Benz-Micro Glider L2


René van Es | 18 februari 2003 | Benz-Micro

Benz-Micro Glider L2: glijden met genoegen

Gedreven door de noodzaak een nieuw element aan te schaffen en met de positieve ervaring van de Benz-Micro Ace in het achterhoofd, ben ik nieuwsgierig op pad gegaan naar een waardige vervanger voor mijn Highphonic. De Highphonic zakte bijna letterlijk door de hoeven en het huis sleepte treurig over de plaat bij de minste of geringste hobbel. Ik doe in een onderhavig geval exact hetzelfde als elke consument. Ik vergelijk, stel een budget vast, win informatie in, luister naar raad en product en probeer uiteindelijk een weloverwogen beslissing te nemen. Twee beslissingen zelfs omdat ik nu twee platenspelers bezit. Dus mocht een high end element zich combineren met een goed budget element. High end koos ik voor de Glider L2. Budget komt later wel weer eens aan de beurt.

De Glider L2

De Glider van Benz-Micro bestond al langer in de oude vorm. Omdat innovatie de motor is waar een onderneming deels op loopt heeft Benz-Micro zich gezet aan de schone taak de L2 serie te ontwikkelen. Niet gehinderd door kennis van de oude serie stap ik doodleuk de L2 wereld binnen. Uiteraard is dit nieuwe element grotendeels afgeleid van de beroemde Glider. Het spoelhuis is van aluminium gebleven en de cantilever van boron. De diamant is een naakte line-contact die van Fritz Geiger afkomt met een afronding van 6 x 40 uM. Het spoelhuis is niet ingegoten. De filterdunne spoeldraden zijn zichtbaar. Inwendig zijn de veranderingen volgens Benz in het bijzonder een lichtere spoel. Het gewicht van de spoel is met 1/3 tot de helft gereduceerd. De VTA (vertical tracking angle) is naar de standaard waarde van 20 graden gebracht. De ophanging is verbeterd, de magneet iets sterker. Het idee het element te moeten inbouwen maakt mij vooralsnog angstig. Het ziet er zo kwetsbaar uit. Achteraf valt de montage ontzettend mee omdat er schroefdraad is getapt in het element huis zelf. Omdat er geen beschermhuls voor diamant en cantilever aanwezig is blijft voorzichtigheid geboden. Eng om te zien hoever de cantilever voor het element uitsteekt. Al is de garantie op het element twee jaar, de garantie dekt geen schade toegebracht door poetslustigen. Alle stofdoeken zijn inmiddels uit huis verbannen en niemand anders dan ik zelf bedient de platenspeler. De Glider L2 is leverbaar in drie versies. Een low output versie die 0,3 mV afgeeft (mijn type), een medium versie van 0,8 mV en een high output versie die tot 2,5 mV komt. Alles gemeten bij een snijsnelheid van 3,54 cm/s. De aanbevolen afsluitimpedantie is resp. >100, >200 en >1000 ohm, oplopend voor ieder element tot 47 kOhm. In alle drie de uitvoeringen is het eigengewicht 6,8 gram. De prijs is voor elke uitvoering 885 €. Meegeleverd met het element worden schroefjes, een schroevendraaier, een kleine waterpas en een handig borsteltje.

Pro-ject & Garrard

De Benz-Micro Glider L2 heb ik gemonteerd in een Pro-ject 9 inch carbon fiber arm. De naalddruk stel ik in op 1,9 gram. Ik probeer nog iets zwaarder, twee gram rond. De arm is gemonteerd op een dubbelwandige console met daarin een Garrard 301 loopwerk. De mat is een originele Garrard rubber mat. Op de platen komt telkens een Transrotor puck. Aan de armbedrading een Siltech New York MXT interconnect. Daarachter een Transrotor phono amp, ingesteld op 100 Ohm en een versterkingsfactor zodat aan de uitgang 5 mV beschikbaar is. Met een tweede New York ga ik naar de versterker. In een later stadium luister ik met een Linn Linto phono amp, de kabels blijven gelijk. De Linto is alleen geschikt voor MC elementen en heeft een impedantie van 150 Ohm. Ik speel met mijn eigen versterkers (lijn Clearaudio/ power Monarchy Audio). Speakers zijn van JMLab uit de Electra 926 serie. Een subwoofer ondersteunt het laagste laag. Het totaal aan apparatuur staat beschreven aan het eind van deze recensie. Als tegenspeler van de Glider L2 is er een Pro-ject Perspective aanwezig met eveneens een 9 inch Pro-ject arm (aluminium versie). Hierin zit een Goldring Eroica LX, versterkt via een Rotel RQ-970BX phono amp. Tijdens een groot deel van de inspeelperiode van de Glider L2 is een Benz-Micro Ace aanwezig in de Perspective. Inspelen bleek zeer noodzakelijk, de Glider L2 kwam pas na ongeveer 50 uur spelen tot volle wasdom.

