Mirage MX 5.1 Home Theater Systeem


Paul Delissen | 16 april 2009 | Mirage

Enige tijd geleden bracht Mirage een nieuw 5.1 luidsprekersysteem op de markt met enkele aardige bijzonderheden. Allereerst is er het kleine formaat van de satellieten. Is dat op zichzelf niet zo spectaculair, nog niet eerder bracht dit merk zo’n kleine speaker op de markt met de van Mirage bekende Omnipolar technologie. Dat de subwoofer een kubus is van 20 cm3 en toch 800 watt vermogen herbergt, lijkt bijna ongelooflijk. Alleen al die twee zaken in één systeem maken dit setje interessant genoeg voor een test.

Ik was natuurlijk benieuwd naar de doos die op me wachtte op de redactie. Je zou ‘m bijna onder één arm kunnen meenemen, maar hierin zit dus echt een compleet 5.1 speakersysteem mét actieve subwoofer.

Thuisgekomen is het uitpakken een genot. De satellieten zijn netjes per stuk in beschermende folie en plastic verpakt. In je handpalm heb je dan iets meer dan een halve kilo technisch vernuft. Heel mooi vormgegeven, in glanzend zwart, de speakers netjes beschermd door een met doek omkleed rooster. Als je niet geïnteresseerd bent in de techniek en je laat dit kapje er op, mis je toch echt iets. Daarover later meer.

Dan de volgende piepschuimen deksel opgetild, hieronder zit iets wat mij echt aangenaam verraste. Eenieder die mij voor gek wil verklaren staat dat natuurlijk vrij, maar ik kon me niet inhouden om de term ‘lief’ te gebruiken voor een subwoofer. Het is zo compact, maar gelijkertijd zo netjes afgewerkt en voorzien van een keurig aansluitpaneel, schitterend gewoon. Voor wat betreft het uiterlijk kan ik deze set al van harte aanbevelen. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat u de vormgeving niet op z’n minst acceptabel voor elk interieur vind. Of waarschijnlijker nog, een aanwinst voor elk interieur. En ik had nog niets aangesloten…

Techniek

Over dat Omnipolar systeem wil ik een korte uitleg geven. Het komt er op neer dat de (in dit geval 2,5 inch middentonen-) speaker schuin omhoog straalt tegen een deflector. Deze zorgt er voor dat het geluid, oneerbiedig gezegd, in het rond wordt gestraald. Aan de bovenzijde van deze deflector bevindt zich de tweeter, die zijn geluid op zijn beurt ook via een iets anders gevormde deflector de ruimte in stuurt. Het gevolg is dat er weliswaar direct geluid wordt weergegeven, maar dat er misschien wel meer indirect geluid via de deflectoren wordt afgestraald. En dit 360 graden in het rond.

Het geluid bereikt de luisteraar dan ook via plafond, muren en objecten in de ruimte. Als ik zo vrij mag zijn te vertalen van de Mirage website; “deze geluidsfilosofie werkt niet tegen, maar mét de ruimte en creëert de juiste verhouding van direct en gereflecteerd geluid.”

De subwoofer is ook iets minder voor de hand liggend. Aan drie zijden van de kubus zie je een luidspreker. De twee aan de zijkant geplaatste exemplaren zijn echter passief, alleen de middelste, of voorste, wordt door de versterker aangedreven. Door het inzetten van één of meerdere passieve membranen kun je bij een gelijke inhoud van de behuizing veel meer lucht in beweging zetten. En dus bij een zeer klein volume (hier bedoel ik kastinhoud) toch een diepere bas produceren met voldoende geluidsdruk.

Aansluiten

Het aansluiten van de satellieten behoeft enige uitleg. Ik stoor me vaker aan de naar mijn idee te goedkope oplossingen hiervoor. Plastic veerklemmetjes die na twee keer indrukken afbreken, dat soort dingen. De hier gebruikte klemmen zijn kwalitatief wel in orde, complimenten daarvoor. De plaatsing vind ik echter minder geslaagd. Via de onderzijde moet een pen ingedrukt worden waardoor een gat vrijkomt waar de draad ingestoken moet worden. Dat gat zit echter in enkele gevallen niet goed ‘gericht’ naar de opening waar de draad door moet. Daarbij is het gat maar nét groot genoeg voor de door mij gebruikte 2,5 mm2 kabel. Makkelijk is anders, houd daar rekening mee voordat je twintig meter kabel koopt. Neem een dunnere kabel, dan zit je goed.

De sub wordt eenvoudig met een cinch kabel aangesloten op de sub-out van een meerkanaals receiver of een stereo pre-out op een voorversterker. Regelbaar zijn volume, fase en overnamefrequentie, alles traploos. Ik kies voor aansturing met de receiver. De knop van de overnamefrequentie draai ik hiervoor naar de ‘bypass’ stand om het inmeetsysteem van mijn Denon AVR3805 de nodige parameters te laten instellen.

Luisteren

Ik begin met een aantal tracks van cd die ik goed ken. In stereo dus. Dit doe ik om een indruk te krijgen van het karakter van de satellieten en om een eerste indruk van de muzikale aansluiting naar de sub te krijgen.

