Review: C.E.C. CD5 - DAC met ingebouwde cd-speler


Max Delissen | 11 juni 2015 | C.E.C.

SAMENVATTING

De C.E.C. CD5 kost 2995 euro en dat is voor het gebodene een uitstekende prijs. Ik heb wel eens geroepen dat we met de opkomst van streaming audio in een overgangsperiode zitten, waarbij de cd-speler langzaam uit beeld zal gaan verdwijnen als de belangrijkste muziekbron in de hifi-installatie. Die overgangsperiode duurt langer dan ik had verwacht. Veel muziekverzamelaars blijken niet zomaar afscheid te kunnen nemen van hun uitgebreide cd-collectie, terwijl ze toch óók openstaan voor nieuwe ontwikkelingen als online muziekdiensten en HiRes downloads. Dat betekent dat de cd-speler als bron in een hoogwaardige hifi-set nog steeds relevant is. De CD5 is in dat opzicht dus een erg ‘logisch’ product. Een ‘best of both worlds’ oplossing die erg mooi gebouwd is, bijzondere technologie bevat en vooral fantastisch klinkt, hoe je hem ook gebruikt.

C.E.C. is zo’n merk dat bij mij altijd zeer hoog in de ranglijst van ‘echte hifi’ heeft gestaan, maar waar ik me in professioneel opzicht nog nooit mee bezig heb mogen houden. Dat veranderde toen ik onlangs het verzoek kreeg om de nieuwe CD5 van het merk aan de tand te voelen. De komst van de CD5 bracht ook de nodige opwinding met zich mee, want het is een bijzonder apparaat. Een snaar-aangedreven cd-speler én een los te gebruiken DAC in één apparaat is op zich al ongebruikelijk, maar voeg daar een zeer goede ingebouwde hoofdtelefoonversterker én de mogelijkheid om via USB ook DSD-bestanden te kunnen beluisteren aan toe, en je weet dat je een leuke luisterperiode tegemoet gaat.

De geschiedenis van de Central Electric Company (C.E.C.) als eigenwijze maar hoog aangeschreven hifi-fabrikant zal bij een aantal audio-liefhebbers wel bekend zijn, maar desondanks lijkt het me handig om even - in een notendop - een beeld te schetsen. C.E.C. is in 1954 begonnen als fabrikant van motoren voor platenspelers en groeide al snel uit tot leverancier van hoogwaardige snaar-aangedreven platenspeler-loopwerken, vooral voor andere merken, maar ook onder de eigen merknaam. Toen het onvermijdelijk werd om in te stappen in de productie van cd-spelers (C.E.C. behoorde daarmee beslist niet tot de ‘early adopters’) kwamen ze, in 1991, met een bijzonder systeem op de proppen waarbij de cd-spindle in de speler niet direct, maar via een snaar werd aangedreven. Volgens C.E.C. zou dat niet alleen trillingen verminderen, wat tot een betere aflezing en dus minder foutcorrectie zou leiden, maar ook tot een lagere invloed van elektromagnetische straling. Dit systeem, dat inmiddels wereldwijd gepatenteerd is, werpt zijn vruchten af want iedere recensent die een C.E.C. speler bespreekt roemt de stabiele plaatsing en de rust in het geluid, twee kenmerken die inderdaad mede te maken hebben met een zo schoon mogelijke digitale datastroom.

De CD5
C.E.C. heeft in het verleden nogal eens gewisseld met de vormgeving, wat hen op dat vlak een wat grillige reputatie gaf. Hun producten hebben tegenwoordig echter een zeer verzorgde en uniforme ‘look’. Dus ook de CD5, die wat mij betreft echt een beauty is. De speler ziet er strak en oerdegelijk uit, met mooie lijnen en een rustige indeling. Het grote, centrale display geeft niet alleen afspeel-informatie over je cd’s weer, maar ook over de bestanden die via een externe bron binnenkomen. Links en rechts daarvan zijn, keurig symmetrisch, respectievelijk de aan/uit knop, de ingangskeuze schakelaar, de hoofdtelefoonuitgang en de daarbij behorende volumeknop gepositioneerd. Bovenop vind je het rookglazen schuifklepje dat toegang geeft tot het cd-loopwerk en de snaar, die in principe onderhoudsvrij is maar ééns in de paar jaar door de eigenaar zelf vervangen moet (en kan!) worden. De cd wordt door middel van een relatief zware ‘puck’ van 7 centimeter doorsnede op de spindle gedrukt. Deze puck moet je niet kwijtraken, want zónder weigert het loopwerk koppig dienst. Aan de achterzijde van de speler vinden we twee paar uitgangen (ongebalanceerd RCA en gebalanceerd XLR), drie digitale ingangen (TOSlink optisch, S/PDIF coaxiaal en USB) en twee digitale uitgangen (optisch en coaxiaal) voor het geval je een nóg betere externe DAC wil gebruiken. Die uitgangen geven overigens uitsluitend de digitale informatie van het loopwerk door, het is dus geen ‘doorvoer’ van de digitale ingangen. Een standaard geaarde IEC aansluiting voor de stroom maakt het geheel af.



