Multitest vijf budget aftasters


Kilian Bakker | 11 maart 2010 | Fotografie Kilian Bakker | Audio-Technica

Exotische platenspelers met exorbitante prijskaartjes behoren -samen met buizenversterkers en fullrange electrostaten- tot de ultieme audio-lustobjecten. De gemiddelde analoge muziekliefhebber zal het geliefde vinyl echter aftasten met een beduidend meer bescheiden en soms al vrij oude platenspeler. Behalve onderhoud van het plateaulager, de snaar, de ophanging en de toonarm zal bij oudere platenspelers het aftastelement het meest aan een nieuwe naald of vervanging toe zijn.

Wie een nieuwe junior platenspeler van Pro-Ject, Rega, Dual, NAD of Thorens koopt, zal daar een instap-aftaster bij geleverd krijgen. Die compleetheid is handig want het maakt zo`n platenspeler plug & play maar wellicht valt er meer uit te halen, voor vrij weinig geld. Hoeveel weergavekwaliteit kan er bijvoorbeeld worden verkregen voor zestig Euro en minder? Maar liefst vijf modellen uit de laagste prijsklasse werden met zorg geselecteerd en onder de loep genomen om daar een antwoord op te geven.

Systeemcontext

Als testplatform werd een NAD C552 platenspeler ingezet (met dank aan AND BeNeLux) in combinatie met de tweede residentiele phonovoorversterker; de NAD PP3. De C552 wordt -net als vele andere betaalbare analoge schijfspinners- af fabriek geleverd met een instap-aftaster, in dit geval de alom bekende Ortofon OMB5E.

De NAD platenspeler werd daarom eerst in standaard uitvoering beluisterd zodat er kon worden vastgesteld of, en zo ja in hoeverre de recensie-onderwerpen het `freebee` element konden overtreffen. Als recensieversterker deed een Heed Audio Obelisk SI dienst terwijl weergevertaken werden verdeeld tussen de residentiele Mo Iqbal Monitor One`s en Stirling Broadcast LS 3/5a`s.

 

De kandidaten

Deze groep aftasters bevindt zich in een vrij lage en soortgelijke prijscatagorie maar dat neemt niet weg dat ze zich op het mechanische, technische en klankmatige vlak wel degelijk onderscheiden. Het zijn zelfs niet allemaal `gewone` moving-magnet typen. Zo maakt de Grado gebruik van een gepatenteerd Moving Iron systeem met `Optimized transmission Line` cantilever technologie en Grado`s `Flux-Bridger`.

De Audio Technica is weliswaar een moving-magnet type, maar dan met twee stuks in V-formatie (in lijn met de groefwanden), oftewel `Dual Magnet`. De Nagaoka maakt gebruik van het bij breedbander-fans zeer geliefde klassieke AlNiCo magneetmateriaal, in combinatie met spoelkernen uit extra zuiver permalloy. De aan elkaar verwante Goldring en Tonar aftasters zijn op papier het meest conventioneel maar de doordachtheid en bouwkwaliteit van deze ontwerpen spreken voor zich. De Tonar Birdie is van een conische naaldtip voorzien terwijl de andere vier elliptische tippen dragen.

De compliantie-gegevens worden niet consequent opgegeven, dat wil zeggen: Grado geeft niets op, Goldring enkel de statische compliantie, Tonar en Nagaoka de dynamische compliantie en Audio Technica doet de bedrijfsnaam eer aan door zowel de statische als de dynamische compliantie van de AT95E op te geven. Dank u, AT. Qua eigen massa zijn de Birdie en Elektra met respectievelijk 4,1 gram en 4,2 gram de lichtste groefspeurders. Bij middelzware, statisch gebalanceerde toonarmen kan dat leiden tot een beperkt of onmogelijke naalddrukinstelling; iets om rekening mee te houden (de meeste toonarmfabrikanten geven een uit te balanceren massabereik op). De twee Japanners zitten rond de 5,5 gram en geheel naar verwachting legt de Amerikaanse Grado letterlijk het meeste gewicht in de schaal met 6 gram.

De opgegeven uitgangsspanningen van vier trackers liggen tussen de 3 en 5 mV terwijl Goldring maar liefst 7 mV claimt voor de Elektra. Dat de verpakkingen in alle vijf gevallen sober maar afdoende zijn, is eigenlijk heel geruststellend. Een luxe verpakking zou op dit prijsniveau praktisch onmogelijk zijn of ten koste gaan van de kwaliteit van het hoofdproduct; de aftaster. Van de vijf waren er vier verpakt in plastic doosjes met schuimrubber opvulling terwijl de Grado Black in een soort ECC dubbeltriode doosje wordt geleverd met een plastic huls en de gevouwen handleiding als stootbescherming. Dat laatste is overigens meer effectief dan het lijkt. Zogenoemde high-end aftasters worden nog wel eens zonder handleiding geleverd -tot de niet geringe verbijstering en ergernis van de nieuwe eigenaar.

