Well Tempered Lab Versalex - Analoog meesterwerk


Max Delissen | 04 januari 2013 | Fotografie Ed Verkerk | Well Tempered Lab

Toen ik begin mei in de auto naar München zat om naar de High End 2012 te gaan, zat deze recensie al in de pijplijn. Nog voor we de grens passeerden, kreeg ik een tekstberichtje van Ed Verkerk dat ik tijdens de beurs beslist even langs moest komen op de stand van Naim om daar de ontwerper van de Well Tempered platenspelers te ontmoeten. "Een bijzondere man" was de belofte. Meer niet. Ik had veel te doen tijdens de beurs, maar het lukte om op de afgesproken tijd aanwezig te zijn, waardoor ik de hand kon drukken van een van de markantste personen uit de hifi die ik ooit heb ontmoet.

William Firebaugh heet hij ("Please, call me Bill"), en hij moet inmiddels ergens achter in de 70 zijn. Natuurkundige, werktuigbouwkundige, elektrotechnicus...hij is het allemaal, gediplomeerd of niet. En uitvinder. Vooral uitvinder. Hij blijkt een zeer vitale man te zijn, zéér goed bij de pinken, vol energie en levenslust. Iemand die je bijna liefkozend het predikaat 'krasse knar' toekent. Omdat hij een druk schema heeft geeft hij me na wat koetjes en kalfjes "The Very Short Version" van het verhaal dat ergens in de jaren 80 begint en uiteindelijk heeft geresulteerd in de nieuwe LTD toonarm en het topmodel Versalex van zijn merk Well Tempered Lab.

Het Technische Gedeelte
Hij vist een balpen uit de borstzak van zijn overhemd en klemt die ter hoogte van het drukknopje schuin tussen duim en wijsvinger terwijl hij de punt op zijn andere hand laat rusten. "Weet je", zegt hij, "Elk armlager, hoe hoogwaardig ook, heeft een minimale speling nodig om te kunnen bewegen, anders werkt het niet. En die speling zorgt ervoor dat in het lager zeer kleine trillingen kunnen ontstaan die het geluid van een platenspeler in enige mate vertroebelen. Dat probleem heb ik opgelost door de arm niet in een lager te monteren, maar door er een golfbal aan te monteren die aan een draadje in een bakje met siliconengel hangt. Dat werkt op meerdere manieren. De gel geeft een bepaalde traagheid aan de golfbal die verticale en horizontale bewegingen van de arm dempt, maar zorgt er ook voor dat trillingen uit de basis van de platenspeler - van de motor of het middenlager - niet via het draaipunt van de arm in het element terecht kunnen komen."

Dat klinkt eigenlijk zeer logisch, maar er is nog meer want die ballpoint rust nog steeds op zijn hand. Hij ziet me ernaar kijken en vervolgt: "Een ander voordeel van deze manier van lagering is dat de voor- en achterwaartse bewegingen van de arm die door de hoogteverschillen in de groef worden veroorzaakt worden opgevangen waardoor de naald altijd op de juiste plek in de groef staat en niet tijdens het aftasten voor- en achteruit wordt gedwongen omdat het vaste lager hem tegenhoudt." Om zijn verhaal te ondersteunen beweegt hij de hand waar de punt van de pen op rust op en neer en omdat ik het voor me zie gebeuren snap ik meteen wat hij bedoelt. Maar ik vraag me ook meteen af hoe ik dit aan de lezers van HiFi.nl ga uitleggen. Daarom heb ik een lijntekening van een in de headshell gemonteerd element gemaakt waarvan ik hoop dat die het verhaal duidelijk maakt. De pen vervult in Bill's aanschouwelijke uitleg de rol van cantilever, zijn hand het oppervlak van de plaat.

Wie op de middelbare school altijd buikpijn kreeg van Wiskunde zal de volgende alinea misschien wat lastig verteerbaar vinden, maar ik vind deze materie zo onlosmakelijk met de werking (en het geluid) van de Versalex verbonden dat ik het toch wil vertellen. Dat zal ik in de meest eenvoudige woorden proberen te doen, ik kreeg vroeger namelijk ook altijd buikpijn van Wiskunde...

