Filmfestival R`dam 2004


Jan Luijsterburg | 19 januari 2004

Filmfestival Rotterdam - Proloog/voorpret

Net als vorig jaar zal ik verslag doen van het jaarlijkse Internationale Filmfestival Rotterdam. Van 21 januari tot 1 februari zijn er weer honderden films te zien. In veel gevallen is het de enige gelegenheid, in andere betreft het voorpremières van binnenkort in de filmhuizen uit te brengen titels.

De voorpret begint traditiegetrouw met de Volkskrant van de donderdag voor het festival. Daar zit namelijk altijd als bijlage het programma bij. Om zeker te zijn van kaartjes was het altijd zaak snel te gaan bellen. Dit jaar echter is de procedure sterk veranderd. Er kan via internet gekocht worden en de verkoop startte pas zaterdag. Reserveren is dit jaar extra belangrijk, omdat niet meer zoals andere jaren 30% van de kaarten op de dag van de voorstelling vrijgegeven wordt. Nu wordt alles verkocht.

Mijn vertrouwen in de techniek werd weer eens teleurgesteld. Het was ook een beetje naïef natuurlijk, de site heeft nog geen enkel jaar tijdig gefunctioneerd, en door de startdatum te verlaten zaten alle fanaten vanzelfsprekend met de telefoon in de aanslag. Daar was dus helemaal niet doorheen te komen.


De website www.filmfestivalrotterdam.com

Twee collega`s van het filmhuis waar ik de liefde voor de kunstvorm probeer uit te dragen (zie www.cinemaparadiso.nl) waren al vroeg afgereisd naar Rotterdam, om blauwbekkend in een rij te wachten tot de kassa`s om 9 uur open zouden gaan, de verlanglijst in de aanslag. Er werden nummertjes getrokken, en het was spoedig duidelijk dat dit lang zou gaan duren. Telefonisch contact leidde tot een haastige reis, waarna we gezamenlijk nog een uurtje doorbrachten in de Burgerzaal van de Doelen, waar de centrale kassa`s ondergebracht zijn. Dit is een festival voor die-hards, dat is duidelijk, je moet er wat voor over hebben. Zo stelde ook een man vast die in de rij stond voor twee kaartjes voor films die een week na het festival uitkomen in de bioscoop.

Inmiddels verschenen de eerste uitverkochte titels al op het scherm, wat tot enige aanpassingen in de uitgezette schema`s die ons door het enorme programma leiden. Maximaal zes films per dag, in twintig zalen parallel, dus keus genoeg, maar kiezen is ook lastig, want je kunt veel niet zien. De aanpassingen leidden niet tot veel teleurstelling. Het betrof films die uitgebracht worden, dus die zien we later wel.


Uzak - verslag volgt

Om twee uur liepen we blij met onderling flink variërende stroken kaartjes naar buiten. Meestal treffen wel elkaar maar weinig tijdens het festival, want we proberen samen een zo breed mogelijk beeld te krijgen van wat er voor ons filmhuis aan interessants aan zit te komen. Zelf doe ik het dit jaar een beetje bescheiden. Vier bomvolgeboekte dagen, want het lukt niet een hele week vrij te nemen. Ach, achttien films in vier dagen, geen slechte oogst toch? Al mis ik natuurlijk veel. U kunt binnenkort lezen of het wat was, hier op hifi.nl.

Hieronder alvast mijn programma. En voor wie ook wil gaan: op www.filmfestivalrotterdam.com zijn de kaartjes inmiddels ook daadwerkelijk te koop. Voor de nog niet uitverkochte titels tenminste.

23-jan 10:30 Navel 
23-jan 12:30 Zatoichi 
23-jan 15:15 Rhinoceros eyes 
23-jan 18:00 Ana y los otros 
23-jan 20:00 Somnambulance 

25-jan 13:00 Silent Waters
25-jan 15:30 Asshak, tales from the Sahara
25-jan 20:30 Depuis Qu`Otar est parti

27-jan 10:45 The Missing 
27-jan 12:30 First letter 
27-jan 15:15 Crimson gold 
27-jan 17:45 Greendale 
27-jan 20:00 The return 

28-jan 10:30 How I killed a saint
28-jan 12:45 Schulze blues
28-jan 15:00 Spring, summer, fall, winter ... and spring
28-jan 17:30 Code 46
28-jan 20:30 Uzak

(wordt vervolgd)

Vrijdag 23 Januari 2004

Dag 1 - Vrijdag 23 februari

Meteen maar stevig begonnen, met een programma van vijf films. Goed voor twaalf uur onderdak, met korte pauzes voor een kop koffie, een snelle hap en een toiletbezoek. Intens, intensief, knap vermoeiend maar uiterst bevredigend, zo`n reis rond de wereld. Van Teheran naar het negentiende-eeuwse Japan, om via Canada en Argentinië in een fotogeniek Estland te eindigen, en dan weer met de trein naar huis.

