Thorens TD190 en Pro-ject 1.2 Comfort


René van Es | 23 november 2002 | Pro-Ject HiFi

Kent u dat gevoel. U loopt in uw kelder of op uw zolder en daar staat die enorme doos met langspeelplaten. Uw vingers wandelen langs de grote gekleurde hoezen en herinneringen komen boven. Iron Maiden, u had toen nog lang haar. Cat Stevens, uw eerste voorzichtige echte zoen. Led Zeppelin, luchtgitaar spelen in de jongenskamer. The Bee Gees, zwijmelen boven de Popfoto. En wat later James Last in Concert, muziek welke zou leiden tot een romantisch samenzijn met de persoon die nu uw partner is. Al die vervlogen tijden kunnen tot leven komen. Door gewoon een platenspeler aan te schaffen. Niet voor duizenden euro’s, maar voor een normale prijs. Want wat u zoekt is Fun Fun Fun op herfstige momenten. Zwijmelen en elkaar in de ogen zien, momenten herinneren. Het kan. Met Thorens en met Pro-ject. Een verslag van handig, gemakkelijk en vervlogen tijden.

Thorens TD190 en Pro-ject 1.2 Comfort

De Thorens TD190 is licht in gewicht en met een licht plateau. In de eenvoudige plastic arm zit een Ortofon OMP-10 element gemonteerd met een waarde van ongeveer 60 euro. De arm is niet in hoogte instelbaar en geeft de indruk te zijn ontworpen met een Ortofon element in gedachten. De bediening is volautomatisch. Plaatdiameter instellen, toerental kiezen (33, 45 en 78 toeren) en druk op start. De plaat wordt voor u gespeeld en aan het einde wordt de arm van de plaat gelift en teruggebracht naar de steun. Een gruwel voor audiopuristen, maar oh zo gemakkelijk in het gebruik. De voeding van het motortje komt van een trafo steker. De installatie is eenvoudig door het voorgemonteerde element. De arm even uitbalanceren, dan de ring op het contragewicht op nul stellen en daarna zolang draaien tot het gewenste afspeelgewicht is bereikt. Met een tweede ring wordt de dwarsdruk compensatie ingesteld. Plateau erop, viltmat daar weer op en de speler is gereed voor gebruik. Zonder enig mankeren heeft hij twee volle weken staan draaien. De motor is geruisloos, het mechaniek voor de automaat zet steeds de naald netjes in de inloopgroef, alleen is de kast erg gevoelig voor akoestische terugkoppeling. Het snoertje aan de speler heeft heel goedkopen plugjes.

De Pro-ject 1.2 Comfort heeft iets meer audiofiele aspiraties. Hier treffen we een stuk zwaarder plateau eveneens afgedekt met een viltmat. De arm is van aluminium en de lagering is cardanisch. Het element is een Sumiko Blue Oyster met een winkelwaarde van pak weg 65 euro. De arm is (in hoogte) instelbaar (VTA en zelfs azimut) en kan dus meer elementen aan dan de Thorens. Het mechaniek is half automatisch. Dus wel een afslag aan het eind van de plaat, maar niet volautomatisch de plaat opzetten. Bibberende handen hebben het lastiger. De voeding van het motortje komt net als bij de Thorens van een trafo steker.De afslag was in mijn speler niet goed afgesteld. Pas boven het label sloeg de motor uit en werd de arm gelift. De afstelling voor de afslag is instelbaar, maar de handleiding geeft geen uitsluitsel hoe dat moet gebeuren. Een klusje voor de dealer deze exemplarische fout. Instellen gaat lastiger dan met de Thorens. Dat komt in de eerste plaats doordat de arm niet wil zakken als de motor niet draait. Dus balanceren moet veel voorzichtiger gebeuren. Daarna is het een kwestie van het contragewicht op dezelfde manier verstellen als bij de Thorens. De dwarsdruk wordt geregeld met een gewichtje. Voordeel van deze methode is een gelijkmatiger dwarsdruk compensatie, nadeel de hogere wrijving van de arm omdat het draadje van het gewichtje over het steuntje met worden getrokken. Vroeger bracht SME een wieltje aan op dat steunpunt. Ook de Pro-ject zet je in een paar minuten speelklaar neer. Helaas is de kast bijna net zo gevoelig voor geluiden van buitenaf als bij de Thorens. Op de automatische afslag na speelde de Pro-ject twee weken probleemloos en geruisloos. Het snoertje aan de speler heeft goudkleurige plugjes, die niet veel voorstellen en meer de indruk wekken audiofiel te zijn, dan dat dat in werkelijkheid het geval is. Het toerental beperkt zich tot 33 en 45 toeren.

