B&W Zeppelin Air: über den Wolken


Guido de Kanter | 10 maart 2011 | Fotografie Guido de Kanter | B&W New Media

Van alle iPod speakerdocks is de B&W Zeppelin (600 euro) waarschijnlijk de bekendste. Zijn sierlijke vormgeving en goede geluidskwaliteit maakten het apparaat tot een hit, zowel bij de vakpers als bij consumenten. Nu brengt B&W een sterk vernieuwde opvolger op de markt: de Zeppelin Air. Dat `Air` verwijst naar ondersteuning voor Apple’s AirPlay, dat draadloze streaming mogelijk maakt vanaf Apple iOS-apparaten zoals de iPhone, de iPod Touch en de iPad. De signaalverwerking is digitaal geworden, compleet met upsampling en DSP, en B&W belooft een veel betere geluidskwaliteit.

Op het eerste gezicht verschillen de oude en de nieuwe Zeppelin nauwelijks van elkaar. Gebleven is bijvoorbeeld de uit de bodem stekende voet, waarop de iPod moet worden geplaatst. Althans, bij de oude Zeppelin moest de iPod worden geplaatst, de nieuwe ontvangt de muziek ook draadloos via Wi-Fi. Je plaatst de iPod in principe alleen op de Zeppelin Air als je hem wilt opladen. Verschillend is wel de achterkant: die is niet langer verchroomd, maar van glimmende zwarte kunststof. De chroomlaag moest wijken omdat hij de ontvangst van Wi-Fi belemmert.

Dat raakt aan de belangrijkste vernieuwing in de Zeppelin Air: hij is veel meer geworden dan alleen maar een iPod-dock. Dat is dankzij een nog vrij nieuwe technologie die Apple AirPlay noemt. AirPlay houdt in: het draadloos streamen van beeld en geluid. De zender is het apparaat dat de muziek of het filmpje bevat, bijvoorbeeld een computer (met iTunes), of een iOS-apparaat (zoals de iPod Touch, de iPhone of de iPad). De ontvanger kan een Apple TV zijn (aangesloten op een televisie), of een AirPort Express (aangesloten op een hifi-installatie) en in toenemende mate zal geluidsapparatuur zelf al zijn voorbereid op AirPlay. De Zeppelin Air is daarvan een van de eerste voorbeelden.

In de praktijk zit je dus met je iPhone of iPad op de bank (of waar dan ook), je geeft met een druk op de knop aan dat je wilt luisteren met de Zeppelin en de muziek die je aantikt komt daar dan uit. Draadloos. Video is in het geval van de Zeppelin Air niet zo relevant, ook al kun je het geluid van bijvoorbeeld YouTube daar naartoe streamen. Dit gebeurt lipsynchroon (voor zover het filmpje dat is).

Streamen vanuit iTunes op de computer is net zo makkelijk. Onderaan het iTunesvenster verschijnt een AirPlay-symbooltje dat aangeeft dat er externe luidsprekers beschikbaar zijn. Klik erop, selecteer je Zeppelin, en de muziek gaat spelen. Voor wie behalve naar iTunes ook wil luisteren naar bijvoorbeeld radiostreams in QuickTime, Real of Windows Media Player, voor hen is er goed nieuws. Het programma AirFoil (Mac en Windows, 25 dollar) laat je het signaal uit deze programma’s doorsturen naar de Zeppelin Air. Airfoil werd oorspronkelijk ontwikkeld voor Apple’s Airport Express, maar de B&W wordt direct herkend.

Wi-Fi

De iOS-apparaten communiceren draadloos, maar de Zeppelin Air mag ook met een draad verbonden worden aan een draadloze router. Daartoe beschikt de Zeppelin over een ethernetaansluiting. De AirPlay streams gaan dan vanaf de ‘zender’ draadloos tot aan de router, het laatste stukje bedraad. Als je hem zo aansluit, hoeft de Air niet eens geconfigureerd te worden. De gebruikte iPhone zag hem meteen.

De meeste mensen zullen de nieuwe Zeppelin echter het liefst met Wi-Fi gebruiken: dan hoeft er geen netwerkkabel naartoe te worden gelegd. Om het apparaat in een draadloos netwerk onder te brengen, moet de gebruiker vanuit zijn of haar computer op de B&W inloggen met een webbrowser. De handleiding geeft daarover een duidelijke instructie. Op de pagina die dan zichtbaar wordt, geef je op met welk netwerk de B&W verbinding moet maken, en geef je je Zeppelin een naam. Dat is met name praktisch als je meerdere exemplaren in huis hebt; dan zijn ze makkelijk uit elkaar te houden. Ze kunnen desgewenst ook allemaal tegelijk dezelfde stream spelen. Het geluid loopt dan synchroon en ze reageren allemaal op dezelfde volumeregelaar. Volgens B&W kunnen bedraad tot twaalf Zeppelins met elkaar samenwerken, draadloos drie.

