Dynavector DV P-75 MkII phonotrap


Kilian Bakker | 14 mei 2009 | Dynavector

Het Japanse merkt Dynavector wat midden jaren `70 werd opgericht door Dr. Nobura Tominari, hoogleraar Magnetisme aan de Universiteit van Tokyo, specialiseert zich in het ontwerpen en vervaardigen van hoogwaardige en innovatieve groef-aftasters. Het onderwerp van deze recensie -de Dynavector DV P-75 MkII Phonovoorversterker- is ontworpen en vervaardigd door Dynavector Systems in Australie.

De P-75 is al jaren in productie en met name bij Naimisten een favoriet. Hij is natuurlijk ontworpen voor een perfecte aansluiting op het karakter van de Dynavector aftasters maar kan dankzij een goede instelbaarheid en een gepatenteerd circuit genaamd `Phono Enhancer` (PE) ook een goede symbiose vormen met vele andere aftasters.


Foto: Ed Verkerk

De MK II versie van de P-75 heeft een verbeterd Phono Enhancer circuit waarmee hij zich op meer impedantiebereiken van Low Output Moving Coil elementen kan afstemmen. Het door Dr. Tominari ontworpen PE circuit past zich namelijk direct aan op de eigen (interne) spoelimpedantie van de aftaster. Daardoor is de welbekende vaste afsluitweerstand niet meer nodig en kan de LO-MC aftaster zijn stroom op meer effectieve wijze leveren aan de versterker. Verdere opwaarderingen ten opzichte van de oude P-75 zijn een betere RIAA accuratesse, verlaagde vervorming en ruis, een verbeterde interne voeding en meer afsluitwaarden die via meer logisch geplaatste jumpers kunnen worden gekozen. Dankzij de meer uitgebreide jumper-instellingen kan de P-75 op vrijwel alle Low Output MC, High Output MC, MM en MI aftasters worden aangepast.

In het oog springend

De aparte styling van deze kleine Phonotrap springt meteen in het audiofiele oog. Dat geldt met name voor de frontplaat die uit glasvezelprintplaat (donkergroen gelakt) bestaat, voorzien van een koperlaag waarin het Dynavector logo is uitgespaard. Wanneer de P-75 MkII actief is, licht dat logo rood op. Fraai. Het metalen chassis is in twee kleuren afgewerkt; de `kuip` is donkergroen terwijl de kap grijs is gespoten, met een donkergroen logo. Geen standaard werk dus en het eigenwijze effect van deze kleurstelling doet denken aan de olijfgroene frontjes (ook van binnen verlicht) van de oudere Naim apparauur.


Foto: Ed Verkerk

Toch gaat dit nog een stapje verder dan British `quirkiness`; deze styling is echt `down under` (lees: Australisch). Van binnen treffen we een druk bezette printplaat aan die grotendeels wordt bevolkt door SMD componenten. Per kanaal zijn er zes jumpers aanwezig voor alle instelmogelijkheden. Het geheel ziet er verzorgd uit, al is de aardeschroef (een piepklein Torx schroefje) nogal minimalistisch. De P-75 mkII wordt gevoed door 12V gelijkspanning vanuit een universele lichtnetadapter die geen invloed heeft op de weergavekwaliteit, aldus Dynavector.

De interne voeding -een 0.25 MHz Switch Mode type- is aan de uitgang voorzien van zeer `stille` en snelle spanningsregulatie. Voor conventionele afsluiting/aanpassing van Low Output MC`s kan men kiezen uit 60 of 63 dB gain en uit 25, 30, 100 of 470 Ohm terwijl voor MM of MI aftasters een 40 dB gain en 47 kiloOhm aanpassing voorhanden is. In `PE` mode kan men uit drie impedantiebereiken (spoelimpedantie van de aftaster) kiezen; 4-10 Ohm, 10-20 Ohm en 25-50 Ohm. De 450 gram wegende P-75 Mk II meet 4,4 bij 13,3 bij 8,3 centimeter (HXBXD).

PE

Het PE circuit is een prominent onderdeel van deze Phonotrap, vandaar dat die eerst aan de tand werd gevoeld, oftewel; vergeleken met een conventionele afsluiting. In PE mode gaat men overigens niet uit van de aanbevolen afsluitwaarde maar van de eigen spoelimpedantie van een low output MC element (het PE circuit werkt niet met high output MC`s).


Foto: Ed Verkerk

Gezien de residentiële low output MC (een Ortofon MC 15 Super II) een eigen impedantie van slechts 7 Ohm heeft, zou de `4-10 Ohm` instelling de beste keuze zijn. Om een referentiekader te verkrijgen werd de MC 15 Super II eerst conventioneel afgesloten, wat in dit geval de fabrieksinstelling bleek te zijn: 100 Ohm bij 60 dB gain.

Het verschil

Van de Pentangle LP Open The Door (Varrick) werd de gelijknamige track afgetast. Reeds bij de eerste klanken, oftewel tijdens de gitaar-intro, kwam het vloeiende snarenspel uiterst gearticuleerd over zonder te puntig te zijn. De nadruk lag overigens meer op de snaren dan op de klankkast van de gitaar. Het plukspel van meesterbassist Danny Thompson kreeg een verassende expressiviteit en plastische aanwezigheid mee terwijl Jacqui McShee`s zang zowel lieflijk als totaal ontspannen klonk, met een vrije afbeelding (zonder inkadering). De neuzelige stem van Bert Jansch kwam goed uit de vocale verf en was zelfs uitstekend verstaanbaar (op zich een klein mirakel). Het drumspel kwam lekker beweeglijk over, met rond en elastisch klinkende trommelvellen en een heldere maar ook verfijnde metaalruis. Deze track werd opmerkelijk souverein en onspannen weergegeven en deze presentatie benaderde zelfs die van de (meer kostbare) RCM Sensor Prelude IC.

