Krell S-300i versterker


René van Es | 01 oktober 2009 | Fotografie René van Es | Krell

Mijn dochter herinnerde mij onlangs fijntjes aan een uitspraak die ik deed in haar pubertijd. Het meiske wilde lang geleden persé een navelpiercing en vooral haar moeder was daar op tegen. Als ze mij kwam vragen om haar moeder over te halen, merkte ik steevast op: “Als ik een Krell versterker heb gekocht mag jij je piercing”.

De piercing was er heel wat eerder dan de Krell, daarbij is de S-300i die hier staat een recensie-exemplaar en nog steeds niet mijn eigendom. Inmiddels is de piercing (na de geboorten van twee kleinkinderen) al lang verdwenen. Ik wil hiermee aangeven hoe lang Krell ook voor mij al een magische naam heeft. Na vele versterkers is het er van gekomen. Ik luister naar een S-300i, de instapper van Krell, die mij waarlijk weet te bekoren met zijn soepele weergave en grip op de weergevers.

Luisteren

De Krell S-300i heeft heel wat aan boord dat de moeite waard is om te beschrijven, maar dat zijn zaken voor later. Eerst heb ik heel veel geluisterd op diverse sets, waarbij de S-300i telkens het middelpunt vormde.

Luidsprekers van Marten, Ruark en Focal aan de luidsprekerkabels. Subwoofers van Dynaudio en Velodyne aangesloten op de pre-out. Diverse bronnen die zowel analoog afspeelden als digitaal vastgelegde muziek reproduceerden. Bronnen met klinkende namen als Transrotor, Vyger, PrimaLuna, Tentlabs en DHTRob/Cyrus. Soms waren de kabels en interlinks heel betaalbaar, andere keren greep ik naar mijn duurste Crystal Cable interlinks. Telkens bleef de Krell fier overeind en legde zijn innemende karakter op aan de set. Zoals aan de Ruark monitorluidsprekers die in de kleine ruimte staan te spelen. Keer op keer krijg ik het bewijs dat een forse versterker, die zowel grip als kracht heeft, in combinatie met kleine luidsprekers een resultaat geeft waar menige vloerstaander niet tegenop kan. Door de kracht en de beheersing op het laag wordt de kleine woofer gedwongen precies datgene te doen wat de versterker eist. Starten en remmen als een formule 1 racewagen. Als de kleine luidspreker bovendien beschikt over een mooi middengebied en een aangenaam hoge tonen bereik, dan staat er een set te spelen die groter lijkt dan hij in werkelijkheid is.

Heel wat uren heeft de Krell S-300i de Ruark van muziek voorzien, hoogwaardig aangestuurd met een PrimaLuna PL8 cd-speler en/of een Vyger/SME/PhaseTech/ Xindak platenspelercombinatie. Keer op keer raakte ik aangenaam getroffen door de uitgebalanceerde weergave, waarbij het niet uitmaakt of de Krell ver openstond of de muziek slechts diende als aantrekkelijke achtergrond. Echter, hoe goed de Krell ook in staat is om een kleine monitor aan te sturen, hij heeft meer in zijn mars en mag dat meerdere malen bewijzen aan mijn Focals.

Eerdere ervaring

Al eerder sleepte ik de S-300i aan de haren de huiskamer in, met wat Chord en Inakustik kabels aangesloten op een Tentlabs cd-speler of de eerder genoemde PrimaLuna. De mooiste combinatie was te vormen met een Transrotor/SME/HAT/Transfiguration platenspeler-setup, afgewisseld met een DHTRob 16-bit buizen d/a-converter, die van digitaal signaal wordt voorzien door een Cyrus loopwerk met extra voeding. In die opzet luister ik, met Crystal Cables in de signaalweg en Kemp middelen om de netspanning mooi schoon te maken, naar Focals met ondersteuning van een Velodyne sub. Op dit moment speelt de cd Breaking Silence van Janis Ian hard door de luisterruimte. Goedbeschouwd is de Focal Diablo Utopia ook een monitorluidspreker, alleen wel een paar maatjes groter dan een Ruark en vele malen verfijnder. Daar maakt de Krell gretig gebruik van. Hier laat hij veel meer details door en de “bite” is vele malen intenser. De grip is minstens zo goed als bij Ruark, al zijn de luidsprekerkabels veel langer. Zelfs 10 meter per kant in mijn geval.

