Kef en McIntosch – Trans-Atlantische Symbiose


Max Delissen | 31 augustus 2010 | Fotografie Max Delissen | KEF

Baden in weelde. Jezelf overgeven aan schandalige luxe. Decadentie ten top. Extreme hebberigheid. Gelukzalig muziekgenot. Allemaal gevoelens die in mij opkwamen toen ik aan de gang ging met de KEF Reference 207/2 luidsprekers en de elektronica van McIntosh.

Als je wat langer bezig bent in de hifi weet je dat er op tradities gebaseerde verschillen bestaan in de manier waarop in diverse landen met muziekweergave wordt omgegaan. Doordat de wereld de laatste decennia in rap tempo kleiner is geworden nemen die verschillen echter steeds verder af. Het is vooral in de hoogste prijsregionen dat die regionale signatuur is verruild voor een soort optimaal gemiddelde. Laat me dat uitleggen. In dit geval gaat het om een Amerikaans en een Engels product, en dat levert volgens de oude denkwijze een behoorlijk spannende combinatie op.

Engelse luidsprekers hebben van oudsher de naam dat ze er nogal saai uitzien, en warm en enigszins terughoudend klinken. Erg lekker voor klassieke muziek en akoestische jazz, maar minder geschikt voor stevige rock of dance. Amerikaanse elektronica zit meer aan de andere kant van het spectrum. Zowel uiterlijk als klankmatig draait het aan de overkant van de Atlantische Oceaan om spektakel en impact. Groter is beter. Zit dat bij deze set ook zo? Niet dus... Nou ja, niet helemaal in ieder geval. Maar voor ik het over de prestaties - en de prijs - ga hebben moet ik eerst uitgebreid ingaan op de ultieme schoonheid van deze set.

Het oog wil ook wat

Over smaak valt niet te twisten. Die open deur trap ik op voorhand graag nog een keer in, want hij vormt de enige nuance in het volgende betoog. De KEF Reference 207/2 is een bloedmooie luidspreker, met een aantal functionele designkenmerken die hem direct herkenbaar maken als onbetwist topproduct. Er is bijna obsessief aandacht besteed aan details en afwerking. De glanzend gelakte kast is fors, maar heeft naar achteren toe een akoestisch zeer verantwoorde druppelvorm die hem aanzienlijk slanker laat lijken dan hij is. De voetjes waarop hij staat zijn voorzien van een rolbare kogel, waarmee het een fluitje van een cent is om zijn meer dan 60 kilo per stuk eenvoudig in beweging te krijgen om hem op de gewenste plaats neer te zetten.

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat dat op laagpolig tapijt geen probleem oplevert, maar dat ik geen verantwoordelijkheid neem voor beschadigde parketvloeren. Bij de ‘kop’ van de luidspreker kun je niet eens meer spreken over een detail, want het is een niet te missen onderdeel van het uiterlijk. Deze van speciale kunststof gemaakte behuizing bevat de door KEF ontwikkelde Uni-Q eenheid, waarbij de hogetonen-unit in het hart van de middentoner is geplaatst. De klankmatige reden daarvoor hou je tegoed, want ik moet eerst nog even verder jubelen over het uiterlijk. In de kop van de luidspreker is namelijk ook een rond libelle-waterpasje gemonteerd, waarmee de luidspreker perfect recht kan worden gezet.

Snoepjes

De naam McIntosh doet mij denken aan een paarsomrande blikken trommel vol met in fel gekleurde cellofaantjes verpakte toffees. Ook al schreef je die naam net anders, de associatie met snoepjes is helemaal niet zo gek. Deze apparatuur ziet er uit om op te vreten. Op een bepaalde manier oogt het ook helemaal niet Amerikaans. De glanzende zwart glazen fronten met hun ouderwetse draaiknoppen en groen oplichtend logo doen toch echt Engels aan, en de zachtblauwe VU-meters op de versterkers missen ook het Grote Gebaar dat je vanwege de herkomst zou verwachten.