De groef van een langspeelplaat laat de naald niet alleen heen en weer bewegen, maar ook op en neer. Deze beweging in twee richtingen levert een tweekanaals (stereo-)signaal op. De naald gaat dus een heel klein beetje omhoog en omlaag in de groef, en omdat de cantilever niet star is opgehangen maar enigszins veert ontstaat beweging A en in zeer kleine mate ook beweging A1 (de pijlen zijn ter verduidelijking en daarom niet op schaal weergegeven!). De cantilever is zodanig in het element gemonteerd dat hij niet in en uit kan bewegen, de magneetjes of spoeltjes die er aan zitten moeten precies op hun plaats blijven om de gewenste stroompjes te kunnen opwekken. Om dat inzichtelijk te maken heb ik driehoek B ingetekend. Zijde B3 is in dit voorbeeld dus een vaste waarde. Door zijde B1 langer of korter te maken zal zijde B2 in omgekeerd evenredig in lengte af- of toenemen (beweging A2). Omdat de naald voortdurend omhoog en omlaag gaat wordt de naald dus tijdens het afspelen naar voren en naar achteren geduwd in de groef. Het gaat om extreem kleine bewegingen, maar die zijn volgens Firebaugh voldoende om een bepaalde onrust in het beeld te veroorzaken.

Nog wat technische bijzonderheden

De foto's van de draaitafel spreken in principe voor zich, maar er zijn een paar zaken die desondanks belangrijk zijn om te vermelden. Vlug dan maar, want er moet ook nog geluisterd worden... Direct beneden de arm bevindt zich een forse draaiknop aan de onderzijde van de plint. Door daar aan te draaien verhoog en verlaag je het niveau van de gel. Hierdoor komt het balletje dieper of juist minder diep in de gel te hangen en dat verandert de demping. Daar mag absoluut mee geëxperimenteerd worden. Het touwtje waaraan de arm hangt is enkele malen gedraaid, waardoor de arm vrij kan bewegen.

De met zand gevulde arm (voor demping!) heeft een lengte van 10 inch, wat een zeer goede fouthoek oplevert. Inbouwen van een element is altijd een beetje tricky business maar een gevorderde vinylgebruiker zou het zonder al te veel moeite voor elkaar moeten kunnen krijgen. Bij de platenspelers van Well Tempered Lab is de hele arm vrij eenvoudig te verwijderen waardoor het inbouwen zelfs iets gemakkelijker wordt. Ik raad desondanks inbouw en afstelling door een kundige dealer of de importeur aan. De motor is ontkoppeld in de plint gemonteerd, hij maakt dus geen hard contact. Hij is overigens zeer goed van kwaliteit zodat er van nature al amper trillingen ontstaan. Externe trillingen die in de speler komen via de ondergrond waar hij op staat worden effectief gedempt door drie kunststof kokertjes waar squashballen van een zorgvuldig gekozen hardheid in zitten.

Het plateau is van dik, zwart acryl en heeft een relatief korte as en een buitengewoon lange spindle. Dat laatste is vooral een designkenmerk dat overigens geen enkele hinder oplevert bij het opleggen van een plaat. De lange spindle zorgt er ook voor dat het gros van de aftermarket platenpucks niet kan worden gebruikt. De platenspelers van Well Tempered Lab zijn dan ook ontworpen voor gebruik zonder. Bill Firebaugh vindt dat een puck of klem onderdeel moet uitmaken van het ontwerp van een platenspeler en dat je er anders beter geen kunt gebruiken. Die mening deel ik. De klankmatige winst is in veel gevallen omstreden en bij platenspelers die er niet op gebouwd zijn treedt vaak een versnelde slijtage aan het middenlager op bij gebruik van een te zware puck.

Dat middenlager, waar de as van het plateau in draait, is bij de Versalex gemaakt van een hoogwaardige kwaliteit Teflon® en driehoekig van vorm. Het gat is net iets groter dan de diameter van de as van het plateau, die dus in het lager een zijwaartse beweging kan maken! Maar nu komt het briljante: omdat één punt van de driehoek precies in de richting van de motor wijst trekt de aandrijfsnaar het plateau dus lichtjes in de richting van de motor, waardoor de lager-as altijd maar twee contactpunten met de wand van het lager heeft. Nu is Teflon® al zeer glad, een speciale olie verlaagt de wrijving nog verder. Omdat de extreem dunne snaar wordt geknoopt van een supersterk polyester draadje (waar absoluut geen rek in zit) is de kracht die op de lagerwand wordt uitgeoefend dus zeer constant.