Intens is de dynamiek van slagwerk en gitaar in het nummer Walking On Sacred Ground. De Krell heeft heel veel drive en het forse vermogen is ruim voldoende om de luidsprekers naar grote hoogte te stuwen (het vermogen verdubbelt als de luidsprekerimpedantie halveert). Power in geluidskwaliteit en -kwantiteit. In de weergave vallen een aantal zaken op, waar de Krell steeds op afgerekend mocht worden. Zo is het geschapen stereobeeld opvallend goed, in hoogte en diepte, waarbij de breedte verder gaat dan de onderlinge afstand tussen de luidsprekers in meters bedraagt. Met elke gebruikte luidspreker komt het geluid fraai los van de kasten en wordt een holografisch beeld geschapen waarin de muziek “plaats vindt”. Heel soepel, losjes en zonder aanwijsbare hotspot. Wie zijn luidsprekers geheel vrij kan opstellen, wordt met extra diepte beloond door de Krell en zal merken dat het beeld wat verder naar achteren staat. Dat was met Marten zo, met Focal staat het altijd wat meer naar voren. Directer en meer aandacht eisend. Kenmerken van de luidsprekers, waar de Krell geen eigen karakter toont en slechts volgt in hetgeen is opgedragen door de bron en de rest van de installatie.

Vergeef mij mijn voorkeur voor vrouwenstemmen als ik de nieuwste cd van Beverly Craven draai. Gekozen vanwege de open en gedetailleerde opname. Zó open dat de stem en de instrumenten af en toe reiken naar de grenzen van het aangename. Op de Krell is dat geen probleem. Opnieuw is er de losheid, ditmaal gecombineerd met heel veel dynamiek en door Beverly opgezweepte drive. Heel mooi zijn de details in de muziek, het fluiten van een vogeltje door de muziek, steeds hoorbaar zelfs als de band flink aanzet. Track twee van de cd Closer To Home draagt de naam All Yours en bevat naast de stem van Beverly een achtergrondkoor, akoestische instrumenten en elektronisch opgewekte klanken. Een combinatie die werkelijk een lust is om aan te horen via deze fraaie versterker. Plaatsing is schitterend. Tegelijk hoor ik door de muziek heen een karaktertrekje van de Krell waar je van moet houden. De Krell is namelijk een eerlijke en recht-toe-recht-aan versterker.

Wie een romantisch sausje zoekt, is aan het verkeerde adres. Wie opgeblazen ruimtelijkheid zoekt eveneens. Tegelijk is het geen analytisch ontrafelende versterker, geen detailwonder dat bol staat van scherpte en overdreven hoge tonen weergave. Eigenlijk is de Krell een versterker die zelf nauwelijks aandacht vraagt. Een muziekweergever die zich licht afstandelijk gedraagt en daarmee de warmte van anderen ontbeert. Hij trekt de muziek uit elkaar, waardoor elk instrument separaat te volgen blijft, op een manier die een luisteraar omschreef als “te kaal”. Ik ben het daar niet mee eens, om in de termen van hoofdhaar te blijven zou ik de Krell realistischer omschrijven als “kortgeknipt”. Dat ben ik na drie weken luisteren naar de Krell inmiddels als een compliment gaan beschouwen. Wie zoekt naar lang, golvend haar zal even verder moeten kijken. De Krell-weergave mag je niet als weelderig beschrijven. Daarmee is de S-300i een versterker geworden die je moet ondergaan. In eerste instantie val je als luisteraar voor het fundament dat de Krell aan een luidspreker geeft. Vervolgens staat daar het stereobeeld, dan verdwijnt de euforie voor korte tijd om te wennen aan de manier van weergeven, waarna je uiteindelijk beseft dat hier een versterker speelt, die in alle opzichten zijn klasse waar maakt. Krachtig, aanwezig en resoluut in het weergavepatroon.

