Heed Quasar MM/MC phono voorversterker


Jan de Jeu | 14 augustus 2008 | Fotografie Jan de Jeu | Heed Audio

Met de uitzonderlijke prijs/kwaliteit verhouding van de door mij in januari van dit jaar geteste Heed Orbit 2 voeding voor synchroonmotoren nog vers in het geheugen hoeft importeur Raymond Bakker van Synfonique mij maar één keer te vragen of ik geïnteresseerd ben in het testen van de Heed Quasar. Naarmate hij meer vertelt over deze phono voorversterker groeit mijn nieuwsgierigheid en wanneer de phono dan uiteindelijk arriveert haast ik me om de doos uit te pakken.




It takes two to Tango

Ik heb het over ‘de phono’ maar eigenlijk zou ik een meervoudsvorm moeten gebruiken. Er zijn namelijk twee kastjes nodig om dit apparaat aan het zingen te krijgen. De buitenkant van beide – tegen magnetische en elektrische storingen afgeschermde - rechthoekige  behuizingen is inmiddels vertrouwd. Er is een grote gelijkenis met de Heed Orbit 2. Dezelfde antracietgrijze powdercoating, het bekende acrylfrontje met de blauwe Led en de centimeter maten 9, 7 en 23 voor respectievelijk de breedte, de hoogte en de diepte.
Het zwaarste kastje weegt 1,5 kilo en daarin bevindt zich het voedingsgedeelte dat opgebouwd is rond een robuuste 60 VA ringkern transformator die gekenmerkt wordt door een geringe magneetvelddichtheid en een minimaal strooiveld.  Twee condensatoren per kanaal bieden in totaal een filter capaciteit van 40.000 μF. Dit voedingsgedeelte is volgens de fabrikant in staat om het versterkergedeelte een superschone stroom aan te leveren die nog het best te vergelijken is met die welke normaliter slechts bereikt kan worden met de inzet van batterijen. Aan de achterkant van de voeding bevindt zich de aan/uit knop, de IEC aansluiting voor het meegeleverde netsnoer en de vierpolige schroefaansluiting voor  het eveneens meegeleverde powercord dat de verbinding tot stand brengt met het versterkende gedeelte in de tweede kast. De lengte is zodanig dat het stroomgedeelte en het versterkergedeelte ver uit elkaar geplaatst kunnen worden en er geen sprake kan zijn van negatieve beïnvloeding van de laatstgenoemde door de eerstgenoemde.

Ook op die tweede,1 kilo zware, behuizing vindt de netaansluiting plaats middels een geschroefde vierpolige stekker. De cinchbussen op de achterzijde zijn voor MM in, MC in, LOW OUT en HIGH OUT. De LOW OUT (220 mV/100 Ohm) is geschikt voor het aansturen van voorversterkers en geïntegreerde versterkers, maar kan ook dienen om het signaal aan een recorder aan te bieden. Op de HIGH OUT (775 mV(0 dBm) 22 Ohm) kunnen rechtstreeks eindversterkers worden aangesloten. Door aan beide zijden twee schroefjes los te draaien kan de kap gelicht, en een blik in het inwendige geworpen worden. Veel (phono) versterkers in deze prijsklasse zijn opgebouwd rond IC’s maar daar doen de Hongaarse broers Zsolt (ontwerper) en Alpar (marketing) Husztl niet aan mee.