Na het starten van de eerste track merk ik dat het hoog niet zo ver doorloopt als ik gewend ben. Nu gebruik is zelf vloerstaanders uit een andere prijsklasse, dus eenzelfde verfijning van het hoog verwacht ik niet. Maar het is toch een bepaalde extensie in het hoog die ruimtelijke informatie kan bepalen, of een instrument wat sprankeling kan geven. Ook mis ik een bepaalde ‘body’ bij akoestische instrumenten als piano en staande bas. Het laag vind ik wel erg goed. Het is echt opvallend wat dit kleine subje presteert. Het dreunt niet en is snel en strak te noemen. Het gaat niet putdiep, maar echt lager dan je van zo’n kastje zou verwachten.

De aansluiting met de satellieten is toch behoorlijk goed. Ondanks dat kleine gemis aan body kan ik namelijk niet zeggen dat er een groot klankmatig gat valt tussen sub en satellieten. En het Omnipolar systeem geeft inderdaad een erg ruimtelijk geluid. Ik moet er even aan wennen, ik kan instrumenten niet zo goed plaatsen. De waargenomen ruimte wordt groter, gevolg is echter dat bijvoorbeeld een jazzcombo minder ‘samen’ lijkt te spelen, en wat verder uit elkaar staat. Als je dus al ruimtelijke informatie zou verliezen door dat iets beperkte hoog, wordt dat op een charmante wijze opgevangen door het Omnipolar ‘effect’, als ik dat zo mag noemen.

Met een meerkanaals concert-dvd vind ik akoestische gitaar misschien net iets te dun klinken, maar toch vind ik het geheel overtuigend. Misschien wel door de eerder genoemde subtiel toegevoegde ruimtelijkheid. Weergave van stemmen vind ik zonder meer prettig. De verstaanbaarheid is erg goed en helder, bij zang maar zeker bij dialogen in films. Dit is absoluut een sterk punt van deze MX satellieten. Dat een stem hierbij wat warmte mist wordt door die verstaanbaarheid snel vergeven. Scherpte in het hoog heb ik niet ervaren, het is een ontspannen weergave.

Er is nog een klein minpunt dat ik even wil vermelden. De sub zou zichzelf moeten inschakelen bij een inkomend signaal. Dat gebeurt ook wel, echter pas als ik het volume vrij hoog draai. Maar, zoals de grote filosoof Johan C. ooit opmerkte: elk nadeel hep z’n voordeel. Want doordat de versterker in de sub vrijwel niet warm wordt, is het niet bezwaarlijk hem gewoon aan te laten staan. De grote efficiëntie van de klasse D techniek houdt behalve de temperatuur overigens ook het stroomverbruik laag.

Conclusie

Alles bij elkaar klinkt de MX set behoorlijk goed. De ruimtelijke weergave wordt door het Omnipolar principe wel versterkt, maar echt zonder dat het te veel van het goede wordt. De kanttekeningen die ik maakte zijn snel vergeten, het geluid betrekt je toch bij een film of concert.

Ook ‘gewoon’ muziek luisteren gaat prima, verwacht echter niet een weergave die een zogenaamd ‘dedicated’ stereo systeem evenaart. Zolang er geen high-end stereo weergave wordt nagestreefd, is deze set in veel huishoudens ongetwijfeld een muzikale aanwinst. Maar dit is ook een systeem dat voor een andere doelgroep is gemaakt. En die doelgroep heeft met deze MX 5.1 een serieus alternatief voor andere stijlvolle, maar lang niet altijd even goed presterende luidsprekersystemen.

Nog even de MM-6 subwoofer

Ik kon het niet laten om de kwaliteiten van de MM-6 onafhankelijk van de set te beoordelen. Daarvoor heb ik de sub aangesloten op de tweede pre-out van mijn TVC als aanvulling van de vloerstaanders. Een kleine beperking hierbij wordt veroorzaakt door de aan de zijkant geplaatste passieve speakers. Hierdoor kun je de sub niet direct naast een meubel of in dit geval luidspreker zetten. Dus een beetje geschoven om wat ruimte vrij te laten, en de power er op. Dan langzaam het volume opdraaien tot het gewenste niveau. Ik verwachtte eerlijk gezegd geen grote resultaten in deze set-up, ik ben al lang erg tevreden over het laag van mijn Dynaudio’s, die voor hun formaat behoorlijk diep gaan.

Wie schetst mijn verbazing, deze mini subwoofer voegt zowaar echt een stuk bodem toe aan de weergave. Slagwerk wordt net dat beetje meer voelbaar, terwijl het laag toch minder lijkt te ‘drukken’. En er is, hoe subtiel ook, werkelijk een stap voorwaarts gemaakt in ruimtelijkheid en detailweergave. Een effect dat een goede sub in élke set moet kunnen bereiken. Dit is dus zo`n goede sub, laat je niet misleiden door het formaat! Héél belangrijk is natuurlijk het afstellen van het volume, het kan niet vaak genoeg benadrukt worden. Als je hem hoort, staat hij te hard. Het moet zo zijn dat je ineens iets mist al je ‘m uitschakelt. Wanneer je hem echter goed afstelt is dit gewoon een serieuze sub die absoluut ook buiten het MX 5.1 systeem zijn kwaliteit bewijst. Hij is goed in een stereo setup inzetbaar. Het is daarom prettig dat hij, indien gewenst, ook los verkrijgbaar is.

Gebruikte apparatuur

Surround: Denon DVD 3910 Denon AVR 3805

Stereo: Marantz CD6000 OSE
(met Heart buizen uitgangssectie en Tentlabs klok) Promiteus Audio REV3 TVC Dynaco Stereo 70 mkII Dynaudio Nuance Kimber en Siltech bekabeling PS Audio Duet MasterBase