Geen sacd
Hoewel de CD5 vanaf een externe bron (via USB) in staat is om DSD-bestanden (2.8 en 5.6 MHz) af te spelen kun je in het loopwerk - in tegenstelling tot wat je misschien zou verwachten - géén sacd’s kwijt. Dat is echter niet eens zo’n heel erg opmerkelijke keuze, want buiten C.E.C.’s thuisland Japan heeft de super audio cd nauwelijks succes geboekt. Internationaal gezien is DSD als HiRes audio-bestandsformaat op dit moment echter een ‘hot-item’ in streamingland. Of dat terecht is en of het kans van slagen heeft is - net als bij de sacd destijds - opnieuw aan de consument én aan de aanbieders van content. In het voordeel van DSD spreekt dat je de bestanden tegenwoordig eenvoudig via internet aanschaft en downloadt, dus winkeliers hoeven er geen ruimte voor vrij te maken in hun schappen. Aan de andere kant lijkt het ‘gewone publiek’ er nog niet echt warm voor te lopen omdat het aanbod niet erg breed is en zich vooral op klassieke muziek lijkt toe te spitsen. Hoe dan ook, vooralsnog dien je als technologiebedrijf in de consumenten-audio de mogelijkheid tot het afspelen van DSD te bieden.

Luisteren 1 - Als cd-speler
Ik ben bijna vijf jaar geleden vrij resoluut overgestapt op streaming audio voor de weergave van mijn digitale muziekcollectie. De belangrijkste reden daarvoor was logistiek. Met ruim 25 strekkende meters aan plankruimte voor je cd-doosjes moet je toch gaan nadenken over een handiger systeem om je muziek te ontsluiten. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik mijn cd’s na het rippen niet heb weggedaan, maar in een fysiek ‘archief’ op zolder heb ondergebracht. Daarom kon ik niet alleen draaien wat ik wilde, maar kon ik in een later stadium ook een vergelijk maken tussen het interne loopwerk en mijn als streamer ingerichte Mac mini als externe bron. De CD5 werd met het door de importeur meegeleverde aftermarket netsnoer van AudioMaat aangesloten. De CD5 schijnt best gevoelig te zijn voor de keuze van het netsnoer, dus experimenteer daar gerust mee. Na een nacht en een halve dag rustig inspelen en op temperatuur komen met behulp van mijn inmiddels onmisbare Isotek Burn-In cd, verdween de volgende avond de eerste luister-cd in het loopwerk. Een van mijn favoriete albums aller tijden is …And Poppies From Kandahar van de Noorse neo-jazz producer en geluidskunstenaar Jan Bang, op het Samadhi Sound label van David Sylvian. Geen gemakkelijk luistervoer, maar wel een intens én muzikaal (!) klank-avontuur met veel laagjes, stuwende ritmes, putdiep laag, wagonladingen micro-details en gevonden geluiden. Ik heb deze cd inmiddels op zoveel verschillende geluidsinstallaties gehoord dat ik wel durf te beweren dat ik hem als mijn broekzak ken en dat ik precies hoor wat een installatie ermee doet. Afgespeeld op de CD5 hoor ik een forse ruimtelijke weergave en een weldadige vanzelfsprekendheid. De ‘flow’ in de muziek is inderdaad erg fraai, wat beslist ook aan het snaar-aangedreven loopwerk toegeschreven kan worden. Daarnaast is er veel ‘druk’ in de kleurrijke weergave, wat de muziek een zeker tastbaarheid geeft. Ten opzichte van mijn eigen referentie, de NAD M51 D/A-converter die ik vanuit de coaxiale uitgang van de C.E.C. via een AudioQuest Eagle Eye digitale interlink aansloot, was de klank van de CD5 iets, maar dan ook echt maar een heel klein beetje, lichter.