Er zijn aparte versterkende gedeeltes voor MM en MC en beiden zijn volledig discrete dual mono uitgevoerde ontwerpen. De print ziet er netjes verzorgd uit en na enig speurwerk zijn ook de minuscule jumpers te traceren waarmee de voortrap geschikt gemaakt wordt voor MM dan wel MC elementen. Mij lukt het om de jumpers met mijn vingers beet te pakken maar ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die bij dit priegelwerk liever een pincet als hulpmiddel gebruiken. Wanneer u hiervoor kiest is het overigens wel raadzaam om een plastic pincet te gebruiken. Als u dit werkje al niet door uw dealer uit laat voeren natuurlijk. De versterking van MM elementen ligt op 48 dB. Voor MC elementen is dat respectievelijk 60 dB, 66 dB of 74 dB, afhankelijk van de eveneens met behulp van jumpers in te stellen waarde. Voor de afsluitweerstand zijn de waarden 100, 220 en 470 Ohm beschikbaar terwijl voor de ingangsgevoeligheid gekozen kan worden uit 100, 220 of 470 μV.

The home team

In de helder geschreven Duitstalige handleiding wordt duidelijk aangegeven hoe de jumpers geplaatst moeten worden en als extra is een lijstje met waardes van veel gebruikte elementen toegevoegd. Een opsomming waar de door mij gebruikte cartridges overigens niet in voorkomen. Ook op de print staan de keuzemogelijkheden duidelijk aangegeven. Daardoor zou je denken dat het maken en vervolgens implementeren van een keuze een fluitje van een cent is. Dat is het dan ook, tenzij je behoort tot die groep weifelaars die juist door de geboden mogelijkheid om uit drie standen te kiezen blijven twijfelen over de juiste instelling. In het begin van de luisterperiode speel ik met de Clearaudio Discovery MC die graag 47000 Ohm ziet. Het grootste deel van de tijd laat ik echter de muziek via de Jan Allaerts MC 1 Eco S weerklinken waarbij ik uitga van de instelling waarmee de Quasar de fabriek verlaten heeft; 100 Ohm / 220 μV.


The home team

De voeding van de Quasar wordt aangesloten op de audio stroomgroep waar ook de iets goedkopere Italiaanse Bluenote Phono One mk III en de tweemaal duurdere Acoustec h Electronics PH-1 Premium stereo phono amplifier hun stroom van betrekken. Op de tweede aparte stroomgroep worden gedurende de testperiode een aantal versterkers aangesloten. Naast de DK Design VS-1 Reference mk III zijn dat achtereenvolgens de Jadis Orchestra DIP, (de Advance Acoustic MPP 505 voorversterker in combinatie met) de MAA 705 mono eindversterkers en de Unison Research P70. De bron is als altijd de Clearaudio Champion Limited Edition met daarop de JMW 9 arm van VPI. De ingezette interlinks zijn de gegloeid zilveren en de zilvergouden van John van Gent die, net als de producten van Heed Audio, gekenmerkt worden door een uitstekende prijs/kwaliteit verhouding.



Ook het netsnoer dat het overgrote deel van de tijd de Quasar van stroom voorziet is van zijn hand. De versterkers worden aangesloten met een AH! TriAC netsnoer terwijl de JK Acoustics Type III luidsprekerkabels - over een uitstekende prijs/kwaliteit verhouding gesproken – de verbinding tot stand brengen tussen de versterker en de MC Systems M3 luidsprekers. Ik weet dat er phono voorversterkers bestaan waarbij je (ter bescherming van je element) beter eerst de phono onder stroom kunt zetten alvorens de interlinks aan te sluiten maar in dit geval geeft de handleiding als ‘Wichtiger Hinweis’ aan dat de Quasar pas aangezet en aan het lichtnet gekoppeld mag worden wanneer alle interlinks aangesloten, en de jumpers op de juiste wijze geplaatst zijn.


Patience!

Zoals bij veel componenten het geval is moet ook de Quasar even opgewarmd worden alvorens hij optimaal klinkt. De fabrikant spreekt over 30 minuten en raadt daarom aan om de phono altijd aan te laten staan. Een advies wat ik direct opvolg, temeer omdat ik dit zo gewend ben. Naast de opwarmtijd moet de Quasar nieuw uit de doos een inspeelperiode doormaken alvorens hij op zijn top presteert. Dat inbranden duurt volgens de fabrikant ongeveer 100 uur. Gedurende de testperiode blijkt dat de klank van de Quasar ook na die eerste 100 uur in kwalitatieve zin nog verder uitrijpt.

