Kef Reference 205/2


Max Delissen | 28 januari 2010 | KEF

De Reference modellen van de Engelse luidsprekerfabrikant KEF behoren al sinds de eerste generatie tot de audiofiele bovenklasse. Liefhebbers weten dat deze serie van het Britse merk altijd bijzondere luidsprekers oplevert, van uiterst hoogwaardige monitorluidsprekers tot enorme vloerstaande modellen, vaak voorzien van aparte technische en akoestische oplossingen en immer het neusje van de zalm op het gebied van geluidsweergave.

Het merk KEF werd in 1961 opgericht door Raymond Cooke. De eerste jaren werkte het bedrijf vanuit een zogenaamde Nissen-Hut op het terrein van een metaalbewerkingsbedrijf in Maidstone, de Kent Engineering and Foundry, wat ook meteen de naam van het luidsprekermerk verklaart.

 
foto © kef.com

Cooke was een eigenzinnig genie die zich het overzichtelijke doel had gesteld de beste luidsprekers ter wereld te gaan maken. Aangezien dat niet lukte met de materialen die toentertijd beschikbaar waren lag het voor de hand dat hij zelf aan het uitvinden moest slaan. Dat resulteerde al gauw in bijzondere bas- en middentonen-units van folie-versterkt polystyreenschuim en Mylar tweeters. Het eerste model K1 werd al snel opgevolgd door de legendarische Celeste, die in zulke grote aantallen over de toonbank ging dat het bedrijf zich financieel geen zorgen meer hoefde te maken.

Het succes van de Celeste stelde hem onder meer in staat om in 1973 het eerste Reference model op de markt te brengen. Deze luidspreker, met de wat cryptische naam 104, veroorzaakte bij zijn introductie een kleine aardverschuiving. Recensenten en consumenten zagen zich gedwongen hun beeld over luidsprekers bij te stellen. Wat de fabrikant uit Maidstone met de 104 bereikte was dat particulieren de kans kregen een geluid in huis te halen dat tot dan toe voorbehouden leek aan professionele gebruikers in studio`s.

 

Een nadere kennismaking

Vele series later bestaat de huidige Reference reeks uit 8 modellen. Een subwoofer, een dipool surroundluidspreker, twee centerluidsprekers en vier luidsprekermodellen die je ook in een gewone stereo-setup kunt gebruiken. Het topmodel, de 207/2, was al eens te gast op onze redactie. Dat was een indrukwekkende ontmoeting, maar eentje met een kanttekening. Omdat de ruimte waarin de 207`s bivakkeerden op de een of andere manier een vervelende bijrol voor zich opeiste kwam de luidspreker niet uit de verf zoals wij dat hadden gehoopt. Een nadere ontmoeting op de VAD Show van afgelopen jaar bevestigde dat het inderdaad aan onze ruimte had gelegen, want de 207/2 maakte daar zeer fraai muziek.

Toen we het aanbod kregen om een tijdje met de kleinere zus, de 205/2, te spelen was onze reactie weliswaar gretig, maar dachten we ook met enige reserve terug aan hetgeen er de vorige keer gebeurde. Die vrees bleek ongegrond, want toen de in prachtig licht Satin Sycamore (Plataan) uitgevoerde 205/2 eenmaal aangesloten was en we de afstemming (waarover later meer) voor elkaar hadden, bleek de match met de ruimte deze keer heel erg goed te gaan, en een periode van ongegeneerd luistergenot brak aan.

Al snel bleek dat de 205/2 een luidspreker is die het de versterker niet heel erg moeilijk maakt. Hoewel qua prijs een beetje uit verhouding hebben we het meeste naar de luidspreker geluisterd met de Rotel RA-1520 versterker, die over ruim voldoende kracht én muzikaliteit bleek te beschikken om de KEF aan het zingen te krijgen. Dat mag, nee, dat moet overigens als welgemeend compliment voor deze gunstig geprijsde versterker worden opgevat.

De impedantie zakt nergens onder de 3,2 Ohm, een (minimaal gevraagd) versterkervermogen van 50 watt is tegenwoordig ook eerder regel dan uitzondering, en met een gevoeligheid van 90 dB mag je gerust spreken van een hoog rendement. Allemaal gunstige omstandigheden voor een versterker dus.

