Mark Levinson: high-end klaar voor de toekomst


Rob van Ginneken | 15 september 2011 | Fotografie Rob van Ginneken | Mark Levinson

Al zowat veertig jaar spitst de liefhebber bij het horen van de naam Mark Levinson spontaan de oren. Want zo lang houdt de Harman-dochter zich maar met één ding bezig: audioapparatuur produceren voor de champions league van het muziekplezier. In luistertesten niet zelden gebruikt als ijkpunt om andere merken te boordelen. Toch neemt Mark Levinson nu een volgende stap: na een periode van relatieve rust bouwen de Amerikanen weer door aan hun merk. De modellenlijn wordt verbreed en ML legt de lat indien mogelijk nóg hoger. Volgend jaar – te beginnen bij de CES - mogen we zonder twijfel op extra vuurwerk rekenen vanwege de viering van hun 40-jarig jubileum.

Onder de meest veeleisende liefhebbers staat Mark Levinson al vier decennia met stip genoteerd. Vanaf hun ‘geboorte’ in 1972 houdt de Amerikaanse high-end audioproducent zich bezig met de ambachtelijke ontwikkeling en productie van extreem hoogwaardige apparatuur. Een schoolvoorbeeld van het nobele principe: ‘Het kost wat, maar dan heb je ook wat.’

Toch is Mark Levinson als merk inmiddels ook bij een wat groter publiek bekend geworden. Al geruime tijd levert de Harman-dochter namelijk ook de topinstallatie voor de chique Lexus automodellen. In feite stonden ze daarmee aan de wieg van een stormachtige trend in de wereld van de premium automodellen. Tegenwoordig kijkt niemand nog echt op van superieure ‘carfi’, maar tien jaar geleden was het absoluut een ‘USP’ – een uniek verkoopargument – voor de Japanse limousines.

Maar goed, terug naar de huiskamer. Mark Levinson volgde vanaf ‘dag één’ ook technisch zijn eigen koers. Zo koos men fundamenteel voor solid-state systemen en die koers is sindsdien compromisloos gevolgd. Een mooi verhaal is nog steeds dat zo’n 80 procent van de door hun toeleveranciers toch al voorgeselecteerde versterkertransistors in de ML eindcontrole alsnog opzij worden gelegd.

Champions League
De Italianen hebben daar een mooi gezegde voor: si nog é vero, é bene trovato. Als het niet waar is, is het verhaal in elk geval goed gevonden. Het onderstreept in elk geval waar Mark Levinson in de audiowereld staat. Hun versterkers behoren tot de champions league van de het luisterplezier. Niet voor niets zijn ook de vroege exemplaren nog steeds in gebruik. Importeur Audiac meldt dat hun technische dienst ze nog regelmatig reviseert en eventueel opwaardeert. Niet altijd een pretje voor de dealers, zo meldt Audiacs Sander Janssen glimlachend: "Als je een klant op drie hoog hebt met een paartje Nummer 33 eindversterkers uit de negentiger jaren, vergt dat een boel planning met het transport. Die wegen namelijk 190 kilogram per stuk.” 

Het klinkt overdreven, maar feitelijk is die massa een logisch gevolg van het streven naar ultieme perfectie. Volgens diezelfde filosofie gelden ook de Mark Levinsons SACD/CD-speler en de voorversterker als referentie binnen de audiowereld. Gelukkig heb je daar geen steekwagentje bij nodig. Dat scheelt dan weer.



Foto: Mark Levinson 502 Media Console

Recent zette ML ook in een ander snel groeiend marktsegment nieuwe grenspaaltjes neer met de introductie van de 502 Media Console (38.990 euro). Een audio- en video processor met ingebouwd beeldscherm die zich – hoe kan het ook anders – in één keer in de wereldtop positioneert als het gaat om de reproductie van film, video en muziek. Feitelijk was hij de eerste representant van de nieuwe generatie Mark Levinson producten. Fenomenaal geavanceerd, veelzijdig, hoogwaardig en toekomstgericht.

Eigentijds
Dat brengt ons als vanzelf bij het actuele nieuws: de nieuwe eindversterkergeneratie. Naast snufjes als centrale inschakeling en de keuze voor de juiste instelling bij het aanzetten van een van de componenten – comfortabel en tevens milieuvriendelijk - worden die overigens allemaal uitgerust met een ethernetaansluiting. Dat maakt het mogelijk om op afstand, normaal gesproken vanuit de servicewerkplaats, een kijkje te nemen in de techniek van de versterker. Een diagnosesysteem zoals we dat bijvoorbeeld ook uit de autowereld kennen.