Navel
Regisseur Mohammed Shirvani heeft met zijn eerste lange film de Iraanse digitale undergroundfilm op de landkaart gezet, vindt hij zelf. Vijf moderne Iraniërs, waaronder een vrouw die lang in Amerika gewoond heeft, wonen in een huis bij Mani, die hun levens filmt met een videocamera. Vaak `s nachts, in nightshotgroene beelden. Van een verhaal is niet echt sprake, we zien gewoon stukken leven, soms als een chaotische schots-en-scheve homevideo, soms ineens prachtig gestileerd in mooie plaatjes die diepe betekenissen suggereren. Goed om te zien dat de Iraanse cinema zo veelzijdig is, dat er naast de alom bewonderde fabels (als bijvoorbeeld Blackboards ) en sociale aanklachten als The Circle ook hele andere films gemaakt worden. Maar zoals mijn filmhuiscollega Ria met wie ik de film zag terecht opmerkte: een script is niet altijd een slecht idee.

Zatoichi
De nieuwe Kitano had vooraf al veel publiciteit gekregen, als officiële openingsfilm van het festival. Zatoichi, de blinde masseur annex onverslaanbaar zwaardvechter, is in Japan een legendarisch figuur waar al vele televisieseries aan gewijd zijn. Een soort Floris zullen we maar zeggen. Kitano Takeshi werd gevraagd een nieuwe remake te maken, en zette het cliché geheel naar zijn hand. Als gebruikelijk met zichzelf in de hoofdrol. Nooit eerder waagde hij zich aan historische Samurai films, Yakuza waren altijd het minstens zo gewelddadige terrein van Kitano. De aankleding is anders, maar de Kitano-touch is alom aanwezig. Dat betekent humor, perfecte getimede en totaal onverwachte uitbarstingen van grotesk geweld (eigen aan het genre) en veel aanstekelijke verveling. In Zatoichi komt daar nog een opvallende rol voor muziek en dans bij. Het is net als bijvoorbeeld zijn veel lievere Kikujiru een heerlijke film geworden. Qua bloederig hakken kan de film met Tarentino`s Kill Bill wedijveren, de lijken vallen met enorme bossen, maar de sfeer blijft luchtig, puur entertainment van topniveau. Na afloop was er een talkshow in de kleine zaal van de Schouwburg met Kitano, waar hij zijn veelzijdigheid als televiemaker toonde door te tapdansen, vermakelijk verhalen te vertellen en een slapstickversietje van Zatoichi en een videoclip van zijn dochter, die popster wil worden, te vertonen. Op televisie is hij schijnbaar een combinatie van Paul Witteman en Paul de Leeuw, neigend naar André van Duin. Interessant figuur.

Rhinoceros Eyes
De jonge Canadese filmmaker Aaron Woodley is een neefje van David Cronenberg, en dat is te zien. Zijn film is gedraaid op digitale video, vertelde hij vooraf. Niet omdat hij dat leuk vindt, integendeel, het was puur uit budgetaire overweging. Het is er niet aan af te zien, de beelden zijn uiterst verzorgd en mooi van kleur, niet te onderscheiden van `echte` film. Een doorbraak voor het digitale medium. Het verhaal speelt in een bizar pakhuis met filmrequisieten. De autistisch aandoende Chep woont daar en komt alleen naar buiten om steeds dezelfde romantische film te zien in een lege bioscoop. Het meisje aan de kassa ziet hem wel zitten, maar Chep heeft meer aandacht voor art-director Fran, die zijn obsessie voor rare objecten deelt. Zij heeft een paar neushoornogen nodig voor een film, en het moeten wel echte zijn. Die zijn net uitgeleend aan een pornoproductie, maar Chep steelt ze wel even van de set. Dat herhaalt zich met een antieke kunstarm en een wijsvinger. De politie komt in het spel, en Chep raakt steeds verwarder. Spulletjes komen tot leven en gaan tegen hem spreken, in mooi gemaakte animatiesequenties. Een briljant spel met (B-film) genres, echt een film over film, en daarmee over werkelijkheid. Erg leuk.