Maar qua impact, dynamiek en snelheid gaf hij niets toe, wat een knappe prestatie is.De CD5 legde een grote (en door mij zéér gewaardeerde) onverschilligheid aan de dag ten aanzien van de gekozen muziekgenres. Wat ik er ook op draaide, de weergave was steeds neutraal en krachtig, benadrukte niets en klonk nergens onnatuurlijk uitvergroot of juist bekrompen. Laat ik er meteen bij zeggen dat ik nog steeds een overtuigd ‘streamer’ ben, maar dat deze manier van muziek luisteren absoluut ook zijn bekoring heeft. Al leverde het wel een paar ‘uitbarstingen van verregaande ontevredenheid’ op als ik, met armen vol cd’s, bijna van de zoldertrap lazerde waardoor alles op de overloop door elkaar kwam te liggen. “Dan moet je maar wat vaker op en neer lopen” voegde mijn betere helft me dan toe, waarin ze natuurlijk gelijk had. Het noodlot straft onmiddellijk…De CD5 heeft een additioneel uitgangsfilter met één stand (‘Pulse’ geheten) dat ervoor zorgt dat de ‘pre- en after-ringing’ verschijnselen rond de weergave van pulsen worden afgevlakt. De standaardinstelling heet bij C.E.C. ‘Flat’. Het frequentieverloop van het signaal is bij dit standaardfilter grotendeels lineair, waardoor dit bij zowat alle fabrikanten van digitale muziekspelers de meest gebruikelijke instelling is. Het nadeel van dit filter is echter dat het last heeft van ‘ringing’. Als je het in een grafiek zou bekijken zie je ‘ringing’ als een serie kleine opslingeringen van het signaal, vóór en na het moment waarop de puls zelf plaatsvindt. Deze ‘ringing’ komt bij natuurlijke geluiden niet voor en zorgt voor kleine fouten in het tijdsdomein, wat door de luisteraar onbewust als een minder prettige eigenschap van het geluid wordt waargenomen. Het bekende ‘digitale randje’ zeg maar… Door het Pulse-filter in te schakelen wordt deze ‘ringing’ grotendeels glad getrokken. Het bijkomstige ‘probleem’ dat je hiermee op 20 kHz een afval van ongeveer 2dB in de hoogweergave krijgt wordt ruimschoots gecompenseerd door de duidelijk hoorbare verbetering van de natuurlijkheid en de ‘flow’. Dit is volgens C.E.C. met name van belang bij het afspelen van bestanden met een hogere resolutie dan standaard cd-materiaal. Bij hogere samplingfrequenties komt de lichte hoog-afval van dit filter namelijk vér boven de gehoorgrens te liggen en heb je er dus alléén de voordelen van. Persoonlijk vond ik de weergave van ‘gewone’ cd’s ook behoorlijk van het Pulse-filter profiteren, dus ik heb het knopje op de afstandsbediening voor de rest van de luisterperiode niet meer aangeraakt. 

Luisteren 2 - Als D/A-converter

Met de drie digitale ingangen op de CD5 biedt C.E.C. nadrukkelijk de mogelijkheid om externe digitale bronnen te laten profiteren van de uitstekende D/A-converter in de speler. Volgens het vandaag de dag veel gehoorde dogma ‘digitaal is digitaal’ zou de kwaliteit van de weergave onder alle omstandigheden identiek moeten zijn, maar het valt niet te ontkennen dat de weergave van mijn zelf geripte cd’s via mijn als streamer ingerichte Mac mini en een AudioQuest Carbon USB kabel op zijn minst ‘anders’ is. Het verschil is echter zeer klein en ik probeer ook angstvallig de woorden ‘beter’ of ‘slechter’ te vermijden, want zo stellig zou ik het niet kunnen beweren. Een bit-perfect geripte kopie via de streamer klinkt voor mijn gevoel net iets schoner en lichtvoetiger, maar dat geldt uitsluitend in een direct vergelijk met de cd die als bron is gebruikt.



