Tentlabs XO-3 en XO-Supply


René van Es | 03 juni 2004 | B&W

Ik heb het al eerder in een column aangehaald, Guido Tent van Tentlabs is geen onbekende in de consumenten en in de professionele audio wereld. Ooit begonnen bij Ed de Jong met buizentechniek, is hij evenzeer thuis in digitale technieken. Zonder overigens de eerste liefde, de audiobuis, los te laten. Tentlabs levert onder meer CD-speler en loopwerk modificaties.

Modificeren is niet zo erg lastig, terugbouwen naar de originele staat soms wel. Een modificatie is daarom vaak blijvend. Een bezoek aan Guido heeft voor mij ditmaal als consequentie een omgebouwd Teac VRDS T-1 loopwerk, want er komt een nieuwe klok in met een eigen voeding. De originele klok is al lang geleden vervangen door een Brits klokje. Terug bouwen kan altijd, al komen er voor deze upgrade een paar gaatjes in de achterzijde. Ik hoop dat de ingreep de reis en het geld waard is. Er is maar één manier om dat te ontdekken en dat is ombouwen en gaan luisteren. Met de situatie van vroeger zo goed mogelijk in het geheugen geprent.


XO 3 en XO Supply

Ik kan terugzien op een opleiding elektrotechniek met een spoortje elektronica en weet dus wel iets van schakelingen. Ik ga een nijvere poging doen u uit te leggen wat Tentlabs uitspookt met mijn CD-loopwerk. Het hart van vrijwel elke digitale schakeling voor geluid is een klok. De klok, voor het gemak noem ik de schakeling zo die bestaat uit een oscillatie circuit dat een bepaalde frequentie opwekt, regelt een aantal zaken in een CD-speler. Ten eerste is dat het mede besturen van het loopwerkje zelf. Dan het op een rij zetten van de bits die gelezen worden. Vervolgens het sturen van de bits naar de uitgang van het loopwerk, binnen de S/PDIF norm gecombineerd met een kloksignaal. Als de bits aankomen bij de D/A converter worden ze gescheiden van het kloksignaal. Het kloksignaal draagt er zorg voor dat de bits in de juiste tijdspanne worden omgezet naar een analoog signaal. Simplistisch maar helder denk ik. U snapt nu ook dat de klok belangrijk is voor het opwekken van exacte pulsen die op tijd ter plaatse zijn. Net zoals een digitaal horloge. Loopt de klok te snel of te langzaam, dan verandert de toonhoogte van hoger naar lager. Is de klok onregelmatig, dan ontstaat er een onrustig geluidsbeeld. Variaties en andere ongenoegens die te maken hebben met de “tijd” in een speler noemen we jitter. Jitter nemen wij mensen snel en gemakkelijk waar en ervaren we als een typisch “digitaal geluid”. Rafelig, scherp, ongedefinieerde bas en een harde “S”.

Nu we vastgesteld hebben dat een klok belangrijk is kijken we ineens heel anders naar het kristal, twee condensatoren en een paar weerstanden in een speler. Dat moet toch nauwkeuriger kunnen? Inventieve geesten bedenken dan schakelingen die beter in staat zijn de klokpulsen op de juiste frequentie uit te zenden en bovendien de puls steiler te maken. Met dat laatste bedoel ik het volgende: elke elektronische schakeling heeft vertraging. Van 0% naar 100% kost tijd. Vergelijk het maar met de acceleratie van een auto. Hoe sneller het klokcircuit, des te idealer de puls omdat hij niet langzaam groeit en de achterliggende schakeling er dus niet op verschillende momenten op reageert. Naast deze twee eigenschappen willen we dan ook nog dat de puls niet beïnvloed wordt door fluctuaties in de voedingsspanning en vrij is van ruis en brom. En dat is wat Tentlabs (en anderen) doen. De klok veel nauwkeuriger maken, de pulsgrootte en flanksteilheid verbeteren en de voeding aanpakken. Voor het eerste deel maken we gebruik van de XO 3 module en voor de voeding van de XO Supply. Op de site van Tentlabs staat omschreven hoe dat wordt gedaan en welke onderdelen zijn ingezet.