Alle hier besproken groefspeurders worden vergezeld van een duidelijke, geïllustreerde (Engelstalige) bijsluiter en montagemateriaal. Het Grado survival-pakket omvat zelfs een `extractor tool` voor het veilig -vertikaal- losnemen van de unieke Moving Iron naalddrager. Overigens wordt ook de Audio Technica AT95E naalddrager vertikaal gemonteerd. Alle vijf zijn ze tamelijk robuust uitgevoerd en zijn ze voorzien van een naadbeschermer. De Grado scoort wat lager op dat laatste punt, met een minder goed passende en lastig te verwijderen beschermer terwijl de Audio Technica triomfeert met een perfect uitgevoerde beschermkap. Beauty is in the eye of the beholder maar voor ondergetekende heeft de Nagaoka qua uiterlijk en afwerking een klein streepje voor op de rest.

 

Ringen

De afmetingen van de vijf kandidaten lopen uiteen en name de hoogte is dan een belangrijke factor bij een toonarm zonder hoogte-instelling van de toonarmbasis zoals de NAD (REGA) RB100. Overigens zijn de laatste generatie REGA toonarmen dankzij een Linn-achtige driepunts montage gemakkelijker op te hogen dan de oude typen, waarvoor men ringen of een moer met een grote diameter moest vinden. Drie, zes, negen enzovoort M4 ringen (van Nylon of RVS) volstaan om de huidige RB armen een zetje in de goede richting te geven. Reduceren van de standaard kolomhoogte is niet mogelijk zonder drastische mechanische ingrepen.

In verhouding tot het door NAD meegeleverde Ortofon element (wat op zichzelf een fractie aan de hoge kant is en dus voor een licht naar achteren aflopende armbuis zorgt) zijn de Nagaoka MM321EB en de Audio Technica AT95E vrijwel even hoog gebouwd en behoeven dus in principe weinig of geen VTA (Vertical Tracking Angle) compensatie. De Goldring Elektra en Tonar Birdy Zijn nog lager, vergelijkbaar met REGA`s eigen elementen wat pure `low-riders` zijn. Bij nog lagere/plattere modellen zou men het element kunnen ophogen door kleine M2,5 ringen tussen de armkop en de body van het element aan te brengen. De Grado Black is de enige aftaster die duidelijk hoger gebouwd is dan het standaard OMB 5E element.

Wie de armkop in de lengte-richting waterpas wil hebben (zero VTA) kan zoals gezegd M4 ringen aanbrengen tussen de armbasis en de chassisplaat van de platenspeler. Sommige Grado-fans zweren echter bij een zogeheten negatieve VTA omdat dat voor een weliswaar minder gestoken maar ook meer royale presentatie kan zorgen. Alle hier besproken aftasters werden in de standaard RB100 arm zonder VTA compensatie beluisterd, mede omdat de gemiddelde eigenaar van een sub-60 Euro aftaster en een platenspeler zoals de C552 op dat punt waarschijnlijk niet zal gaan tweaken. Bovenstaande info kan echter van belang zijn voor wie wel met ringen aan de slag wil gaan.

Blu-Tack

Dan komen we op het punt van de eigen massa van een aftaster en het balanceer-bereik van de toonarm. Behalve de effectieve massa van een bepaalde toonarm (gemeten zonder contragewicht, aan de tip van de armkop) wordt dat bereik bepaald door de massa van het contragewicht. Al gauw bleek, dat de twee lichtgewichten uit het quintet simpelweg te weinig massa bieden voor de RB100 arm. De kunststof armkop van de RB100 zorgt voor een lichtere armbuis dan dat van de RB250 terwijl een vergelijkbaar contragewicht wordt toegepast.

Resultaat; de gewenste 2/2,5 gram naalddruk oftewel VTF (Vertical Tracking Force) kon zelfs met het contragewicht geheel naar voren geschoven niet worden gehaald (bij de Goldring Elektra was het resultaat nauwelijks 1,25 gram).

De oplossing? In dit geval een zorgvuldig afgemeten (1,5 gram) blob blauwe Blu-Tack bovenop de armkop waarmee een bruikbaar regelbereik van het contragewicht -en daarmee de optimale VTF- werd verkregen. Overigens is dat geen zeldzaamheid; zo waren de legendarische Moving Coil afasters van Monster (gebouwd door ZYX in Japan) in hun standaard uitvoering te licht voor de S.M.E. Series IV en Oracle 345 toonarmen, die echter tot uitstekende aftast-partners kunnen worden gemaakt door eenzelfde Blu-Tack blob bovenop de armkop aan te brengen (een minimale hoeveelheid Blu-Tack of Pritt Buddy en een -niet magnetisch- klein muntstukje werkt ook). Overigens maakt ZYX hoogwaardige armkop-gewichten voor hun nog altijd zeer lichte speurneuzen en ook Ortofon kan hun lichtste OM en OMB elementen met een gewicht leveren, wat het geval is bij het OMB5E element van de NAD C552. Oninstelbare VTA en eventuele massa-aanpassingen zijn zeker niet ongebruikelijk bij betaalbare platenspelers, men kan ze ook tegenkomen bij instapmodellen van Denon, DUAL, Goldring, REGA en Thorens.