Ook hier is weer heel veel aandacht aan details en afwerking besteed. Alles aan deze apparatuur voelt alsof het gemaakt is om een eeuwigheid mee te gaan. Van de doodstil naar buiten zoevende lade van de MCD500 (sa)cd-speler tot de oerdegelijke luidsprekeraansluitingen van de MC501 mono-eindversterkers is er helemaal niks op deze apparatuur aan te merken. Het allergaafste detail is de rij elektronenbuizen in de C2300 voorversterker die door een glazen plaat in de deksel zichtbaar zijn. Als je de versterker inschakelt lichten de buizen groen op. Groen? Een kleine frivoliteit van de ontwerpers. In de buisvoetjes zitten gekleurde LED’s die de glazen kolven van een bijna onaards lichteffect voorzien. Daar ben ik echt op slag verliefd op geworden. Jammer dat we deze set maar kort te logeren hebben, want ik zou hem maar al te graag in mijn kofferbak gooien om hem de komende jaren thuis verder te evalueren.

Een beetje techniek

Als je zo’n kostbare set in huis hebt, ontkom je er niet aan om het ook even over de techniek te hebben. Mensen die daar totaal niet in geïnteresseerd zijn kunnen beter vanaf de volgende alinea verder lezen. De KEF-luidsprekers zijn een 4-weg systeem, wat betekent dat het geluid door vier units wordt weergegeven. In het onderste gedeelte van de kast zitten twee flinke basluidsprekers, en een even grote bas/middentoner.

Daarboven zit, in het kopje, de Uni-Q unit die de middentonen en de hoge tonen weergeeft. Het principe waarbij de unit die het hoog weergeeft in het hart van de middentoner wordt gemonteerd is niet nieuw, maar de aanpak van KEF is wel uniek. Deze configuratie zorgt voor een zeer homogene afstraling van het geluid, waardoor een veel nauwkeuriger stereobeeld ontstaat. De Reference 207/2 heeft ook twee draaiplugjes achterop zitten waarmee je de klankbalans kunt beïnvloeden.

De sacd-speler van McIntosh speelt cd’s en sacd’s, en het bijzondere is dat je met een knop op de voorkant direct kunt kiezen of je de cd-laag of de sacd-laag van het schijfje wilt afspelen. Dat is handig als je een hybride sacd hebt waarbij op de ene laag iets anders te beluisteren is dan op de andere. De buizenvoorversterker heeft de mogelijkheid om de gevoeligheid van iedere ingang apart in te stellen. De eindversterkers tenslotte hebben een zeer ongebruikelijke schakeling. Ze werken met transistoren voor de versterking, maar zijn net als een buizenversterker voorzien van een uitgangstransformator.

Muziek

Als je een set hebt staan die inclusief bekabeling meer dan 50.000 euro kost, dan mag je wel wat verwachten van de weergave. Maar de overvloed aan kwaliteit die ik hoorde verraste me toch nog. Ik zal niet zeggen dat deze set de perfecte weergave biedt, want ik ben er van overtuigd dat die alleen bestaat op één bepaalde stoel in de concertzaal, en dan ook nog eens zeer aan persoonlijke smaak onderhevig is. Maar de mate waarin deze set die werkelijkheid weet te benaderen geeft wel een idee van de kwaliteit.

De luidsprekers klinken totaal niet warm en laidback, zoals oude KEF’s nog wel eens wilden doen. Het door de luidsprekers opgeroepen geluidsplaatje is enorm gedetailleerd en ruimtelijk, en maken het mogelijk om heel diep in de opname te kruipen. Het woord ‘uitgebalanceerd’ komt voortdurend in me op. ‘Gemak’ is nog zo’n woord dat in mijn aantekeningen vaak terugkomt. Alle genres, van subtiele jazz tot brute elektronica, worden overtuigend en herkenbaar weergegeven. Dat is overigens ook een verdienste van de McIntosh-set, die ten opzichte van onze echt niet kinderachtige huisinstallatie het verschil tussen goed en heel erg goed overtuigender dan ooit liet horen. Het spierballengeluid waarvoor ik bij deze Yanks een beetje bang was blijft achterwege, en de 500 watt eindversterkers tonen zich zachtaardige reuzen.

Conclusie

Ik ga niet proberen om de hoge prijs van deze set te rechtvaardigen, want ik weet dat er niet veel mensen zullen zijn die zich deze weelde kunnen veroorloven.

Als je het over deze bedragen hebt, moet je blindelings op de kwaliteit kunnen vertrouwen, zowel van de afwerking als van de weergave. Wat dat betreft keur ik de prijs/kwaliteit-verhouding zonder enig voorbehoud goed. De meerwaarde in luistergenot die deze combinatie biedt is moeilijk in geld uit te drukken. De Engelsen hebben er een prachtige omschrijving voor: pride of ownership. Ik kan het me helemaal indenken. Elke dag naar deze set te mogen kijken...Ik denk dat ik gewoon de boot ga verkopen...