In vroeger tijden is er in mijn Teac al een betere klok gezet van Trichord. De Clock II dateert nog uit 1994, speelde aanvankelijk in een Pioneer en had geen eigen voeding. Bovendien heeft deze Trichord geen re-clock. In het schema heb ik geprobeerd aan te geven wat een re-clock is. Met de XO 3 module geef je een kloksignaal af aan de speler. Dan haal je uit de speler het S/PDIF signaal en dat breng je terug naar de Tentlabs print. Daar gaat het signaal door de Tentlabs elektronica, wordt nogmaals geklokt, en via een digitale transformator naar buiten gestuurd. Via de eigen aansluiting van de speler (die wordt dus omgesoldeerd) of zoals in mijn geval via een extra aangebrachte BNC connector van 75 Ohm. De XO Supply voorziet de XO 3 van stroom. Het clockcircuit en het re-clock deel werken dus helemaal los van de voeding van de speler of het loopwerk zelf.

Tentlabs XO-3 en XO-Supply

Waarin dan?

Zowel de klok als de voeding vindt een plaatsje in mijn Teac VRDS T-1 loopwerk. Die is tegenwoordig aangesloten op een Monarchy Audio DIP Upsampler die het signaal omzet naar 24 bit 96 kHz. Daarachter een Assemblage D2D-1 anti jitter kastje en tenslotte aan Apogee Mini-Dac D/A converter. Het digitale circuit is van voor tot achter bekabeld met Apogee Wyde-Eye kabel, waar mogelijk gebalanceerd, anders via 75 Ohm cinch. Vanaf de DAC tot aan de speakers loopt Crystal Cable met onderweg Marsh Sound Design versterking, Focal/JMlab luidsprekers en actieve subwoofer. De netsnoeren zijn vervangen door eigenhandig gemonteerde Lapp kabel of door Crystal Cable. Om de netspanning schoon en zuiver te houden krijgt de set spanning via een Kemp Powersource lichtnet filter. Onder het loopwerk een set Acoustic Analysing TVA dempers die vooral de laagweergave sterk verbeteren en de speler ontkoppelen van het Spectral audio meubel. Een complete lijst van kabels en apparatuur staat zoals gewoonlijk onderaan te recensie.


Clock, re-clock

Met de handicap niet heen en weer te kunnen schakelen naar de vroegere situatie start ik na 24 uur warmdraaien de eerste CD. “Café Blue” van Patricia Barber. Hoe afgezaagd. Track vier laat niet zoveel verschil horen maar op track zes begint het feest. De verschillende damesstemmen zijn veel beter los van elkaar hoorbaar. De definitie en omranding van de stemmen is opgewaardeerd. Net als het knippen van de vingers op “Ode to Billy Joe”. De weergave van lage tonen is rustiger en doortekender dan ik mij herinner van vroeger. Barber had vaak de neiging tot boemen en overdrijving in de lagere regionen en dat is nu in de hand te houden. Die rustiger basweergave zet zich ook door op “We get requests” van Oscar Peterson. Track zes laat gemakkelijker de “vocale begeleiding” van bassist Ray Brown horen. Zijn gemompel verdwijnt nog al eens naar de achtergrond op andere en op mijn vroegere sets. Rachel Ferrell verrast met zowel de live-CD als haar studio album “First Instrument”. Deze ervaringen, die ik beluister via het re-clock circuit, vormen de aanzet tot verder experimenteren waarbij de DIP Upsampler de nare eigenschap vertoont regelmatig een koude start nodig te hebben. Omdat het in en uit pluggen van verbindingen hem in de war maakt wat telkens het tijdelijke einde betekent van hoge tonen weergave.