De draaitafel die bij mij logeerde is later door Henk Niemeijer van Audio Selectief in Sneek op de meetbank gezet, waar hij de op één na laagste rumble waarde bleek te hebben die Henk ooit heeft gemeten: -72dB. Dat is echt bijzonder indrukwekkend! De wow- en flutter (cijfers die aangeven hoe constant de draaibeweging van het plateau is) bedroegen overigens 0,05%, wat ook buitengewoon goed genoemd mag worden.

Luisteren dan

De Well Tempered Lab Versalex met LTD arm (€3975) werd bij me afgeleverd door Ed Verkerk van Latham Audio, die een deel van de instellingen al op de zaak had gedaan. De naaldkracht was eigenlijk het enige dat ter plekke moest worden bepaald. Latham levert daarvoor bij elke draaitafel van Well Tempered Lab een elektronische naalddrukweger mee. Als service, omdat ze vinden dat zo’n accessoire onmisbaar is voor de vinyldraaier.

De los leverbare voeding van Well Tempered (€346) zorgt voor een nog betere gelijkloop en is eigenlijk onmisbaar. Als bonus voor het luisterplezier van ondergetekende is een Dynavector Te Kaitora Rua element gemonteerd (€2900) en heeft Ed een Naim Superline MC phonotrap (€2796) meegenomen. Om die te voeden kan ik de speciale output van mijn Naim Supernait versterker gebruiken, maar de losse voeding die ik voor mijn Naim Stageline phonotrapje gebruik is nog beter op die taak berekend dus kiezen we die.

De Versalex wordt me behulp van een custom Naim Hi-Line interlink met de phonotrap verbonden. Na een paar korte fragmenten en wat wisselen met de meegeleverde DIN insteekpluggen om de gewenste afsluitweerstand en capaciteit van de Superline te bepalen kiezen we voor een Ohmse belasting van 1000 bij een capaciteit van 5,6 nF. Dat gaf in mijn setup de mooiste balans tussen ruimtelijkheid, dynamiek en hoogweergave en dat bleef zo tijdens de rest van de luistersessies.

Als eerste wordt Passion, Grace & Fire van Al di Meola, John McLaughlin en Paco de Lucía (Philips 811 334-1) op de Versalex gelegd. De spectaculaire openingstrack Aspen knalt echt uit de luidsprekers. De snelheid waarmee de heren hun snaren geselen is bijna bovenmenselijk en sluit perfect aan bij de albumtitel. Elke noot is te volgen, met veel warmte en 'kast' in de klank van de gitaren. Na dik 4 minuten explosief gitaargeweld is de volgende track, Orient Blue, een verademing. Nu valt me ook op dat het enorme stereobeeld rotsvast is. In mijn beleving geeft analoge muziekweergave vaak een iets diffuser geluidsbeeld. Wel prettig, zeker ook ruimtelijk, maar niet volledig scherp afgetekend.

Dat de Versalex dit wel zo mooi doet heeft volgens Ed Verkerk vooral te maken met de bijzondere zandvulling van de arm, het zeer stille middenlager en het feit dat de naald niet in de groef voor- en achteruit beweegt. Het wordt me weer eens pijnlijk duidelijk: alleen als je met de eredivisie van de vinyldraaiers werkt vallen de laatste puzzelstukjes op hun plaats en dat is hier dus ook het geval. Er is een bepaalde 'aanwezigheid' in de muziek die de tijdelijk in de grote set opgenomen oude Thorens TD160 bijna helemaal mist. De combinatie van Versalex, Te Kaitora Rua en Superline levert zonder enige twijfel de beste analoge weergave die ik ooit in mijn set heb beluisterd.

Daarna is Cannonball Adderley aan de beurt. De Amerikaanse stereo herpersing uit 1997 van zijn klassieker Somethin' Else (Blue Note ST46338) wint mijns inziens qua levendigheid en dynamiek van de in 1999 uitgebrachte mono-remaster van Rudy van Gelder op cd, die overigens weer aanzienlijk beter klinkt dan de originele stereo-uitgave op cd. Vinyl als de ultieme versie, dat hoor ik graag! Als na het heerlijke, slepend gespeelde intro van Autumn Leaves de schelle gedempte trompet van Miles Davis opeens door het geluidsbeeld snijdt staat het kippenvel me dik op de armen. De trage swing die Hank Jones op piano, Sam Jones op bas en Art Blakey op drums neerzetten mag van mij de rest van de avond duren, er is echter nog meer fraais te horen op dit album.