Benz-Micro Glider L2

Eigendom

Het bespreken van componenten die eigendom zijn komt niet zo vaak voor. Toch hier een uitzondering. Ingegeven door de aandacht die hifi.nl op dit moment schenkt aan vinyl. Voor deze Benz-Micro hoefden we de importeur dan ook niet lastig te vallen. De keuze voor de Glider maakte ik naast de geluidskwaliteit op basis van drie andere argumenten. Ten eerste moest en zou ik weer een MC element bezitten. Ten tweede viel een gerenommeerd ander MC merk af omdat andere recensenten daar al een keuze in gemaakt hebben. Ik hou er wel van “anders te zijn” en het lijkt me ook leuker voor lezers als we niet allemaal hetzelfde in huis hebben. De derde eis was dat het geluid van de Highphonic tenminste benaderd moest worden of liever overtroffen moest zijn. Tenslotte nam ik van de MC-300A met weemoed afscheid. Zo maak je een shortlist al snel kleiner. Bedenk dan dat een combinatie van loopwerk, arm, element een bekabeling een audiogezin vormt, waarin alle componenten een inbreng hebben. Je hoort regelmatig de stelling dat de volgorde van invloed op analoog geluid bepaald is door resp. loopwerk, arm en dan pas het element. Gezien recente ervaringen kan ik daar wel achter staan. Maar harmonie blijft een vereiste. Deze Benz past toevallig erg goed in mijn setup en vormt voorlopig de nieuwe referentie. Verderop in het verhaal wordt het gezin nog wat uitgebreid met een andere phono amp die grote invloed blijkt te hebben. Zo blijf je aan de gang.

Wekenlang is er geluisterd met de Transrotor phono amp. Gedurende die tijd zijn heel veel platen gedraaid waaruit een keuze is gemaakt om nader in het zonnetje te zetten. Klassiek, pop, jazz, oud en nieuw werk is gebruikt. Opvallend was de overeenkomst van de Glider met de Ace. Het karakter komt overeen, wat natuurlijk verwacht kon worden. De Glider doet alles een stap beter. Meer detail zal u ten deel vallen. Het laag gaat dieper en is hoewel wat slanker meer imponerend. Het hoog verfijnder en opener. Dat laatste nog net niet op het niveau van de Highphonic, maar dicht bij. De andere kwaliteiten streven een Highphonic ver voorbij. Er is in ruim 10 jaar kennelijk toch nog fors gesleuteld aan deze “oude” techniek. Zo is de impact van het weergegeven geluid veel groter. Veel meer een live sensatie. Robuust is het woord waar ik dan aan denk. De dynamiek van een Glider is opvallend aanwezig, al zal de Garrard daar ook debet aan zijn ten opzichte van de Perspective waar de Ace in zat. Vervelend is dat de Glider L2 meer eisen stelt aan de zwarte schijven en de opname kwaliteit. Een wat mindere plaat klinkt ook echt minder. Zo vallen oude popopnames regelrecht door de mand. Harder dan met een Ace of een Goldring het geval is. In de loop van de tijd wint de Glider L2 steeds meer aan kwaliteit. Dat is niet hetzelfde als gewenning. Gewenning is leren leven met tekortkomingen. De Glider knapt tijdens het spelen op omdat hij steeds meer gaat prijsgeven van de groef en niet omdat de klank verandert. Het wordt fijner en genuanceerder. Meer en meer verbaas ik mij over de kwaliteit die vooral te vinden is in het middengebied en het strakke goed ontwikkelde laag. De stap Ace naar Glider L2 is een echte stap en geen reclame. Waarmee ik de Ace geen trap na geef. Hij kost immers een stuk minder. De kwaliteit van de Ace staat buiten kijf. De Glider is een superlatief, meer geschikt voor een hoger segment in loopwerk en arm.