Voortbordurend op Oscar Peterson ben ik gaan wisselen tussen de twee digitale uitgangen (normaal geklokt en met re-clock), tussen de twee upsamplers en rechtstreeks op de DAC. Op de zesde track begint het met een gestreken bas en zachte tingels op percussie. Zowel met het strijken als met de tingels kun je aardig wat doen. Zo blijken de tingels op de normaal geklokte uitgang te klinken als “ting” en via de re-clock meer als “tringgggggg”. Des te meer componenten ik in de digitale trein koppel des te meer ik de meest realistische “tringggggg” nader. De ultieme stap is uiteindelijk via de re-clock uitgang de Monarchy box in, de Assemblage door en dan de DAC in. De omgekeerde stap, van re-clock direct de DAC in zonder jitter reductie of upsampling lijkt daar nog het dichtste bij te komen. Dus zonder enige andere tussenkomst dan Tentlabs elektronica ben je al beter uit. Met de CD “Piano Bar” van Patricia Kaas gaat het nog een stapje verder. Het eerste nummer begint met geluidjes weergegeven over lage tonen heen en het uiteindelijk zacht inzetten van de stem van Kaas. Het laag in deze CD bepaalt voor een groot deel de sfeer en de juiste weergave. Een gegeven dat ik leerde bij Jan de Jong van “de Jong en Warnaars” en waar ik hem zeer dankbaar voor ben. Hier is de meest optimale weergave slechts bereikbaar via re-clock, upsampling, jitter reductie en dan 24/96 de dac in. Bij elke stap minder moet je inleveren op het gebied van ruimtelijke weergave en ambiance. Met alle hens aan dek beleef je de geluidjes, ze springen voor je oog heen en weer. Als later meer percussie is ingezet zweeft dat voor je in de ruimte. Dat betekent dat de laagweergave optimaal is thuis, het kan nog beter met andere speakers in een andere akoestiek, zolang die in ieder geval via de re-clock loopt. Maar evenzeer dat een upsampler en jitter reductie geen kwaad kunnen. Iets wat Guido Tent al vermoedde terwijl een vriend die mij opmerkzaam maakte op Tentlabs, nu juist dacht dat al mijn kastjes de vuilnisbak in konden. Ik verklaar dat als volgt:

De clock en re-clock zorgen voor ultra lager jitter. Dat wordt deels teniet gedaan door de Monarchy Audio DIP Upsampler die ik ervan verdenk dat hij lang niet zo ultiem klokt. De Assemblage D2D-1 haalt de door de Monarchy toegevoegde klok-onregelmatigheden er zo goed en zo kwaad als het kan uit. De DAC doet de rest. Die heeft profijt van een XLR ingang boven cinch door toepassing van een trafo in het gebalanceerde circuit.

Het is toch een hele opgave om een CD weer te kunnen geven. Vier kastjes met in totaal zes voedingen en drie digitale interlinks zijn ervoor nodig om de voorversterker van signaal te voorzien. Hoe complex kan een mens het maken. Het resultaat is er gelukkig naar. Ik heb geen spijt van de upgrade. Meer muziek komt aan de orde. Zonder AB vergelijking is het lastig om een zuiver oordeel te vormen en voorbeelden aan te halen. Daarom beperk ik mij tot algemene indrukken die zich laten vertalen in de vorm van meer detaillering en meer rust in het geluid. De klanksignatuur van de Teac is duidelijk anders geworden. De Tentlabs klok doet veel meer goed dan de Trichord klok dat destijds deed. Het trage en logge wat een Teac soms heeft met de vette aanzet in het laag heeft plaats gemaakt voor een lichtvoetigheid die vanuit de lage tonen weergave evenredig is ondersteund. Het laag is teruggebracht tot normale proporties waar speakers en akoestiek zich happy bij voelen. De winst in ruimtelijke stereo weergave in hoogte, breedte en diepte zijn evident. Precisie is niet alleen toegenomen maar vormt een wezenlijk onderdeel van de spanning die inherent is aan muzikale emotie. Hoe je het ook wendt of keert, de Teac is een nog begeerlijker bezit geworden en een nog fijner loopwerk. In het licht bezien van de stap naar een duurdere Teac is de XO 3 met XO Supply een regelrecht koopje. Zelfs met een prijskaartje van 228 euro. Een ieder die zich ooit in de klok materie heeft verdiept weet overigens dat dat geldt voor elke speler, van low end Takkie-Yakkie tot high end Wadia en consorten. En er is meer te halen bij Tentlabs. Zoals een klok in uw DAC en zelfs een link tussen loopwerk en DAC waarbij een master-slave klok situatie ontstaat. Dan kan het datasignaal los van het kloksignaal getransporteerd worden.