Grappig

Het is grappig om te constateren welke invloed een versterker heeft op het eindresultaat van de weergaveketen. Zelf draai ik met een HAT voorversterker en Manley monoblokken, zonder halfgeleiders in de signaalweg. Een set die erg veel “leven en realisme” aan de weergave geeft. Onlangs verving ik de HAT door een Astin Trew hybride voorversterker, een regelrecht koopje voor 800 Euro, waarmee minder het realisme naar voren kwam, maar die wel heel dynamisch en robuust speelde. Nu staat er een versterker die helemaal niets van doen heeft met buizen, waar gek genoeg wel eigenschappen in zitten van zowel de HAT/Manley als de Astin Trew/Manley opstelling. Zoals de grenzeloze dynamiek, de echtheid van stem en instrument, de hoge mate van natuurlijkheid.

Daaruit blijkt maar weer: noch buizen noch halfgeleiders zijn zaligmakend. Het gaat om het resultaat en veel minder om de ingezette middelen. Heeft de veel duurdere HAT met Manley de voorkeur, de Krell is een goede tweede met op gelijke hoogte Astin Trew en Manley. Dat is opvallend, want alleen al de Manley monoblokken kosten anderhalf maal zoveel als de Krell S-300i. Waarbij aangetekend dat ik met alle drie combinaties uitstekend kan of zou kunnen leven. De Krell prefereer ik vanwege zijn veelzijdige instelmogelijkheden, home cinema ingang, vermogen en omdat ik me geen zorgen hoef te maken over slijtage en instelling van de buizen. Inmiddels heeft de cd-speler er het zwijgen toe gedaan en speelt een langspeelplaat. Deze bron acht ik zeker hoogwaardiger dan cd en daarmee krijg ik te maken met de beperkingen, die de Krell heeft ten opzichte van mijn referentie. Er gebeurt wat minder, de weergave is minder boeiend, zit meer tegen de luidspreker aan, is simpeler geworden. Het op HAT/Manley maximaal haalbare van de plaat komt niet langer naar voren. Gezien in het licht van de prijzen van de apparatuur is dat niet meer dan logisch. Wie een vermogen uitgeeft aan de bron, zal net zo diep in de buidel moeten tasten voor de rest van de keten.

Met de Krell S-300i versterker blijf je een stap te laag op de ladder. Dat weet uw dealer ook wel en hij kan in dat geval een duurdere Krell aanbieden. Toch ben ik eigenwijs en blijf nog even bij de grammofoonplaat hangen. Draaide ik daarnet Jacintha, nu is Dave Grusin aan de beurt. Van die laatste plaat ken ik alle groeven door en door. Het is een direct-to-disc opname die bol staat van de dynamiek en heerlijk het gevraagde vermogen opjaagt. Neemt u van mij aan, de Krell kan harder spelen dan ik prefereer, veel harder. De voeding in de Krell lijkt een oneindige capaciteit te hebben. Waarbij de buffering niet te groot is gekozen, omdat te veel capaciteit in de voeding de snelheid enorm uit het geluid kan halen. Percussie, drums, bas, het spuit met deze plaat uit de luidspreker. Slechts de meest intieme details blijven verborgen in het geheel dat de S-300i aanbiedt. Dat is eigenlijk het enige dat aanwijsbaar maakt, dat het allemaal nog een streepje beter kan. Je moet de details in dat geval wel weten te vinden, anders merk je het niet eens. Onder invloed van de vaak wonderlijke tonen die de muziek van Dead Can Dance zo apart maakt, realiseer ik mij terdege dat de Krell S-300i inmiddels weken als een werkpaard fungeert. Een heel allround werkpaard dat zich net zo gemakkelijk laat inpassen in een eenvoudige opstelling als in een veel hoogwaardiger set. De eenvoudige set groeit in dat geval ineens veel dichter naar de betere variant toe. Ik hou van dit soort eerlijke, pretentieloze werkpaarden die gewoon doen waar ze voor aangeschaft zijn.