De techniek in de Zeppelin Air is het resultaat van een intensieve samenwerking tussen B&W en Apple, die ongeveer een jaar geduurd heeft. Zo kwam de AirPlay chipset tot stand, die B&W afneemt bij Apple. Deze chipset blijft niet exclusief voor B&W, andere fabrikanten kunnen hem ook aankopen. Maar de Zeppelin Air is wel het eerste apparaat dat ervan voorzien is.

Wat de Zeppelin Air niet doet, is zelfstandig verbinding maken met bestandsservers waarop muziek staat. Het is dus geen netwerkplayer in de tot nu toe gebruikelijke zin van het woord. Een iOS apparaat, of iTunes, streamt naar de Air toe: hij haalt zelf niets op. Voorzieningen als UPnP of webradio zal de koper dan ook tevergeefs zoeken. De B&W is heel nadrukkelijk ontworpen om dienst te doen in het Apple ecosysteem.

Aan de achterkant heeft de Zeppelin Air, naast een ethernetaansluiting, ook een video-uitgang (was S-video, nu composiet), een aux-ingang (geschikt voor analoge en optisch-digitale signalen) en een USB-aansluiting. Sluit je daarop je pc of Mac aan, dan wordt de Zeppelin Air herkend als een externe geluidskaart.

Vernieuwd

Totaal vernieuwd is de manier waarop de Zeppelin Air met geluidssignalen om gaat. De oude Zeppelin onttrok de muziek nog analoog aan de iPod; nu gebeurt dit digitaal. Daarmee is de Zeppelin Air een van de zeer weinige apparaten die een digitaal signaal aan de iPod of iPhone kunnen ontfutselen. Dat is voor de potentiële geluidskwaliteit van grote betekenis, want de ingebouwde D/A-converters die in iPods zitten zijn klankmatig niet bovengemiddeld. Door het signaal digitaal uit de iPod te leiden, kan B&W het in de beste kwaliteit doorzetten naar de eigen hoogwaardige D/A-converters.

Voordat het digitale signaal de D/A-converters bereikt, wordt het nog intensief bewerkt. Dat begint met upsampling naar 24 bits/96 kHz. (De optische digitale ingang van de Zeppelin Air accepteert signalen eveneens 24 bits/96 kHz.) Daarna komt de DSP-chip in actie. Die is verantwoordelijk voor een hele serie bewerkingen en controles. Allereerst is daar een loudness-achtig filter, dat lage tonen oppept als de Zeppelin Air zacht staat. Naarmate de luisteraar het volume opvoert, gaat de werking automatisch omlaag. Het resultaat is dat de Zeppelin Air bij alle geluidssterktes uitgebalanceerd klinkt. Verder ontlokt de DSP een zo diep mogelijke laagweergave aan de woofer. Daarbij vermijdt de DSP dat het laag gaat dreunen en voorkomt hij ook oversturing. De Zeppelin Air kan op een feestje veilig op maximaal volume spelen. Tenslotte splitst de DSP het signaal als een actief digitaal wisselfilter. Voor de vijf luidsprekers die erin zitten heeft de Zeppelin Air vijf verschillende eindversterkers. Vier van 25 watt (voor de tweeters en de middentoners) en een van 50 watt (voor de woofer), allemaal in class D.

Alle luidsprekers in de Zeppelin Air zijn vernieuwd. Onder andere heeft hij de tweeters gekregen van de MM-1 desktopluidsprekers. Daarnaast zijn de twee basreflexpoorten aan de achterkant nu voorzien van het patroon dat B&W Flowport noemt, dat met zijn kuiltjes doet denken aan een golfballetje. Hierdoor ondervindt de lucht bij het in- en uitstromen minder weerstand.

Ondanks de toegenomen interne complexiteit werkt de Zeppelin Air in het dagelijks gebruik probleemloos. Bij de test trad één probleempje op, maar dat is iets dat alleen de allereerste kopers –tijdelijk– zal treffen. Voor opstelling dichtbij de muur kan volgens de handleiding de laagweergave gematigd worden. Alleen: de instelling die je opgeeft, vergeet hij steeds. Navraag bij B&W leert dat dit een kwestie is van de softwareversie (‘firmware’) waarop de Zeppelin Air draait. De eerste exemplaren waren nog niet voorzien van versie 1.1.3, die voor de laagmatiging nodig is. Er is op de B&W-website een programmaatje beschikbaar (Mac en Windows) dat de firmware update.