Thorens TD190 en Pro-ject 1.2 Comfort

De opstelling

Omdat beide platenspelers niet voorzien zijn van voeten die in hoogte instelbaar zijn, moeten de spelers waterpas geplaatst worden. Mijn Standesign rek biedt een prima ondergrond en laat zich met spikes waterpas zetten. De beide spelers zijn aangesloten op een Transrotor phono versterker. De afsluitimpedantie ingesteld op 47 kOhm en de capaciteit op 100 pF. Een goede gemiddelde waarde. Zowel het Ortofon element als de Sumiko zijn MM-types, dus elke versterker met een phono input is geschikt. Achter de phono trap een Clearaudio Balance voorversterker, twee Monarchy Audio mono blokken en JM Lab Electra 926 luidsprekers. Een SW900 subwoofer eveneens uit de Electra serie staat steeds aan. De hele set geschakeld achter een Kemp netfilter. Even is overwogen om de spelers aan te sluiten op een veel goedkoper setje, waardoor fouten minder zouden opvallen. Na een paar avonden luisteren heb ik dat toch maar niet gedaan. De spelers halen allebei een dusdanig niveau dat luisteren op een in verhouding veel te dure set geen beletsel is. Een complete lijst met gebruikte apparatuur staat onderaan de recensie. Met een Clearaudio testplaat en stroboscooplamp is het toerental gecontroleerd. De Thorens draait exact op snelheid, de Pro-ject is marginaal te snel.

Thorens TD190 en Pro-ject 1.2 Comfort

Fun

Oude en nieuwe platen zijn gedraaid. Oude uit eigen vroegere collectie of van de rommelmarkt, nieuwe platen voornamelijk 180 grams heruitgaven en een enkele audiofiele plaat. Wat ik heb geprobeerd is niet al te zeer te letten op de geluidskwaliteit, maar meer aandacht te besteden aan ergonomie, bediening en de fun factor. Hoeveel plezier geeft de plaat mij en wat voor gevoelens komen naar boven. Wie echt audiofiel wil spelen zal meer uit moeten geven dan de 400 euro die elke speler op zich kost. Natuurlijk is het gemakkelijk dit soort spelers af te schilderen als “audiofiel onder de maat”, maar zoals ik in de inleiding al aangaf, dit zijn spelers voor consumenten die het leuk vinden de muziek van vroeger opnieuw te beleven. En daar zijn beide spelers geknipt voor. Elke zondagmorgen hoorde ik thuis drie dingen. Muziek Mozaïek van Willem Duys, de Sound Of Music lp die mijn vader stipt om 12 uur draaide en daarna G.B.J. Hilterman. Jaren heeft dat geduurd. Dat de lp Sound Of Music nog altijd gespeeld kan worden is een wonder. Willem Duys draaide muziek die je op puber leeftijd helemaal niet mooi mocht vinden, maar mij toch in de ban had. Ik denk dan aan bijvoorbeeld de Anita Kerr Singers. Harmonieus en stijlvol. Groot is mijn vreugde als ik van collega Jan de Jeu een lp van deze zangers krijg. Het klinkt zo vertrouwd en zo gemakkelijk. De Pro-ject blinkt uit door de rust van analoge weergave, de Thorens legt meer de nadruk op het uit elkaar trekken van de stemmen. Goud van oud herleeft en ik geniet.

 Een nieuwe uitgave van Kari Bremnes, de dubbel lp Norwegian Mood die ook op cd staat en het vergelijken lp versus cd daarom wel erg eenvoudig maakt. Zowel de Thorens als de Pro-ject moeten hun meerdere erkennen in de cd speler. Er zijn verschillen onderling aan te geven tussen de twee platenspelers. Zo heeft de Thorens duidelijk meer moeite met het weergeven van lange pianonoten. De Pro-ject laat die zeer stabiel horen. De stem van Kari klinkt op de Thorens minder vervormd dan op de Pro-ject. Het Sumiko element legt het hier af tegen Ortofon. Punten die ik noteerde van de Pro-ject zijn: geen armresonanties visueel waarneembaar, voldoende kracht zonder aan helderheid te verliezen. Het geluidsbeeld is robuust. Ten opzichte van de cd is de stem meer verstopt, de bas minder strak, het hoog minder detailrijk en is er meer vervorming hoorbaar. Voordeel van de plaat is het gemak van de weergave die voor ons gehoor zeer waarneembaar is. De Thorens laat een iets ander beeld zien. Hier noteerde ik: geen visuele resonanties zichtbaar, minder muzikaal en benadert meer het geluid (digitale sausje?) van de cd speler. De stem is helderder dan op de Pro-ject, het geheel iets transparanter. Ook hier legt de platenspeler het af tegen de vele malen kostbaarder cd speler. Het laag, midden en hoog is minder en de robuustheid van de Sumiko kan de Ortofon niet evenaren. Wederom een zeer acceptabel geluid dat met plezier naar vinyl laat luisteren.