Foto: detail van de Mark Levinson 326S

Daarnaast speelt Mark Levinson ook op andere manieren in op de trend naar surround. Niet iedereens cup of tea, maar desgewenst kan de sublieme 326S voorversterker (10.990 euro) in dienst van een surround processor functioneren. Als slave zogezegd. Waarbij je het extreem hoogwaardige stereogedeelte van je installatie dus als hart van een uitgebreider systeem benut.

Feitelijk illustreren dat soort details de ontwikkeling die Mark Levinson als merk doormaakt en waarop in de komende jaren nadrukkelijk zal worden verder gebouwd. U voelt: hoog tijd voor een eerste luisterimpressie.

Versterkerserie
We starten met de combinatie 512 (SACD/CD) als bron en de bewierookte 326S voorversterker. Die laatste vinden we al wat langer in de lijn, maar zoals Sander Janssen aangeeft; "Zo ver geperfectioneerd dat het bepaald niet meevalt om nog stappen te maken.” Wellicht horen we op dat front binnenkort wel meer nieuws? Goed ingelichte bronnen hebben het dan over de 52 Reference voorversterker, de 585 geïntegreerde versterker, de 519 CD-speler en een nieuwe DAC met de naam 560. Maar als gezegd: even geduld nog!


Foto: de Mark Levinson 512

Tijdens deze eerste kennismaking met het nieuwe Mark Levinson is een hoofdrol weggelegd voor een van de pas geleden geïntroduceerde versterkers van de 500H serie. Beschikbaar met een keuze uit een, twee, drie of vijf kanalen. Daarmee kun je dus op het allerhoogste niveau installaties voor alle mogelijke toepassingen samenstellen. Terwijl het modulaire design de productiekosten omlaag drukt. In dit geval luisteren we naar de dual monaural 532H, met 300 watt (8 ohm) en een prijskaartje van 8.990 euro. Laten we zeggen: redelijk bereikbaar voor een wat breder liefhebbersdoelgroep.

Zelfs aan zijn uiterlijk – en zeker na een kijkje binnenin - herken je meteen de DNA van een Mark Levinson versterker: korte signaalwegen in én uit, imposante zes maal ‘overbemeten’ voeding en bijpassend gespierde condensatoren, efficiënte koeling, uitzonderlijk fraaie materialen en afwerking verpakt in een karakteristiek design. Als gezegd, heeft hij ook ethernet en een 12 volt ‘inschakelaansluiting’.


Foto: de Mark Levinson No 53 Reference Mono eindversterker

Janssen: "Technisch volgt hij de signatuur van Mark Levinson: volledig gebalanceerd. Dubbel en spiegelend opgebouwd.”

Luisteren

Direct
Een tip: de eveneens geheel ‘dubbel’ opgebouwde 512 SACD/CD speler kan eventueel ook direct aan de eindversterker worden gekoppeld. Hij heeft immers een ingebouwde analoge volumeregeling. Digitale techniek komt in deze functie niet in het boekje van Mark Levinson voor, zo onderstreept Sander Janssen. "Om de simpele reden dat er dan een deel van de bits verloren gaat. En dus van de kwaliteit van het signaal. Geen optie dus. Mark Levinson biedt wel comfortoplossingen die elders op dit niveau trouwens vaak niet worden aangeboden, maar ontwikkelt daarvoor oplossingen zonder enig compromis.”

Overigens scheidt ML alle digitale en analoge functies fysiek, tot de voeding aan toe. De lat ligt voor alle apparaten ook ‘mechanisch’ extreem hoog. Bij de productie is bijvoorbeeld ook een rol weggelegd voor een bedrijf dat ook in opdracht van het Amerikaanse ministerie van defensie werkt. Veel zwaardere normen voor perfectie en betrouwbaarheid bestaan er bijna niet.


Luisteren
Voor ons staan de 532h en een duo Revel Studio Ultima2 luidsprekers (zie bovenstaande afbeelding). Die komen uit hetzelfde Harman concern en hebben – zo meldt Sander Janssen – een cruciale rol gespeeld bij de ontwikkeling en fijn tuning van de nieuwe Mark Levinson producten. Brothers in arms, zou je bijna zeggen. Of moet je zeggen: bloedbroeders? Vanuit je luisterstoel wordt al snel duidelijk dat het resultaat, zelfs in de wat lege luisterruimte van Audiac, meteen goed is voor het kippenvel effect. Begrippen als ‘snelheid’, maar ook ‘controle’ en ‘lucht’ komen als vanzelf in je op.