Patience!

Gedurende de eerste honderd uur wordt er dan ook niet echt kritisch geluisterd. Dat er desondanks direct een aantal zaken opvallen is des te opmerkelijker. De eerste versterker die de Quasar als sparringpartner tegenkomt is de DK Design, de versterker die ik al enkele jaren als vaste referentie gebruik en die ik dus het best ken. In combinatie met de M3’s is hij in staat om een gigantisch groot ruimtebeeld neer te zetten maar als altijd heeft hij daarbij, wanneer er sprake is van een vinyl bron, de hulp van de phono nodig en lang niet iedere phono is in staat om die helpende hand te bieden. De Quasar laat er geen enkele twijfel over bestaan dat dit nu juist één van zijn sterke kanten is; het beeld is mooi gelaagd en kan qua diepte wedijveren met dat van veel duurdere concurrenten. Ook hoogte en breedte zijn bovenmatig aanwezig. Het tweede, direct daarmee samenhangende punt, dat in die eerste uren duidelijk naar voren komt is de stilte van de Quasar combo. 

Vanaf de eerste week is er sprake van een prachtig ritme en timing. Deze karakteristieken nemen nog toe naarmate de phono meer speeluren achter zich laat en wanneer hij de 100 uren grens passeert, ditmaal aangesloten op de Jadis Orchestra DIP, zijn inmiddels micro en macro dynamiek op een niveau dat de prijsklasse van de Quasar ontstijgt. Aspecten die prachtig geïllustreerd worden tijdens het draaien van het door Speakers Corner Records opnieuw op 180 gram vinyl uitgebrachte album Count Basie and the Kansas City Seven waarvan ik het heerlijke Oh, Lady Be Good en I Want A Little Girl draai. Met name dit laatste nummer is echt genieten met Basie die swingt op het orgel, variërend van zeer ingetogen en subtiel tot voluit en breed. Daarbij begeleid door de klarinet van Eric Dixon, de trombone van Frank Foster en last but not least trompettist Thad Jones die met zijn harmon mute een prachtig wa-wa effect neerzet.



De klankkleuren van de instrumenten zijn mooi rijk, vol en doortekend. Dat het nog beter kan wordt bewezen wanneer de Jadis zijn plek af moet staan aan de Unison Research P70. Nu is er in het laag direct meer controle, strakheid en transparantie die ook afstraalt op de hogere frequenties. Zelden klonk de gestreken bas van Jimmy Leary rijker, lekkerder, natuurlijker en gedetailleerder gedurende het draaien van‘Blues For Sale’ van het door Pure Pleasure Records op 180 gram vinyl heruitgebrachte album Mr. Bechet van Bud Johnson &Earl Hines. Dat de Quasar ook uitzonderlijk fraai aan elkaar verwante timbres weet te onderscheiden en uit te diepen klinkt o.a. door in Honeysuckle Rose dat te vinden is op het album Further Definitions van Benny Carter and his Orchestra. Met achtereenvolgens solo’s van Charles Rouse op tenor sax, Phil Woods op alto sax en Coleman Hawkins op tenor sax.

Tot nu toe heb ik het uitsluitend gehad over de manier waarop de Quasar omspringt met jazz muziek en dan vooral met blaasinstrumenten maar maakt u daar nu alstublieft niet uit op dat de kwaliteiten van deze phono niet door zouden klinken in andere muzieksoorten of bij het weergeven van de menselijke stem. Als groot Stravinsky liefhebber ben ik erg blij met de heruitgave op 180 gram vinyl van zijn balletten Le Sacre du Printemps, L’Oiseau du Feu en Petrushka in de uitvoeringen onder leiding van Antal Dorati zoals die indertijd door Mercury Records opgenomen zijn. Speakers Corner Records heeft ze samengebracht in een prachtige box en wat nooit eerder gebeurd is; via de Quasar heb ik ze stuk voor stuk, zonder pauze, achter elkaar beluisterd. Een zelfde verhaal kan ik vertellen met in de hoofdrol één van mijn favoriete vrouwenstemmen. Van de drie LP’s bevatte MFSL box Alison Krauss & Union Station Live draai ik nooit meer dan één kant. Ditmaal – met een bijna 200 uur achter de rug hebbende Quasar in combinatie met de Unison Research P70 – is het hele concert uitgeluisterd en meebeleefd.