 

Luisteren

Nadat alle vijf testkandidaten stuk voor stuk waren ingespeeld (een aardige klus) mocht de Ortofon OMB5E aftaster van de NAD C522 platenspeler zijn elektromechanische kunnen tonen want ook dat type behoort tot de analoge instappers. Er werden vele vinylschijven tevoorschijn gehaald tijdens de recensieperiode maar twee LP`s werden bij elke aftaster uitvoerig beluisterd; We Get Requests van het Oscar Peterson Trio en So van Peter Gabriel. De eerste schijf kan zowel qua verfijning als timbrale rijkdom en timing als een referentie worden beschouwd terwijl de tweede een behoorlijke uitdaging vormt voor budgetaftasters.

De C552/OMB5e is een vriendelijk, zelfs opgewekt klinkende combo wat in de frequentie-uitersten duidelijk beperkt is maar op ontspannen wijze te werk gaat. De OMB5e voelde zich goed bij een VTF (naalddruk) van 1,7 gram. Bij de Peter Gabriel track In Your Eyes liet de NAD combo een soepele presentatie van de baslijn horen terwijl Peter Gabriel`s zang wat ingehouden klonk. Het diep-grommende laag van deze track gromde weliswaar maar kwam tekort aan diepgang. Ook de Eric Bibb LP Rainbow People en We Get Requests kwamen laid-back maar zeker niet oninteressant naar voren. Goed om mee te ontspannen na een lange dag, echter geen gangmaker voor wie flink wil rocken.

Now for something completely different: de Grado Black (die inderdaad bij exact 1,5 gram optimaal groefspeurde), een oude bekende van ondergetekende. In Your Eyes klonk direct meer solide, met punchy percussie en expressiever klinkende zang. De weergave was nog altijd vriendelijk maar kwam nu ook goed tot leven. Bij zang was af en toe een lichte nadruk op `s` klanken hoorbaar maar daar staat een bewonderenswaardige muzikale zeggingskracht tegenover. Geen wonder dat de Grado/Rega match zo geliefd is (met name in het Verenigd Koninkrijk). Simpel geformuleerd; de LP So met een Grado Black = een muzikaal feestje. Bij You Look Good To Me van We Get Requests kwam het gebrom van de door bassist Ray Brown gestreken snaren lekker stevig naar voren. Het met vegers bespeelde drumstel pufte op verfijnde wijze terwijl het pianospel rijk en spoepel maar niet al te gearticuleerd klonk. De swing van de fameuze Jazz-sessie kwam uitstekend uit de verf waardoor deze doorgewinterde Jazz fanaat en vinylist echt genoot en dat zegt wat.

Op naar Japan

De Audio Technica AT 95E stond bij 2,2 gram optimaal in de groef en bood daarbij een pittige, up-front presentatie met het zwaartepunt in het hoge midden. Daardoor werden de felle drumklappen van de Peter Gabriel track In Your Eyes benadrukt, terwijl de grommende bas wat onderbelicht bleef. De zang klonk goed; open, gearticuleerd en met een goede overdracht van Peter Gabriel`s typische gekwelde voordracht. Het opvallend heldere, impulsieve karakter van de AT95E zou bij bloom-arme system kunnen omslaan in prikkerig maar dat was niet het geval met de NAD C552 en PP3 als bron-support. Met We Get Requests als vinylvoer klonken de cymbal-tikken kristalhelder; klasse. Het strijk- en plukspel van Ray Brown maar ook zijn gehijg en gesteun kwamen uitstekend uit de verf.