Ana y los otros
De jonge regisseuse en filmdocente Celina Murga toont zich een trouw volgeling van de Franse nestor Eric Rohmer. Hij maakte talloze films over jonge zoekende mensen, prettig voortkabbelende films vol relatiegebabbel. Er lijkt altijd weinig te gebeuren, maar er zijn stiekem wel hele pure emoties aan de orde. Ana, prachtig gespeeld door Camila Toker, is precies zo. Ze gaat terug naar haar geboorteplaats, waar veel veranderd is en ze weinig meer heeft met de mensen van vroeger die ze aanspreekt. Ze is vooral benieuwd hoe het met haar ex-vriendje Mariano gesteld is, maar juist hij blijkt lastig te vinden. De film is net als het werk van Rohmer erg subtiel, waardoor hij gemakkelijk oppervlakkig of nietszeggend overkomt. Je wordt als kijker bepaald niet bij de lurven gegrepen, je moet veel zelf doen om in contact met de personages te komen, want ze geven zich niet zomaar gewonnen. Dat maakt Ana ook mysterieus en interessant.

Somnambulance
Dit is nou echt zo`n film die je verwacht op het festival. Vaag, vol niet precies te vatten betekenissen, die door je hoofd blijven spoken. Somnambulance is de buitengewoon krachtige tweede film van Estlander Sulev Keedus, en doet mee in de Tiger Award competitie voor beginnende filmmakers. Net als zijn debuut Georgica is de film opgenomen op een eilandje in de Oostzee dat een volledig afgesloten wereld suggereert. De jonge vrouw Eetla is weggestuurd door haar vader, de vuurtorenwachter. Ze wil niet naar Zweden vluchten, maar bij hem blijven. Het verhaal speelt in de herfst, winter en lente in 1944/45. Van de oorlog merk je niet veel, een paar keer zijn er soldaten, maar de invloed is enorm. Vooral op Eetla, die verteerd wordt door heftige tegenstrijdige gevoelens. Haar moeder is weg, naar de motieven en achtergronden blijft het gissen. Eetla smacht naar seks, maar is er tegelijk panisch voor. Ze vreest maagd te blijven, maar suggereert ook massaal verkracht te zijn door soldaten. De jonge arts Kasper komt langs, wat tot een ingewikkeld soort relatie leidt. Veel heftige, rauwe emoties, een film op leven en dood, die het de kijker niet gemakkelijk maakt. Alles is extra onwerkelijk door de adembenemend mooi vastgelegde lichtval die de seizoenen tekent. Een lege wereld, waarin de mens half bewusteloos ronddwaalt. Keedus wordt vergeleken met Russische meesters als Tarkovski en Soekoerov, maar heeft ook veel raakvlakken met de Koreaan Kim Ki-duk (zie ook: https://hifi.nl/recensies.php?id=1839), die ook een sombere levensvisie vorm geeft in prachtige landschappen met veel water in een schrijnend contrast met de mens. Een wreed universum. En Kim komen we later nog tegen in het festival.

Zondag 25 Januari 2004

Dag 2 - Zondag 25 januari

Zondag was een relatief bescheiden dagje multi-culti wereldcinema. Voor de gezelligheid - ik was in gezelschap van mijn vrouw - met een etensmaal tussendoor. Kost qua tijd een film, maar sociaal contact is ook wel eens prettig tijdens een verduisterd festivalleven. Zuurkoolstamppot aten we, want dat hebben ze niet in Pakistan, de Sahara en Georgië.

