maar wel het minimalistische voortrapje dat jaren heeft staan spelen.

Een echte Hifi freak rommelt met platenspelers. Dus ik ook. In HiFi News en andere Engelse bladen werd steeds gesproken over Supex elementen. En ik kreeg Albertsen zo gek dat er uiteindelijk een Supex element werd besteld. De mooiste van de klas, de SD-900. Ik had namelijk al bijna alle elementen uit die tijd (ADC, Shure, Ortofon, Denon, Sonus, Ultimo en allerlei andere exoten) geprobeerd en niets beviel me. Het laag was nooit zoals ik dat wilde. De Supex bracht uitkomst in een SME 3009 arm met een Denon AU-320 MC trafo. Later plande ik speciaal een reis naar Engeland waar ik de bijbehorende arm (Hadcock GH-228) en Lentek pre-pre amp ben gaan halen. Paul Messenger en tijdgenoten gaven aan dat dat de ultieme combinatie moest zijn.Vanaf die tijd hebben nooit meer andere dan Moving Coil cartridges in mijn platenspelers gezeten. Dynamiek, aanwezigheid, strak laag en muzikaliteit zijn veelal de opvallende kenmerken van een goede MC. En inderdaad, de Engelsen hadden gelijk, het klonk als een klok. Jaren later heeft iemand mijn Supex weten te slopen en de arm is uiteindelijk in de vuilnisbak beland. De Lentek is voor Fl. 75,- in Breda beland. Stom Stom Stom.

Een dagje dierentuin in Emmen deed me belanden in Nieuw Weerdinge waar de HiFi Shop is gevestigd. Daar stond in een heel mooie luisterruimte (het is sowieso een heel mooie zaak) een set te spelen bestaande uit Krell cd speler, voorversterker en eindversterkers op een set Wilson Grand Slamm X-1. Totale prijskaartje Fl. 250.000,-. Mooi in het kwadraat en perfect afgesteld. Maar twee maanden later mocht ik bij Multifoon luisteren naar de Avalon Osiris op Aitos versterkers met een Wadia cd speler en/of een Goldmund platenspeler. Kosten Fl. 350.000,-. Ik moet zeggen, als ik die ton extra zou hebben gehad, had ik die er grif voor neergeteld. De Osiris is nog muzikaler op de Aitos dan de Wilson op een Krell. In ieder geval anders. Beide sets heb ik helaas niet kunnen kopen. Wel weer twee dromen rijker.

In Frankfurt ging ik plat voor een systeem met buizen versterkers en PHY-HP speakers en ik weet nog dat ik een zelfde ervaring heb gehad op een jubileum show van Multifoon. Daar speelden twee Hornung hoorns op Audion versterkers met een Wadia CD-speler. En iedereen die daar luisterde kreeg een blik in de ogen van “hebben, hebben, hebben”. Niemand praatte ook tijdens de demo. Wellicht was het de grote ruimte waar het systeem stond, die mee hielp aan het fenomenale geluid, wellicht het volmaakte huwelijk tussen de componenten, wellicht de muziek, maar zelden ben ik zo gegrepen door pure muzikale klasse tijdens een gewone demo op een beurs. En weer waren het hoorns die me de rillingen over de rug deden lopen.

Wie terugkijkt op de jaren voor 2000 komt op apparatuur die in die tijd en zelfs vandaag de dag zijn weerga niet kent. Spul dat al jaren een vaste waarde heeft en die ook zal behouden in de komende tijd. Maar verkijk u er niet teveel op. Ouderdom en slijtage laten sporen achter en wie teveel betaald voor een tweedehands legende met versleten elco’s is een dief van eigen zak. Zelf ben ik heel voorzichtig met het wegdromen in zaken met een ruim tweedehands aanbod. Hoe mooi de McIntosh ook groen glimt en hoe mooi de dB Systems destijds ook was, ik loop er toch omheen. Eigenlijk zou je een soort museum moeten hebben waar dit soort apparatuur speelklaar staat opgesteld. Voor de liefhebbers.

Wie trouwens Frans kan lezen en geïnteresseerd is in “oude” apparatuur moet eens op zoek gaan naar La Nouvelle Revue du Son. Daar staan met grote regelmaat sets in van particulieren die werken met bovenstaande apparaten of met nog veel exotischer spul. Voice of the Theater van Altec Lansing, Sun versterkers, EMT en Ortofon SPG -U elementen en nog veel meer. Smullen voor de liefhebbers. Alleen dat Frans is zo moeilijk. Ik heb nog een oude extra uitgave waar kamervullende hoorns instaan, deels eigendom van Fransen, deels van Japanners. Met ongelofelijk veel liefde is die apparatuur onderhouden en opgesteld.

Wie een McIntosh op zolder ontdekt of een Pritchard arm, of een mooie buizenbak, of een paar hoorns en echt niet weet wat ermee te doen, die mag best een mailtje sturen naar r.l.vanes@hifi.nl.
Geef nog maar niet aan de Kringloop, zelfs niet als het defect is of lijkt te zijn. Aanraken is vaak al genoeg. En het mooiste uit de vorige eeuw? Een close finish voor mij tussen Klipsch met McIntosh en Avalon Osiris op Aitos.