Bij alle doorgevoerde verbeteringen valt er helaas ook wel wat te kapittelen aan de Zeppelin Air. De originele Zeppelin, en ook de Air, staan zodanig op hun ovale bodemstuk dat de luidsprekers naar boven gericht afstralen, niet rechtuit. De oude Zeppelin werd geleverd met een voet die hem alsnog rechtuit liet afstralen. Ideaal voor wie zijn of haar Zeppelin op oorhoogte zet (wie niet?). Dit hulpstuk ontbreekt bij de Zeppelin Air en er is ook geen accessoire verkrijgbaar. Dit betekent dat de koper idealiter het apparaat relatief laag moet neerzetten. Plaatsing op oorhoogte levert een indirecter en licht diffuus klankbeeld op. De standaard naar boven gerichte afstraling geeft wél een gelijkmatiger verspreiding van het geluid in de kamer, wat een grote luisterzone oplevert. Volgens B&W maakten de meeste consumenten er geen gebruik van, maar voor audiofiel luisteren (ja, hij is er goed genoeg voor—daarover dadelijk meer) moet B&W eigenlijk simpelweg alsnog de optie creëren om de Zeppelin Air horizontaal te richten. De luistertest is voor het grootste deel uitgevoerd met een geïmproviseerde “voet”, waarmee de Zeppelin Air alsnog recht vooruit speelde. En hoe!

Luisteren

Bij de gemiddelde iPodspeaker valt er voor de ware liefhebber niet veel te genieten. Ze klinken meestal zoals ze eruit zien: dun en klein. De oude Zeppelin was daarmee niet te vergelijken. Goed, met zijn prijs van 600 euro was hij een van de prijzigste iPodspeakers op de markt, maar hij was dan ook volgens velen de beste. Hij klinkt gedetailleerd en het belangrijke middengebied is zonder verkleuringen. Gemeten aan de grootte van het apparaat is het laag vol en diep.

Een korte vergelijking met de Air (ook 600 euro) maakt duidelijk dat de nieuwe in alle opzichten beter klinkt. Het laag is dieper, strakker en de lichte neiging tot dreun is verdwenen. Stemmen klinken nog iets natuurlijker. De Air maakt ook meer details hoorbaar en klinkt ruimtelijker met een breder stereobeeld. En dat is belangrijk, zeker bij een apparaat als de Zeppelin, dat vanuit één kast stereogeluid moet zien neer te zetten. Dat lukt verbluffend goed.

Natuurlijk geeft een stel stereo luidsprekers van een goede installatie een breder stereobeeld. Maar `Rockefeller Skank` van Fatboy Slim zweeft volledig vrij in de kamer, met lekker veel drive. Op de liveplaat `Voltooid verleden tijd` van wijlen Bram Vermeulen legt de B&W veel details bloot en speelt hij ook weer heel luchtig. Het geluid komt een heel eind los van de speaker. Zelfs met orkestraal werk Beethovens Vijfde levert de Zeppelin Air een pakkende voorstelling. Geen compressie, het klinkt overtuigend. Bijna niet voor te stellen dat dit geluid uit een apparaat van deze grootte komt.

De mate waarin de Zeppelin Air een groot klankbeeld weet neer te zetten wisselt wel een beetje. Bij enkele van de beluisterde albums, zoals Eddie Vedders soundtrack bij `Into the Wild`, blijft de muziek wat meer recht voor de Zeppelin plakken. Volop genietbaar, maar ruimtelijk een beetje meer richting mono.

De beste resultaten geeft de B&W als je er recht voor gaat zitten, op een afstand vanaf een meter of twee en, zoals gezegd, als hij horizontaal gericht staat. Zet je hem op zijn eigen bodemstuk en op oorhoogte, dan wordt de ruimtelijkheid hoorbaar diffuser en gaat er wat van de fantastische detaillering verloren.

Met of zonder voet is de Zeppelin in staat om een hele kamer te vullen met een schoon, aangenaam geluid. Hij levert domweg een hele hoop luistergenot. Gezien de vraagprijs wonderbaarlijk veel.

Conclusie

Een verzorgd uiterlijk, veel technisch vernuft, het comfort van AirPlay en zeer goed geluid. De koper krijgt bij deze tweede versie van de Zeppelin nog meer waar voor zijn of haar geld. De B&W Zeppelin Air is ideaal voor diegenen die een goed geluid willen in hun huiskamer, maar geen zin hebben in de dradenwirwar die meekomt met de gemiddelde installatie. Nog afgezien van twee luidsprekers, die ergens een plaatsje moeten krijgen. Ook voor kritische luisteraars die ergens een tweede systeem willen neerzetten is de Air een aanrader. Nu nog hopen dat B&W met een voetje komt. Al was het maar als accessoire.