 

De 205/2 is een rijzige verschijning, met een hoogte van ruim 110 centimeter. De bovenin de kast geplaatste concentrische Uni-Q middentoner/tweeter unit is in een eigen behuizing ondergebracht met een bolle afdekking die qua vorm een beetje aan zo`n ouderwetse gevlochten bijenkorf doet denken. Omdat deze (zwart gekleurde) deksel een stukje boven de houten kast uitsteekt lijkt de totale hoogte dus behoorlijk mee te vallen. Ook is het front niet al te breed. We meten minder dan 30 centimeter ten opzichte van een diepte van ruim 40 centimeter. Echter: omdat de kast naar achteren toe conisch wegloopt is het totale postuur van de luidspreker gerust slank te noemen. De afwerking is werkelijk prachtig. Het echte houtfineer geeft een subtiele zweem van diepte aan het kastoppervlak en zorgt zo voor een nog kleinere aanblik. De doos met meegeleverde accessoires zou in de gemiddelde werkplaats niet misstaan.

 

Units en filters

Onder de nieuwste generatie Uni-Q unit bevinden zich twee papieren woofers met een diameter van 20 centimeter, die elk hun eigen deel van de kast bezetten en ook allebei hun eigen baspoort aan de voorzijde hebben. De overnamefrequenties van laag naar mid en van mid naar hoog zijn met 400 en 2300 Hz. goed gekozen, want ruim onder de opbreekfrequenties van de gebruikte units. Dat betekent dat de luidspreker fors op zijn staart kan worden getrapt zonder dat de mechanische vervormingscomponent in het geluid storende vormen zal aannemen.

De filters zijn goed verstopt in de kast, maar een kleine foto van het gebruikte filter op de website van het merk laat zien dat de ontwerpers van KEF volgens de modernste inzichten te werk zijn gegaan bij het samenstellen en bouwen van de schakeling.

Er is mechanische demping aangebracht onder kritische onderdelen en de filterplaat zelf, en gewone elektrolytische condensatoren (die vanwege hun klankmatig magere eigenschappen eigenlijk niks te zoeken hebben in de signaaldragende delen van luidsprekerfilters) worden op kritische plaatsen gewoon niet gebruikt. In plaats daarvan is gekozen voor verouderingsvrije en veel fijnzinniger klinkende MKP types, en er wordt volop gebruik gemaakt van zgn. luchtspoelen. De opbouw van het filter is volledig uitgevogeld met het oog op een zo laag mogelijke elektromagnetische interactie tussen de spoelen onderling.

Afstemming

Binnen de audiofilie (die term bestaat echt) is er een vrij fundamentalistische stroming die het gebruik van toonregeling mijdt als ware het een wortelkanaalbehandeling bij een pas afgestudeerde tandarts. De theorie daarachter is dat schakelingen die nodig zijn voor het beïnvloeden van het weergegeven frequentiespectrum een zuivere signaaloverdracht in de weg staan, en dus de geluidskwaliteit negatief beïnvloeden. Zelfs een overbruggingsschakelaar voor zo`n toonregeling wordt met de nodige argwaan bekeken. Maar in een heleboel gevallen zou een beetje toonregeling helemaal geen kwaad kunnen. Luisterruimtes fungeren doorgaans ook als gewone huiskamers (het is dus andersom: de huiskamer wordt meestal als luisterruimte gebruikt), en wie daarin moet samenleven met andere huisgenoten zal compromissen moeten sluiten ten aanzien van de opstelling en de kamerakoestiek. KEF komt deze enorme groep gebruikers tegemoet door een alternatief te bieden voor de vaak matige toonregeling op versterkers.

Boven de drievoudig uitgevoerde luidsprekerklemmen achterop de luidspreker zijn drie van schroefdraad voorziene gaten te vinden waarin keurig geïsoleerde vergulde pluggen kunnen worden gedraaid. Afhankelijk van de plek waar ze ingedraaid of juiste verwijderd worden is de afstemming van het laag en het hoog te regelen. Draait men een plug in de LF Adjust positie, dan staat de laagweergave in de neutrale stand. Vraagt de ruimte om wat minder laag dan veroorzaakt het verwijderen van de plug een afname van -2 dB, wat in veruit de meeste gevallen subtiel genoeg werkt om een geloofwaardig laag te behouden, maar wel de “boem” kwijt te raken.

De afstemming van het hoog is uitgebreider, en geeft de keuze uit +0,75 dB, 0,00 dB, -0,75 dB en -1,50 dB. In onze luisterruimte bleek het laag op 0 dB en het hoog op -0,75 dB het beste resultaat te geven, maar het verdient aanbeveling om zelf uitgebreid te experimenteren met de instellingen. Angst voor degradatie van het geluid is niet nodig, want wat je met de pluggen doet is gewoon een andere netwerk binnen het filter in gebruik nemen. Het is overigens verstandig om een instelling de tijd te geven om op klank te komen. Een nooit of lang geleden voor het laatst gebruikte filtersectie moet kunnen inspelen. Haastig wisselen tussen de verschillende standen kan dus leiden tot verkeerde conclusies.