Kunsten

Onder de zware stalen motorkap van de Krell S-300i gaat heel wat elektronica schuil. Centraal aan de achterzijde vinden we de printplaat die alle besturing regelt. Links en rechts daarvan zijn de eigenlijke versterkers te vinden. In het midden een enorme ringkerntrafo. Tegen de frontplaat een print voor de display en regelaars. De besturing ziet er complex uit met alle SMT componenten en vele logische schakelingen. De versterkers zijn daarentegen veel conventioneler van opzet. Om met die laatste te beginnen: Krell heeft zijn vaste basisprincipes om een versterker samen te stellen. Zo wordt het signaal, aangeboden via de cinch-ingangen, direct omgezet tot een gebalanceerd signaal (zoals aangeboden aan de XLR-ingang) en blijft gebalanceerd tot aan de luidsprekerklemmen. Een Krell versterker werkt intern bovendien op veranderende stroom en niet zoals de meeste versterkers op veranderende spanning. Dat heeft de S-300i allemaal afgekeken van de veel grotere Krells.

Natuurlijk kun je je afvragen of Krell daarmee de beste signaalverwerking kiest, maar het uiteindelijke resultaat liegt er in ieder geval niet om. Ondanks dat de S-300i geen echte klasse A versterker is, wordt hij wel warm en vraagt ruimte om de warmte af te geven. De S-300i heeft in totaal vijf door u zelf te benoemen ingangen. Drie daarvan zijn cinch-ingangen, er is één gebalanceerde ingang en een iPod-aansluiting. Voor de die laatste levert Krell een speciale kabel mee, zodat niet alleen het muzieksignaal maar ook andere gegevens door de versterker weergegeven kunnen worden. Behalve de luidsprekerklemmen is er een pre-out voor het aansluiten van een eindversterker of actieve subwoofer. Verder een 12 Volt trigger in/uit, een RS-232 poort en een RC-5 ingang. De ingangen worden geschakeld met solid state relais (in het Nederlands heten ze halfgeleider relais). De volumeregeling is volledig elektronisch en laat zich in 100 stappen opdraaien.

De stappen zijn heel prettig gekozen. Achtergrondgeluid zit zo tussen stap 10 en 25, lekker luisteren tussen 40 en 60 en hard pas daarboven. Uitgaande van een signaal aan de ingang tussen de 1 en 2 Volt. De elektronica in de Krell kent meer mogelijkheden. Zo is per ingang het signaal te trimmen, waarmee de diverse bronnen ongeveer gelijk kunnen worden afgesteld in volume. De balans tussen de kanalen is centraal en per ingang in te stellen. Maximaal één ingang kan als Home Theater input dienst doen (0 dB versterking). Dat alles wordt heel leesbaar en duidelijk weergegeven op de blauwe display. Die is op zijn beurt instelbaar qua helderheid, hij kan permanent uit of aan, of hij gaat 30 seconden na een commando uit. De menu’s zijn tevens bereikbaar via de (uiterlijk lelijke) volume regelaar op de versterker. Draaien en drukken. Zelfs zonder de uitermate complete en verzorgde handleiding is instellen een fluitje van een cent. De gekozen instellingen kunnen worden opgeslagen in een geheugen. Bent u de weg kwijt geraakt, dan is alles terug te zetten naar factory default. Uiteraard is alles ook met de Krell multifunctionele afstandbediening in te stellen vanuit de luie stoel.

Tenslotte wat technische gegevens van de Krell S-300i op een rij: de signaal/ruis-verhouding is beter dan 90 dB, terwijl de totale versterking 32.5 dB bedraagt. De heel goed gekozen ingangsgevoeligheid ligt op 820 mV over 47 kOhm (gebalanceerd over 94 kOhm). De Krell is een powerhouse met zijn 750 VA transformator en vraagt in rust 20 Watt en maximaal maar liefst 1800 Watt. Hetgeen aangeeft, hoe de voeding van de Krell is overgedimensioneerd om pieken aan te kunnen. Een waarschuwing is op zijn plaats als u een netfilter gebruikt: het filter moet de Krell wel aankunnen en mag niet de beperkende factor worden. Het uitgangsvermogen is 150 Watt aan 8 Ohm en 300 Watt aan 4 Ohm, met een piekspanning van 138 Volt. Daarbij is de uitgangsimpedantie 0,15 Ohm, hetgeen resulteert in een dempingfactor van ruim 50, alleen geeft Krell niet aan bij welke frequentie dat opgaat. De afmetingen van de S-300i zijn fors, vooral in de diepte, reken op 44 x 44 x 10 cm. Zwaar is hij ook met een gewicht van 19,5 kilo zonder de verpakking.