Benz-Micro Glider L2

Eigendom (2)

Dan komt iemand van importeur Latham langs en levert een Linn Linto phono amp af. Het toeval wil dat ik de hele ochtend al bezig ben met platen en platenspelers vanwege een Dual CS 505-4 die in huis staat. De Linto laat zich snel aansluiten in plaats van de Transrotor en ik beluister dezelfde platen nog een keer. Zonder vooruit te willen lopen op een Linto recensie meld ik vast dat de Linn vanaf dat moment de aangesloten phono amp bleef. Uitzonderlijke kwaliteit. Het is weer zo, weer Dire Straits uit de kast. Zeer imposant klinkt ‘Ride accross the river’. De impulsen van bas en drum zijn sterk en droog. Echte klappen worden uitgedeeld. Daaroverheen subtiel een fluit, indringend de gitaar van Knopfler. Het is heel helder en zuiver, niet naar analytisch, eerder schoon en zuiver. Opvallend blijft de drive achter de muziek. In de volgende track ‘The man is too strong’ is de gitaar klank net zo metalig als de gitaar op de hoes van de plaat. Ongekend snel en puntig. Puntigheid haal ik ook van een Three Blind Mice opname van Tsuyosho Yamamoto Trio. Het eeuwige “Misty’ van Errol Gardner is door de japanners neergezet met een overdreven harde piano aanslag. Om versterkers te laten clippen? Met de Glider is elke noot aanwezig, misschien iets minder hard dan ik soms gewend ben. Dat maakt het wat zachter en lekkerder in het gehoor, al verdwijnt een stukje agressie en spanning. De baslijnen zacht en zoemend. De percussie laat brushes over de bekkens suizen.

Taj Mahal is een plaat die ik zuiver kocht voor de opname. Minder voor de muziek al zijn de stemmen van de Pointer Sister een lust. We hebben het over ‘Reclycling the blues’. Ik pak kant twee en beluister ‘Sweet home Chicago’. Elk Pointer zusje heeft een plek en een stem. Elke beweging van Mahal op gitaar laat zich horen. Dit is heerlijke muziek uit het diepe zuiden van de USA. Mooi ook de opbouw waar Mahal op de voorgrond staat met zijn gitaar en de zusje in een carré achter hem. Op ‘Texas women blues’ kwelen zij opnieuw. De bas speelt hier zijn één-toon deuntje mee afgezet tegen de stemmen. Weer is elke stem separaat van de anderen. Weer gaat de bas dieper dan ooit en brommend nadert het einde van het nummer. Heel mooi en puur genieten. Van een totaal andere orde zijn de Carpenters op ‘Now and then’. Ook nu eerst kant twee waar een DJ nummers aankondigt als ‘Dead man’s curve’. Ik kan mij niet herinneren eerder zoveel verschillende stemmen te horen in de tracks. De Glider doet pogingen de laatste informatie uit de groeven te vissen die al zovele malen geteisterd zijn met diamant. Karen Carpenter komt bijna weer tot leven in het bloedstollende ‘Johnny Angel’. Her en der een transparantie die keihard opname slordigheden laat horen. De stem van de DJ alsof de radio aan staat op Radio 2. Kant één begint met ‘Sing’ en dat is precies wat er gebeurt. Het kinderkoor achter Karen is zo mooi. Ik verbeeld mij in staat te zijn de gemiddelde leeftijd van de stemmetje te kunnen schatten en kom uit op 13,7 jaar. Misschien iets te hoog. Daarna ‘Our day will come’ waar de Glider een vergrootglas vormt op de opname. Elke stembuiging bevat een emotie. Even terug naar de Transrotor phono amp. Die maakt deze plaat zachter en ronder. Liefelijker maar niet echt beter genietbaar. Ten koste helaas van detail en doorzichtigheid.