We luisteren bijvoorbeeld naar een live opname van Jackson Browne. Het resultaat klinkt inderdaad enorm ‘live’. Bijna alsof je er zelf bij bent. Je hoort geluidjes en reacties uit alle hoeken van de zaal en Jackson Browne klinkt niet alleen voortreffelijk, maar je kunt ook horen wanneer hij op zijn kruk verschuift. Of zijn gitaar verplaatst. En waarheen.  

Reference monoblocks
Als volgende stap gaan we nog een flink eind in de Mark Levinson versterker hiërarchie omhoog. De beurt is aan een tweetal number 53 Reference versterkerblokken (27.990 euro per stuk). Tot verrassing van menig liefhebber uitgevoerde met ‘Class D’ techniek. Net als destijds bij de stap van buizen naar solid state neemt Mark Levinson nu een nieuwe conceptuele sprong vooruit.


Foto: de Mark Levinson No 326S voorversterker en No 532H eindversterker

Het resultaat is absoluut imposant. In ons geval bovendien een tikje pijnlijk ook. Onze zelf meegebrachte test CD – een schijfje met studiomateriaal – lijkt opeens merkwaardig dunnetjes. Alsof je door een lichtjes aangeslagen raam naar buiten kijkt zogezegd, zogezegd. De 512, 326S, de 53 versterkers en de Revels geven zo’n helder doorkijkje in de opname dat het thuis toch heus regelmatig gespeelde schijfje al snel ietwat gegeneerd uit de speler wordt gewipt.

Maar Jackson Browne blijkt vervolgens wel realistischer, bijna tastbaar, in de luisterruimte te verschijnen. Live effect met een hoofdletter L. Wat zich in de zaal afspeelt, is nóg beter te horen en plaatsen. Ook Browne zelf wordt nog een klasse realistischer uit de beide Revels getoverd. Even later ontdekken we hoe ver dat gaat, want na een nieuwe CD wissel klinkt Leela James niet alleen fenomenaal, maar horen we zelfs uiterst overtuigend dat ze overeind staat. Iets hoger dan Jackson zojuist aan het werk was. De ‘plaatsing’ is fenomenaal. Een piano begint even later zelfs een tikje te irriteren, omdat je de afzonderlijke snaren zo’n beetje tussen de luidsprekerboxen kunt lokaliseren. Alsof je er naast staat. De opname microfoons stonden kennelijk wat te dichtbij in verhouding met de rest van de opname.

Op de keper beschouwd is er geen beter luisterresultaat mogelijk. De installatie tekent zo’n fantastische realistische geluidsplaatje dat je soms een wenkbrauw optrekt vanwege ‘vlekjes’ aan de opname zelf.

Schakelende eindversterker
Waarom die stap naar Class D? "Mark Levinson erkent de efficiëntie, snelheid en kracht die een schakelende – Class D – versterker kan bieden, maar vindt de klankmatige beperkingen niet toelaatbaar naar hun maatstaven. Het uit de signaal filteren van de schakelfrequentie stelt grote eisen aan de schakeling waardoor de geluidskwaliteit rechtstreeks afhankelijk wordt van het filter aan de uitgang. Een standaard Class D schakeling levert voor Mark Levinson dan ook te veel compromissen op.”

Daarom is de zaak fundamenteel aangepakt. Het resultaat is wat je noemt de Mark Levinson referentie voor deze 21ste eeuw. De versterker werkt met een pakweg acht keer zo hoge frequentie dan gebruikelijk en schiet dus hard in de richting van een megahertz. Daardoor speelt dat klassieke Class D probleem van de ‘zijbanden’ en ‘harmonischen’ - zeg maar ongewenste reflecties van de schakelfrequentie – veel minder. Logisch gevolg is ook dat die minder hoeven te worden weg gefilterd. Ergo: het resultaat verbetert hoorbaar. Hoge belastingen (de 53 levert 500 watt bij 8 ohm) worden bovendien zonder ‘zweetdruppels’ verwerkt en het geluid is zeer gecontroleerd en levendig.

Je zou bijna zeggen dat Mark Levinson wederom een doorbraak forceert. Net  als tientallen jaren geleden, toen ze de tot dan toe als superieur geziene buizenversterker middels uitgekiende transistortechniek voorbij streefden. Het resultaat is een uitzonderlijk hoog rendement en bijpassend totale controle. Terwijl de 53’s letterlijk nooit meer dan handwarm worden.