 

Luisteren

Omdat de redacties van HiFi.nl en Muziek.nl in hetzelfde kantoor zitten is er altijd een ruime selectie van de meest uiteenlopende muziek ter beschikking; van klassiek tot pop, en van rock tot electronica. De 205/2 blijkt een alleseter in de gunstigste zin van het woord. Je merkt dat vaker met erg goede ontwerpen. Het maakt niet uit wat je ze voert, het wordt met de grootst mogelijk zorg en realiteitszin weergegeven. De luidsprekers bulderen als een straaljageruitlaat als daarom gevraagd wordt, maar veranderen net zo gemakkelijk in een uiterst fijnzinnige speeldoos waar met veel oor voor detail een klein muziekje uit dwarrelt. Dynamieksprongen zijn snel en adembenemend nauwkeurig.

De nieuwste generatie Uni-Q tweeters mist de scherpe randjes die oudere uitvoeringen bij hogere vermogens nog wel eens wilden hebben, en dus kun je onbeschoft luid spelen voor je dat in de gaten hebt. Pas wanneer je iets tegen een medeluisteraar wil zeggen en die zich naar je toe buigt met een “watte?” uitdrukking op het gezicht weet je dat het tijd wordt om de volumeknop weer eens wat naar links te draaien.

Als de reference 205/2 goed wordt opgesteld is er een gul ruimtelijk beeld. KEF adviseert de luidsprekers minimaal 8 inch (22,5 centimeter) vanaf de achterwand de plaatsen, maar dat is het huiselijke compromis waar de meeste kopers rekening mee moeten houden. Als men in staat is om een grotere vrijstand te realiseren beloont de luidspreker dat met ettelijke meters meer hoorbare ruimte naar achteren toe. Hetzelfde geldt voor de afstand tot de zijwanden. De meegeleverde gebruiksaanwijzing geeft hier overigens goede en bruikbare praktische tips voor.

Hoewel het frequentiebereik volgens opgave van de fabrikant binnen 3 dB tot 45 Hz. in het laag gaat kun je met zorgvuldig schuiven de 10 Hz. extra in het laag die met de baspoorten wordt bereikt (op -6 dB) vrij eenvoudig bereiken. Voor het allerlaagste laag (voor orgelfetishisten) is overigens een bijpassende actieve subwoofer leverbaar, maar in 99% van de gevallen volstaat de luidspreker zelf, en wordt een full-range weergave behaald. De torture-track op mijn zelf samengestelde test-cd (Thanks To You van Boz Scaggs` album Dig) ging werkelijk putdiep.

Het hoog loopt door tot maar liefst 60 kHz. Niet om honden en vleermuizen een plezier te doen, maar voor weergave met ver doorlopende platenspeler-elementen en HD muziektracks als 192/24 downloads, SACD en binnenkort hopelijk Blu-ray audio, die allemaal aanzienlijk verder doorlopen in het hoog dan de ouwe trouwe cd. Onderzoek heeft aangetoond dat het menselijk oor deze frequenties weliswaar niet kan waarnemen, maar dat hun aanwezigheid (en vooral hun afwezigheid) de muzikale waarneming wel degelijk beïnvloedt.

Conclusie

Veel eerder dan goed was voor onze gemoedsrust werden de luidsprekers weer opgehaald, want ze moesten op weg naar een andere gefortuneerde recensent. Het afscheid viel aanzienlijk zwaarder dan we hadden verwacht. Zo zie je maar weer welke schade vooringenomenheid kan hebben op het beeld dat je van iets hebt.

Iedere muziekliefhebber met een brede collectie die audiofiele aspiraties koestert kan met de KEF Reference 205/2 een betrouwbare en zeer muzikale partner in huis halen die hem (of haar) bijstaat in een reis naar muzikaal genot. Als wij er al zoveel plezier mee beleven met een versterker en cd-speler die allebei onder de 1000 euro zitten, wat staat je dan te wachten wanneer je er apparatuur voor zet die qua prijs meer in de buurt van de 9000 euro per set van deze prachtige luidsprekers komt?

Ik heb zo mijn vermoedens, maar bang zijn die beslist niet...