Tentlabs XO-3 en XO-Supply

Dealers

Inbouwen van de Tentlabs klok kan geschieden bij een dealer van Tentlabs. Wie handig is en het aan durft doet het zelf. Houdt u er wel rekening mee dat modificeren van invloed kan zijn op de garantiebepalingen. En mocht uw speler ooit defect raken om welke reden dan ook, vertel de reparateur dan duidelijk dat u extra circuits heeft ingebouwd. Het zal niet de eerste keer zijn dat modificaties onnadenkend verwijderd worden omdat men niet weet wat ze zijn en doen. U hoeft er trouwens niet bang voor te zijn dat de modificatie, mits correct uitgevoerd, tot storingen zal leiden. Bij twijfel over het inbouwen zelf, raadpleeg een deskundige. Nog een tip, markeer de fase op de netstekker. Niet zelden klinkt een apparaat “anders” omdat u thuis de fase hebt gedraaid na de ingreep.

Praat eens met Guido en beluister hoe het circuit is gerijpt tot de huidige vorm. Welke onderdelen op specificatie voor Tentlabs worden gemaakt.  Bijvoorbeeld de smoorspoel op de voedingsprint. Een oud principe is in ere hersteld wat vrijwel niemand toepast (zelfs niet in buizen techniek). Het geheel is de status van “thuis” ontgroeid en verworden tot “bedrijf”. Zo groeit mijn begrip voor de verkoopprijs. Enig speurwerk zet de prijs trouwens in een ander spotlight. Concurrenten zijn minimaal duurder tot aan veel duurder. Goedkoper ben ik niet tegengekomen. Het is voor mij ondoenlijk mijn speler keer op keer te laten modificeren met klokken van een ander fabrikaat om zo tot vergelijkingen te komen. Net zo min heb ik zin de modificatie er weer uit te halen. Als ik dat al zou willen! Ik heb de rekening betaald en hou er een duidelijk betere speler aan over. Nu maar hopen dat mijn 1995 Teac het nog lang zal uithouden.

 

Prijzen:

XO 3 clock en re-clock en extra uitgang 139 euro 
XO Supply 89 euro

Fabrikant:
Tentlabs
Geert Grootestraat 31
5643 RB Eindhoven
Email Info@tentlabs.com
Web www.tentlabs.com

 

Gebruikte apparatuur: 

Teac VRDS-T1 CD loopwerk met Trichord Clock 2
Teac VRDS-T1 CD loopwerk met Tentlabs XO 3 en XO Supply
Monarchy Audio DIP Upsampler sample rate converter
Assemblage D2D-1 sample rate converter
Apogee Mini-Dac d/a converter
Marsh Sound Design MSD P2000b voorversterker
Marsh Sound Design MSD A200s eindversterker
JMlab Electra 926 luidsprekers
JMlab Electra SW900 actieve subwoofer
Interlinks analoog: CrystalCable Connect Reference XLR en CrystalCable Connect cinch, Sharkwire voor subwoofer
Interlinks digital: Apogee Wide-Eye
LS-kabels: CrystalCable Speak Reference
Netsnoeren: Kemp, Lapp, rubber, Sign PC-150, CrystalCable Power Reference
Netspanning: Kemp Elektroniks Power Source netfilter, ferriet clamps, separate audiogroep
Meubels en stands: Spectral Straight TV915 meubel
Overige accessoires: Master Base Mbase/1 plaatjes, Acoustic Analysing TVA dempers, VLS spikes, WBT en Sharkwire stekker material