Ik pak nog wat willekeurig werk. Alles staat nog door elkaar in de nieuwe platenkast en ben de weg een beetje kwijt. Zo beluister ik eerst de “Brandenburgse concerten’ van Bach. In een uitvoering van The Academy of St. Martin in The Fields. Het werk is bij tijden lichtvoetig en sprankelend. Tijdloos. De fluit is overweldigend helder als solo instrument. Het klankboeket rijk aan schakeringen. Viool, cello, het tingelende klavecimbel, een volle harmonie valt mij ten deel. Mag de analoge pracht nog een paar kanten duren. Dat mag met Juliette Greco die op indringende wijze Parijs voortovert. De accordeon haalt bijna het niveau dat ik alleen op een La Musica set in Berlijn beluisterde, maar nooit meer wist te evenaren. Hier kan ik mijn Highphonic eindelijk mee vergeten en mij verzoenen met een Glider L2 te leven. De sfeer zet de tijd even stil en stilletjes zink ik onder met Greco aan mijn zijde. Om terug te keren in de realiteit besluit ik met Donna Summer. In haar glorie dagen waren haar nummers licht erotisch getint. Ze kreunt de kamer door. Om later in een duet met Streisand te eindigen in een cresendo. De deels elektronische bezetting van de band heeft drive en power. Disco in eigen huis. Helemaal besluit ik pas nadat ik Toots Thielemans en Philip Catharine de revue laat passeren. Samen met Joachim Kuhn, Chris Hinze, Gerry Brown en John Lee realiseerden zij een opname in 1974 voor Key Town Records. De harmonica van Toots zal wel nooit worden overtroffen. Vol swing, funky, melodieus. De Glider laat elke solist de ruimte en zet hem onafhankelijk neer van de collega’s zonder de hechtheid van de band uit het oor te verliezen. Zonde om af te sluiten en naar bed te gaan. Krijgen mijn huisgenoten en de buren wel eindelijk rust.

Benz-Micro Glider L2

Ik glij

Opvallend aan de Glider L2 vind ik de enorme kracht van het element. Een Britse collega, wiens voorkeuren ik ken (maar niet deel) voor elementen, beschreef mij de Benz elementen eens als “ruw”. Ik ervaar Benz-Micro als eerlijk en recht-voor-zijn-raap. Zonder mooie randjes weergeven wat er in de groef staat gemoduleerd. Een echte MC met “ballen”. In mijn bescheiden opinie is de Glider L2 een topper. Zeker als je hem combineert met een topklasse phono versterker onderga je een analoog walhalla. Laag, midden en hoog volkomen in balans. Met een bescheiden wens nog net dat ultieme extra-tje te kunnen beleven in de hoge tonen. De moderne technologie waardoor krachtige magneten kunnen worden gemaakt stelt in staat het geluidsbeeld open te gooien en met veel dynamiek echte muziek te maken. De angst de cantilever te knakken blijft aanwezig. De diamant steekt ver uit. Mocht het ooit gebeuren, dan zal ik toch weer in de buidel tasten voor een Glider L2. Het element heeft in mijn speler een vaste plaats gekregen en mijn hart veroverd. Met welke phono amp dan ook. Ik kan er ademloos naar luisteren.

Importeur :
Sound Design Import
Postbus 76
9230 AB Surhuisterveen
Telefoon/fax 0516 577236
E-mail jelsound@hotmail.com

Gebruikte apparatuur

Pro-ject Perspective platenspeler met 9” aluminium arm
Goldring Eroica low output MC element
Benz Micro Ace low output MC element
Rotel RQ-970 BX phono amp
Garrard 301 motor unit op DIY console met Pro-ject 9” carbon fiber arm
Benz-Micro Glider L2 low output MC element
Transrotor Phono amp
Linn Linto phono amp
Teac VRDS-T1 CD loopwerk met Trichord Clock 2
Monarchy Audio DIP Mk 2 anti jitter box
M-Audio Superdac 2496 D/A converter
Musical Fidelity Elektra E50 tuner gecombineerd met MF X-10D
Marantz DV6200 dvd speler
Clearaudio Balance voorversterker
Monarchy Audio SE-100 klasse A mono eindversterkers
JMlab Electra 926 luidsprekers
JMlab Electra SW900 actieve subwoofer
Interlinks analoog: VdH The First Ultimate, Puresonic 8010A XLR, Linn Analogue, TAF Next I en II, Gotham GAC-2, Belden, Chord Solid 2, Profigold S-video, Siltech Mxt Professional Series New York
Interlinks digital: Apogee Wide-Eye
Interlinks digital optisch: Audioquest
LS-kabels: Ocos
Accessories: Kemp Elektroniks  Power Source netfilter, ferriet clamps, Standesign Saturn 5 audio meubels, Target VW1 wandbeugel, Master Base Mbase/1 plaatjes, Kemp, Lapp en rubber netkabels, WBT en Sharkwire steker materiaal, separate audiogroep