The heat is on

Deze luisterindrukken zijn opgedaan terwijl gebruik gemaakt is van de LOW OUT. De HIGH OUT klinkt op zowel de gebruikte voor/eind combinatie als op de diverse geïntegreerde versterkers te gestresst. Eigenlijk is deze uitgang dan ook met name interessant voor de muziekliefhebber die uitsluitend naar vinyl luistert en zijn phono rechtstreeks aan wil sluiten op zijn eindversterker(s).  Hij moet dan wel rekening houden met de sterkte van het signaal die nogal hoog ligt en sommige eindversterkers (zoals de Advance Acoustic mono eindversterkers) in de problemen kan brengen. Mijn advies is dan ook om voor het aansluiten overleg te plegen met de dealer en eventueel gebruik te maken van een passieve voorversterker.


Bij audio gaat het altijd weer om ’mix & match’ wanneer getracht wordt om tot een optimaal eindresultaat te komen. De kans dat de hier geteste phono voorversterker – ongeacht de samenstelling van uw set - goed in uw installatie zal ‘passen’ is groot. Daar zijn meerdere redenen voor. Eerst en vooral is de Quasar geschikt voor zowel MM als MC elementen. Daarbij  is er door de instelmogelijkheden sprake van een ruime flexibiliteit wanneer het gaat om het aanpassen van de phono aan het gebruikte MC element. Vervolgens wordt het uitgangssignaal in twee sterkten aangeboden. Daarnaast kan het voedingsgedeelte ver van het gevoelige versterkende gedeelte (en van de rest van de installatie) geplaatst worden zodat de kans op interferentie nagenoeg nihil is. Verder is er sprake van een degelijke bouwkwaliteit en - waar het uiteindelijk om gaat - een uitzonderlijk mooie geluidskwaliteit. Er is slechts één potentieel struikelblok en dat is de prijs. Die is zo laag (en de kastjes zijn zo klein) dat er een reële  kans bestaat dat u om die reden de Quasar ‘over het hoofd zult zien’ bij uw zoektocht naar een mooie phono voorversterker.  En gelooft u mij; dat zou eeuwig zonde zijn.

Importeur
Symfonique  tel. 0529-451616
Prijs Heed Quasar:  895 euro

Gebruikte hardware:

Analoog

Clearaudio Champion Limited Edition draaitafel met Clearaudio Syncro voeding. VPI JMW 9 toonarm met twee armbuizen met respectievelijk een Clearaudio Discovery MC element en een Jan Allaerts MC 1 Eco S MC element.

Versterking

Acoustech Electronics PH-1 Premium stereo phono amplifier Bluenote Phono One mk III phono amplifier DK Design VS-1 Reference mk III geïntegreerde versterker Jadis Orchestra DIP Unison Research P70

Stroomvoorziening

Netsnoeren: AH! TriAC, John van Gent. Netspanning: drie gescheiden audiogroepen met Siemens smeltzekeringen aangesloten op een separate aardepen, HMS contactdoos en Kemp powerstrips.

Kabels en accessoires

Phono interlink: Synergistic Research X series Looking Glass Phase II, John van Gent gegloeid zilveren en zilver/goud interlinks. Luidsprekerkabels: JK Acoustics Type III Meubels: Creaktiv anti resonantie platform en gemodificeerde Creaktiv racks