Even geen vergelijk met cd maar gewoon platen draaien. Kings College Choir uit Cambridge zingt de Psalms Of David. De Pro-ject laat heel duidelijk de luchtwervelingen in de kerk horen (de sub heeft werk). De stemmen zijn wel mooi, maar individueel niet te onderscheiden. Het orgelspel sluit goed aan bij de stemmen, maar high end is het allemaal niet. De Thorens doet het hier beter in een aantal opzichten. Zo zijn de stemmen gemakkelijker hoorbaar als individuele stemmen en is het orgel helderder en goed te volgen. Daar staat tegenover dat de sub ongeveer zwijgt, het voetgestommel van het koor is weg. Heel tegenovergesteld is mijn mening met een heruitgave van Oscar Peterson The Lost Tapes. Op de Pro-ject zet ik die af. Niet mooi en irritant. De overdreven opgenomen bekkens hoor ik niet eens te hard. De Thorens brengt mij wel tot het einde van kant één. Op deze speler is het allemaal wat aangenamer en de neiging tot afzetten is weg. In schrille tegenstelling tot Oscar Peterson staat het draaien van Dire Straits. Met de Pro-ject is dit FUN met een hoofdletter. Daar haal je een platenspeler voor in huis. Helder, stevig, rock, ritme en gevoel. Het komt allemaal boven.Je kijkt zelfs in de opname en Mark Knopfler kun je visualiseren. Ten opzichte van de lp versie wint de cd in technisch opzicht maar verliest van lp op emotioneel vlak. De betrokkenheid met de cd is veel lager. De gitaar klinkt op vinyl rauw en recht voor zijn raap. De stemmen levendig en percussie losjes. Al zouden die instrumenten wat nadrukkelijker aanwezig moeten zijn. De Thorens laat het nu afweten. Minder fun, meer neigend naar de vlakheid van de cd. Het is soms rommelig en de frequentie karakteristiek lijkt hobbelig. Sade tenslotte eindigt voor beide spelers met een fotofinish. De een heeft wat meer druk en staat lekker los (Pro-ject) de ander laat meer detail horen en laat de percussie spreken (Thorens).

Thorens TD190 en Pro-ject 1.2 Comfort

Gemak dient de mens

Wie gemak laat prevaleren kiest voor de Thorens. Wie meer oog heeft voor hoe een speler is gemaakt kiest de Pro-ject. De laatste voelt degelijker aan en is een stuk zwaarder Qua elementen zijn ze elkaar gelijke, als klinkt een Sumiko duidelijk anders dan de Ortofon. De tegenwaarde voor wat de consument wordt geboden voor de 400 euro is met elkaar in balans. Persoonlijk geloof ik dat ik de Thorens prefereer als ik in de markt zou zijn voor een fun speler. Het geluid is helder met weinig vervorming en de bediening is een fluitje van een cent. Ook voor wie minder goed ziet of andere ouderdom kwaaltjes heeft. De Pro-ject heeft wat meer aspiraties maar vraagt een vaste hand van de eigenaar. Wie weet gaat die met een ander element zoals de Ortofon aan de haal met de geluidskwaliteit. Zo als de vlag er nu bij hangt zijn beide spelers een goede keuze als u niet zit te wachten op echt audiofiel geneuzel. Het is maar al te duidelijk dat de ene plaat het lekkerste speelt op de Pro-ject, de andere plaat op de Thorens. Maar een maatstaf is niet te geven. Laat daarom de eigen voorkeur maar beslissen. Zet de wijn klaar, steek wat kaarsen aan, sluit de gordijnen en als de kinderen het huis uit zijn garandeer ik u en uw partner een avond vol herinneringen die eindigt als vroeger.

Gebruikte apparatuur

Thorens TD190 platenspeler
Pro-ject 1.2 Comfort platenspeler
Ortofon OMP-10 element
Sumiko Blue Oyster element
Transrotor Phono amp
Teac VRDS-T1 CD loopwerk met Trichord Clock 2
Monarchy Audio DIP Mk 2 anti jitter box
M-Audio Superdac 2496 D/A converter
Clearaudio Balance voorversterker
Monarchy Audio SE-100 klasse A mono eindverstekers
JMlab Electra 926 luidsprekers
JMlab Electra SW900 actieve subwoofer
Interlinks analoog: VdH The First Ultimate, VdH The Source HB, Belden, Siltech Mxt Professional Series New York
Interlinks digital: Apogee Wide-Eye
LS-kabels: Ocos
Accessoires: Kemp Elektroniks  Power Source netfilter, ferriet clamps, Standesign Saturn 5 audio meubels, Target VW1 wandbeugel, Kemp, Lapp en rubber netkabels, WBT en Sharkwire steker materiaal, separate audiogroep