De AT 95E liet duidelijk horen, uit welke stal het komt want het bekende moving-coil familielid OC9 is een ware meester in het uitdiepen van dergelijke geluiden. Het is een knap maar enigszins kritisch ontwerp wat in de juiste context voor indrukwekkende resultaten kan zorgen. De PP3 phonotrap is een zeer goede partner, de RB100 toonarm niet helemaal; een RB 250 zal qua effectieve massa en energie-afvoer een nog betere aftast-partner zijn. We blijven in Japan. De Nagaoka MM321EB die in z`n sas was bij 1,9 gram naalddruk, nestelde zich qua presentatie comfortabel tussen de Ortofon en de Audio Technica met vloeiende, open en pittig klinkende percussie (In Your Eyes). Ten opzichte van de Ortofon klinkt de MM321EB een stuk opener maar helaas gaat die openheid gepaard met een vrij sterke sibillance (s & t klank) nadruk, meer dan dat van de AT95E. Het laag is beter dan dat van de Audio Technica, zowel qua rijkdom als `push` terwijl Peter Gabriel`s zang beter verstaanbaar was. Bij You Look Good To Me was de cymbal-weergave met de MM321EB de meest verfijnde van de groep. De piano werd meer in de diepte afgebeeld terwijl het `walking-bass` spel van Ray Brown voor een even grote grijns op het gezicht van de auteur zorgde, als de Grado Black. Bij de MM321EB was dat vooral vanwege de goed overgebrachte speelse muzikale kwinkslagen, bij de Black dankzij de meeslepende laagweergave.

De Goldring Elektra werd ingebouwd en deed zijn ronden optimaal bij 2,1 gram. Toen de LP So op het vilt lag, moet de Elektra hebben gedacht: de eerste klap is een daalder waard want het Britse ontwerp zette meteen krachtig en zelfverzekerd in. Een royale, behoorlijk open en stabiele presentatie; de weergave stond als een huis -net als met de Black maar met meer ruimtelijkheid en minder bloom. Bij Peter Gabriel`s zang werd een goed evenwicht bewaard tussen expressiviteit en articulatie, met een lichte maar geenzins storende sibillance-nadruk. Met name het drumspel werd bovengemiddeld goed bedeeld maar van groter belang is het feit dat de Elektra als enige van de vijf de achtergrondzang goed belicht, zelfs met een heel redelijke dieptestaffeling. Bij You Look Good To Me sprong het pianospel eindelijk vanaf de eerste tel in het gehoor. De bas bromde minstens zo geloofwaardig als met de Black, al had het niet het gewicht wat het met de Grado meekreeg. De drums klonken droog, gearticuleerd en luchtig; niet slecht. Helemaal niet slecht want uitgewogen en muzikaal meeslepend.

Tijd voor de Tonar, die zijn voet het hardst neerzette bij een optimale naalddruk van 2,55 gram. Dit is een zogeheten `kissing cousin` van een Goldring en er waren familieovereenkomsten hoorbaar, maar ook aardig wat verschillen. In Your Eyes klonk wat softer, zelfs wat omfloerster dan met de Elektra maar met een fraaie tonale coherentie en een goed te volgen baspartij. De zangweergave was zelfs uitstekend; een duidelijk overgebrachte emotionele lading en minimale sibillance-nadruk. In het hoog hield de Birdy het sneller voor gezien dan de andere kandidaten maar daardoor is het meteen een minder kritisch element voor budget-systemen. Lucht en fijndetail werden duidelijk onderbelicht maar desondanks scoorde de Birdy op de punten achtergrondzang en muzikale samenhang bijna even goed als de Elektra. Swing en intertonale ritmiek kwamen goed tot hun temporale recht. Alhoewel de Birdy de resolutie van de AT95E of de MM321EB miste, was het meer `fun` om naar te luisteren, al legde de kanariegele groeftaster het ook op zijn sterktste punten af tegen de Elektra en de Black. De Bridy mag dan geen hoogvlieger zijn, het is muzikaal overtuigend.

Conclusie

Vijf aftasters testen, ga daar maar aan staan. Toch is het niets vergeleken bij de kunsten van de elementfabrikanten die muzikaal meeslepende en betrouwbare aftasters kunnen maken met een verkoopprijs van enkele tientjes. In dat opzicht zijn alle in deze recensie besproken speurneuzen -de Ortofon inbegrepen- een prima optie voor het verkrijgen van analoog plezier. Toch zijn er twee, die hier met kop en schouders boven de rest uitstaken: de Grado Black en Goldring Elektra. Tel daarbij de muzikale prestaties van de eerder besproken Nagaoka MP100 en de slotsom is, dat er budgetaftasters zijn die kunnen boeien. Vinylgenot voor weinig geld? You bet!

Aanvullende informatie:

Audio Technica AT95E: 44 euro
Goldring Elektra: 59 euro
Grado Black: 49 euro
Nagaoka MM321EB: 49 euro
Tonar Birdy HiFi: 35 euro
NAD C552 (incl. OMB5E): 499 euro

Importeur NAD:

AND Benelux;
Internet: www.andbebelux.com

Importeur van de vijf kandidaten:

Tonar International;
Telefoon: 033-4554511

Randapparatuur:

Phonotrap: NAD PP-3
Versterker: Heed Obelisk Si
Weergevers: Monitor Audio Monitor One, Stirling LS3/5a-V2
Kabels: QED Qunex2, QED Original
Meubels: Acrylit, Ikea Klubbo, JR
Lichtnet: Bandridge outlet, Kemp SNS Plug, Kemp SR Plug