Resumé

Telkens is een samenvatting van een recensie het lastigste stuk om te schrijven. Het in een paar zorgvuldig gekozen woorden weergeven van drie weken luisteren is haast niet te doen. Toch verwacht een haastige lezer een conclusie, zodat niet de gehele tekst hoeft te worden doorlopen. Hetgeen jammer is, maar dat terzijde. De Krell S-300i is in mijn ogen een versterker die vooral eerlijk muziek weergeeft. Zonder opsmuk, zonder franje, zonder sausje. Daarmee is het een allround apparaat dat zich thuis voelt in vele opstellingen, met een keur aan luidsprekers en vrijwel elke bron.

De weergavekwaliteit van de Krell staat op hoog niveau, is gedetailleerd, robuust, voorzien van fundament en geeft nimmer aanleiding tot luistermoeheid. De Krell is geen analytische versterker, evenmin een warm gekleurd apparaat, hij is op zijn eigen manier zo neutraal als Zwitserland in oorlogstijden. Binnen zijn prijsklasse gooit de Krell hoge ogen als het op weergeven aankomt. Dat de S-300i bovendien flexibel is met zijn vele instelmogelijkheden en met zijn beschikbare vermogen in staat is zijn wil tot wet te verklaren aan elke luidspreker, tilt hem nog verder omhoog. In de afgelopen weken is de Krell S-300i een kameraad geworden, betrouwbaar, altijd op zijn plaats, nimmer opdringerig en vooral muzikaal. Kort maar krachtig: een heerlijk, eerlijk beest. Precies datgene wat ik van een Krell versterker durf te verwachten.

Aanvullende informatie:

Prijs:

Krell S-300i geïntegreerde versterker: 2950 Euro

Importeur:

Durob Audio in Vlijmen

Gebruikte apparatuur:

Analoog: Transrotor Super Seven 40/60alu/TMD platenspeler Transrotor SME 5009 pickup arm Transfiguration Axia low output MC element V.Y.G.E.R. Baltic M platenspeler SME 312 pickup arm Phase Tech P-3 Alexandrite low output MC elementDigitaal: PrimaLuna ProLogue Eight CD speler Cyrus CD Xt SE loopwerk Cyrus PSX-R voeding DHTRob Musique Juste non oversampling, non filtering, buizen d/a converterVersterking: Xindak LP1.0 phonoversterker (gemodificeerd) Xindak MC10-26dB MC stepup-trafo’s H.A.T. PH-2 phonoversterker met PHS-2 voeding H.A.T. LA2 Mk II lijnvoorversterker Manley Snapper mono eindversterkers Astin Trew AT1000 voorversterkerLuidsprekers: Focal Diablo Utopia III Ruark Sabre III Marten FormFloorSubwoofer: Velodyne SPL 1200 Ultra actieve subwoofer Dynaudio Sub 250 actieve subwooferStroomvoorziening: Netsnoeren: Kemp, Crystal Cable Power Reference, Crystal Cable Power Ultra, Supra LoRad (DIY), Hanze Hifi, TAF Netfilter: Kemp Elektroniks Power Source, Kemp Elektroniks Balanced Isolator Source Netspanning: Kemp Elektroniks Quantum Approach plug, Supra MD-06 EU Mk II verdeelblok, gescheiden audiogroep, AHP Neozed zekeringenKabels: Interlinks analoog: Crystal Cable Connect Ultra, Crystal Cable Connect Reference, Inakustik Rhodos Silver Interlinks digital: Canare LV-77S Interlink subwoofer: Sharkwire, TAF Next 1 LS-kabels: Crystal Cable Speak Reference, Chord Company Odyssey 4, Supra 2 x 4 mm2 ClassicAccessoires: Meubel: Spectral Straight TV915, Ikea Ivar, Gingko Audio platformen, plexiglas plaatmateriaal LS-stands: Focal Diablo Utopia III, Target MR60 Overig: Master Base Mbase/1, Acoustic Analysing TVA dempers, Composite Products CF-Cones, Inakustik Subabsorbers, Target SpikeShoes, Acoustic System diffusers, Acoustic System Resonators Basic + Silver, Okki Nokki platenwasser, Rothwell Attenuators, Allnic Absorb-GEL, Oehlbach Phaser