De grote kracht van de extern benaderbare DAC is natuurlijk dat je er HiRes audiobestanden mee af kunt spelen. De ESS ES9018K2M ‘hyperstream’ converterchip in de CD5 accepteert PCM signalen tot maximaal 32bit/384kHz (in het onder andere door het Noorse 2L muzieklabel gebruikte DXD bestandsformaat) en DSD tot 5.6MHz. De toegenomen resolutie van de weergave vertaalt zich - uiteraard afhankelijk van de kwaliteit van de opname - in een nog grotere natuurlijkheid en ruimtelijkheid. Ook met HiRes materiaal had de DAC in de CD5 een weergave die de wonderlijke en zeldzame combinatie van verregaande resolutie én muzikaliteit had. Bij het prachtig geregistreerde ECM album Cartography van Arve Henrinksen liet de CD5 me diep in de textuur van de muziek luisteren. De kleine nuances van lippen in het mondstuk van Henriksen’s trompet, de valse lucht die hem soms zo verrukkelijk als Jon Hassel laat klinken, de subtiele elektronische ritmes en soundscapes van (alweer) Jan Bang, de ijle gitaar van Eivind Aarset, de warme, diepe bas van Lars Danielsson en, zowaar in twee tracks, de stem van David Sylvian zorgden voor een buitengewoon intense luister-ervaring.Bij de weergave van DSD files zul je trouwens merken dat de filterinstelling ‘Pulse’ niet beschikbaar is. C.E.C. raadt in de Engelstalige handleiding het open-source programma Foobar2000 aan om DSD mee af te spelen. Op zich is dat een erg goed programma, maar het is voor de gemiddelde gebruiker wel wat lastig om zelf met de ASIO driver-plugins aan de gang te moeten die je nodig hebt om er DSD mee af te kunnen spelen. Daarom raad ik liever het betaalde maar zéér goed functionerende programma JRiver aan (inmiddels is daar versie MC20 van verkrijgbaar). En niet alleen voor de gebruikers van Windows-pc’s, ook voor het Mac OS X besturingssysteem is een versie van MC20 beschikbaar. Eigenaren van een Mac kunnen daarnaast ook nog kiezen voor Audirvana+, dat als stand-alone speler kan fungeren, maar ook als schil rond iTunes. 



Luisteren 3 - Als hoofdtelefoonversterker
Goede hoofdtelefoons zijn een andere nieuwe trend in de hifi. De individuele luister-ervaring is de laatste jaren steeds belangrijker geworden. En ook al prefereer ik nog steeds het samen naar muziek luisteren, het is duidelijk dat ‘de hoofdtelefoon’ aan een opmars bezig is. Het nadeel van sommige nieuwe modellen is dat ze weliswaar prachtig kunnen klinken, maar dat ze hun diepste muzikale geheimen pas prijsgeven als ze door een fatsoenlijke hoofdtelefoonversterker worden aangestuurd. De C.E.C. CD5 voorziet daarom in een goede interne hoofdtelefoonversterker. Als ik die - met mijn niet al te lastig aan te sturen AKG K701 - vergelijk met de discreet opgebouwde hoofdtelefoonversterker in mijn Naim Supernait2 is het verschil zeer klein. De C.E.C. is iets helderder van klank, wat erg lekker is voor dynamische muziek. Het stelt echter ook iets hogere eisen aan de kwaliteit van de opname.

Conclusie
De C.E.C. CD5 kost 2995 euro en dat is voor het gebodene een uitstekende prijs. Ik heb wel eens geroepen dat we met de opkomst van streaming audio in een overgangsperiode zitten, waarbij de cd-speler langzaam uit beeld zal gaan verdwijnen als de belangrijkste muziekbron in de hifi-installatie. Die overgangsperiode duurt langer dan ik had verwacht. Veel muziekverzamelaars blijken niet zomaar afscheid te kunnen nemen van hun uitgebreide cd-collectie, terwijl ze toch óók openstaan voor nieuwe ontwikkelingen als online muziekdiensten en HiRes downloads. Dat betekent dat de cd-speler als bron in een hoogwaardige hifi-set nog steeds relevant is. De CD5 is in dat opzicht dus een erg ‘logisch’ product. Een ‘best of both worlds’ oplossing die erg mooi gebouwd is, bijzondere technologie bevat en vooral fantastisch klinkt, hoe je hem ook gebruikt.

Prijs
C.E.C. CD5 € 2.995,-
Hear Everything Audio, www.guruaudio-benelux.com