De P-75 MkII had zich reeds in conventionele mode bewezen maar hoe zou het PE circuit klinken in combinatie met de Ortofon? De 4-10 Ohm PE setting werd ingesteld en de P-75 MkII kreeg de tijd om ook in die stand op te warmen, waarna Open The Door nogmaals werd afgetast. Meteen bleek dat er in PE mode inderdaad meer versterking plaatsvond, wat zich uitte in een luidere weergave maar ook in een duidelijk toegenomen ruis. Nadat de niveau`s van de conventionele instelling en de PE mode waren vergeleken (met behulp van test-tonen) kon de volumeregeling van de Exposure (optisch) worden gekalibreerd op de onderlinge verschillen zodat het niveau in beide standen gelijk bleef.

In PE mode klonk het gitaarspel nog helderder en duidelijker gepunctueerd. Jacqui McShee`s zang werd met meer omringende lucht gepresenteerd maar had wat verloren aan muzikale betrokkenheid. De zang van Bert Jansch was nog steeds zeer goed verstaanbaar maar kreeg ook vrij nadrukkelijke `s` klanken mee die op de lange duur minder prettig in het gehoor lagen. Het basspel klonk strakker, meer solide zelfs, maar minder soepel, met gereduceerde `bloom` en minder duidelijke knorren. De percussie daarentegen, scoorde op alle punten even goed of zelfs beter met nog meer druk achter de harde klappen en meer lucht rond de bekkens.

Al met al een meer directe en pittige weergave maar als het om luistergenot en muzikale betrokkenheid gaat, geniet voor schrijver dezes de conventionele aanpassing toch de voorkeur. Met name in de analoge audiowereld is en blijft alles afhankelijk van synergie en met de residentiële MC werd steeds (ook met andere LP`s) de beste muzikale communicatie verkregen met de 100 Ohm, 60 dB instelling. Het prettige aan de P-75 MkII is, dat er in beide gevallen een niveau van transparantie gekoppeld aan pure authoriteit werd verkregen die men van een meer kostbare Phonotrap zou verwachten.

Dan maar weer conventioneel

Met de P-75 MkII weer in `conventionele` mode (in Australië is eigenlijk niets conventioneel) werd de Audio Quest LP Putting It Down van Terry Evans op het Schotse vilt gelegd, waarna de track Too Many Ups And Downs werd beluisterd. De bas plus gitaar-intro kwam met een aanstekelijke timing en smeuïgheid naar voren terwijl de zware drumklappen met een verassend groot dynamisch contrast en energie werden weergegeven. Ook bij de zang was een zeer goede dynamische gradatie hoorbaar. Terry Evans kan namelijk fluisterzacht zingen en met orkaankracht brullen en dat met een ongekend stembereik.


Foto: Ed Verkerk

Die vocale kunsten werden uitstekend overgebracht met de P-75 MkII als Phonoversterker. Het meest opvallende aan de weergave van deze levendige Blues-sessie was de vanzelfsprekendheid waarmee de schaal, energie en de humor van deze muziek werden overgebracht. Een originele (Stereo) persing van The Dave Brubeck Quartet - Time Out werd tevoorschijn gehaald om de titeltrack te beluisteren. Bij het unieke drumspel van Joe Morello kwamen de bekkens met een zeer zuiver klinkende en lang hoorbare metaalruis naar voren. Dave Brubeck`s linkerhand partij kwam mooi en erg duidelijk over en was timbraal goed te onderscheiden van de staande bas. Het saxofoonspel van Paul Desmond klonk zowel ademend als zuiver (zonder `glare`). De drumroffels, gevolgd door harde klappen tijdens de drum intermezzo waren een genot om naar te luisteren. Dit is echt een klasse phonotrap voor percussie.

Conclusie

Dynavector is even onconventioneel als innovatief qua technologie en materiaaltoepassing. Een natuurlijke timbrale en dynamische weergave staan hoog in het vaandel bij deze fabrikant. Die kenmerken zijn ook terug te vinden in de compacte, vrolijk ogende P-75 MkII Phono voorversterker en het mooiste komt nog; dankzij een klantvriendelijke calculatie van importeur Latham Audio wisselt hij voor slechts 500,- Euro van eigenaar. Dat maakt, dat deze Australische miniversterker een zeer goede waarde voor zijn geld biedt. Aanbevolen.

Aanvullende informatie:

Importeur Dynavector: Latham Audio
Internet: www.latham.nl
Telefoon: 013-5082411

Dynavector P-75 MkII: 500,- Euro.

Toegepaste apparatuur:

Loopwerkvoeding:

HEED Orbit II

Loopwerk/Toonarm:

Linn Sondek LP12  Linn Akito

Aftaster:

Ortofon MC 15 Super II

Phonotrap:

Dynavector P-75 II

Versterkers:

Exposure Super XXV NVA AP-10

Weergevers:

Monitor Audio Studio 2SE Stirling Broadcast LS 3/5a V2

Kabels:

Monster M1000 QED Qunex 2 QED Profile 4X4

Lichtnet:

Lapp/Popp strip Belden IEC Kemp SNS Plug