Love for sale

Ook in het luchtige Love For Sale is het de trompet van Miles die de eerste hoofdrol opeist, maar als Cannonball Adderley's altsax even later spectaculair solerend invalt weet je weer waarom het album zijn naam draagt als uitvoerende artiest. Er is geen sprake meer van een klankmatige of ruimtelijke beoordeling, de iPad ligt werkloos naast me en er is alleen maar muziek. En een nogal idiote auteur die wat onwennig de luchtsaxofoon probeert te bespelen, maar dat terzijde…

Welk deel van de fantastische weergave op het conto van de platenspeler en het element te schrijven is blijkt als ik een bevriende collega-auteur uitnodig om een avondje mee te komen luisteren. De originele uitgave van Talk Talk's onvolprezen meesterwerk Spirit Of Eden (Parlophone 7 46977 1) draai ik stiekem via mij eigen Naim Stageline en we zijn allebei onder de indruk. De intieme sfeer van het album komt zeer goed uit de verf, en er is is een enorme mate van rust in de weergave. Het beeld is zoals verwacht groot en zeer stabiel. De relatief bedachtzaam gespeelde en soms zelfs bijna tot stilstand komende nummers The Rainbow en Eden bevatten een schat aan informatie, verborgen in allerlei laagjes die in, achter en onder de muziek zitten. Pas in het laatste nummer van kant 1 (Desire) breekt de sfeer volledig open als na dik 2 1/2 minuut een kakofonie van met name vervormde gitaar, drums en mondharmonica losbarst. Zo beheerst en toch zo dynamisch hebben we het nog nooit gehoord. Dan pas schakel ik over op de Superline en draaien we hetzelfde stuk muziek.

Het verschil is schokkend. De Stageline phonotrap is ontegenzeggelijk een zeer competent apparaat dat ver boven zijn prijsklasse presteert, maar de Superline is werkelijk op alle fronten beter. Iets dat je op basis van de prijs natuurlijk ook wel mag verwachten, maar dan nog. Het karakter van de weergave blijft echter fier overeind. De losheid, de stabiliteit, de zeer nauwkeurige timing en het rotsvaste beeld blijken wel degelijk van de platenspeler afkomstig te zijn, de Superline laat het alleen véél beter horen.

Conclusie
Voor wie mij inmiddels een beetje kent zou ik hier kunnen volstaan met het lelijke woord dat in me opkwam toen ik na het vertrek van de Versalex en de Stageline, na een week cold turkey afkicken, weer een plaatje op mijn Tijdelijke Thorens draaide, maar ik denk niet dat zowel de importeur als de hoofdredacteur en de lezers genoegen nemen met 'verdikkie' als conclusie... De loftrompet dan maar, ik heb tijdens de testperiode tenslotte ook geleerd om luchtsaxofoon te spelen. De Well Tempered Lab Versalex behoort mijns inziens tot de best klinkende platenspelers die ik ooit gehoord heb. Daar waren ook exemplaren bij die een veelvoud of zelfs een VEELvoud kostten, maar ongeacht de totaalprijs is de combinatie van deze platenspeler, het element en de phonotrap bijna magisch te noemen.

De bijzondere techniek van de Versalex verdwijnt snel naar de achtergrond ten gunste van de muziek, maar één aspect wil ik toch nog even toelichten. Ik had vooraf mijn bedenkingen bij de constructie met het golfballetje aan een draadje, maar in tegenstelling tot wat ik had verwacht is de LTD arm erg eenvoudig en trefzeker in het gebruik. Er is niks friemeligs of bungeligs aan, het voelt door de demping van het silconenbadje allemaal zeer stabiel aan en de arm gedraagt zich precies zoals je mag verwachten. Het enige puntje van kritiek is dat er geen fatsoenlijke stofkap bij de platenspeler wordt geleverd. Je zult daar zelf een op maat gemaakte stolp van perspex voor moeten laten bouwen, want ik kon zo snel geen kant-en-klaar model voor deze speler vinden op internet. Maar dat is dan ook het enige minpuntje. Voor de rest is het 'a vinylists dream' die ik heel graag had willen laten staan. Helaas moest hij na drie weken onverbiddelijk mee naar een dealershow en bleef ik een beetje onblij achter met mijn oude speeldoos. Verdikkie!

HiFi.nl plus- en minpunten
+ Groot en zeer stabiel stereobeeld
+ Uitstekende ritmische coherentie en 'drive' in de muziek
+ innovatieve arm- en lagertechniek

- voor de betere voeding moet extra betaald worden
- geen goed passende stofkap