Silent waters
Oftwel Kamosh pani, van Sabiha Sumar. Een nieuwe start voor de Pakistaanse cinema, na een periode van islamisering van het land, waarin film werd weggecensureerd, beginnend met het bewind van generaal Zia-ul-Haq vanaf 1977. Sumar stelt juist dit stukje recente geschiedenis centraal in haar film. Alleenstaande moeder Aïcha heeft nietsnut als zoon. Deze Salim is verliefd op de wereldse Zoubida, maar wil niets meer van haar weten als hij eenmaal `bekeerd` is door een stel fanatieke moslims. In die club kan hij tenminste iemand zijn, zou houdt hij zich voor. Een groep Sikhs krijgt toestemming een bedevaart te houden naar de plaats Charkhi, waar het verhaal zich afspeelt. Naast confrontaties met de nieuwe fundamentalisten brengen de Sikhs het verleden van Aïcha naar boven, met dramatische gevolgen. Silent waters is een mooie, een beetje ouderwets aandoende politieke film. Een beetje eendimensionaal en voorspelbaar, zoals het een pamflet betaamt, maar dat is gezien de geschiedenis en de bedoelingen niet meer dan logisch. Veel kleurrijke couleur locale, zeer aangenaam kijken.

Asshak, tales from the sahara
Asshak is de nieuwe film van Ulrike Koch, die we kennen van Die Salzmänner von Tibet. Deze keer gaan we niet naar Tibet, maar naar de Toearegs, de nomaden die zich staande weten te houden in de Sahara-woestijn. Veel natuurschoon in dit barre gebied. De nadruk in deze documentaire ligt op de vredelievende aspecten van de Toeareg cultuur aan de hand van het begrip `ässhäk`, het respect voor anderen. Ook aandacht voor poëzie en muziek, op de imzad, een éénsnarige viool. Koch gaf na de film aan vooral geen clichébeeld van de Toearegs te willen bieden. Dat is wel gelukt, maar misschien juist door dit voornemen kom je wel erg weinig over hen te weten. Hoe komen die gesluierde mannen en hun families aan eten, waarom krijgen de kinderen onderwijs in het Frans? Vragen waarvoor je elders terecht moet. Koch, van huis uit sinologe, lijkt minder met de Toearegs te hebben dan met de zoutmannen in Tibet. Wat naast de plaatjes en de extra muziek van Harry de Wit ook erg mooi is, is de manier waarop een totaal ander tijdgevoel getoond wordt. Deze mensen hebben echt helemaal geen haast, en dat maakt de film op een hectisch film tot een vervreemdende oase. Maar na die Salzmänner toch een lichte teleurstelling.

Depuis Qu`Otar est parti
Drie generaties vrouwen in Tblisi, Georgië, in een veelgeprezen Frans-Belgische film, het debuut van Julie Bertucelli. Zoon, broer, oom Otar is weg. Hij werkt in Parijs, in het land waar de familie van oudsher een sterke band mee heeft. Vandaar ook dat ze onderling vaak Frans spreken. (Groot-)moeder Eka leeft puur op de telefoontjes en brieven van Otar. Als die Otar, van huis uit arts, tijdens zijn werk als illegaal in de bouw sterft, verzwijgen de verbitterde dochter Marina en kleindochter Ada dit. Het verhaal lijkt sprekend op Goodbye Lenin, waar het einde van de DDR verzwegen wordt door het kind om zijn moeder te beschermen. Er zijn echter nog wat verrassingen in petto die ik hier niet zal verklappen. Esther Gorintin, de actrice die op haar 85e debuteerde en nu haar 91ste tijdens het festival vierde steelt de show. Ook de andere actrices zijn uitstekend en dragen deze bijzonder sympathieke, ontwapenende film.

Dinsdag 27 Januari 2004

Dag 3 - Dinsdag 27 januari

The missing
Als je een prettig leven wilt hebben is het zaak niet te veel te denken aan wat er allemaal zou kunnen gebeuren. Kee Kang-sheng, Taiwanees acteur en nu debuterend als regisseur, heeft die gave niet. Een alledaags incidentje was aanleiding voor een indringende studie in verdriet. Zijn moeder past op het zoontje van zijn broer, zo vertelde Kee in zijn inleiding voorafgaand aan de vertoning. Het manneke viel zich eens een buil uit het klimrek, wat bij Kee de gedachte opriep dat het allemaal veel erger had kunnen zijn. Dat combineert hij met gedachten aan zijn overleden vader. In The missing zien we een grootmoeder op zoek naar haar kleinzoon, zoekgeraakt toen ze even naar het toilet moest. Totale paniek, de hele film lang. Je staat er in zo`n situatie helemaal alleen voor, zo blijkt maar. Tussendoor zien we een jongen die verdwaasd rondhangt in een gokhal. Hij mist zijn overleden grootvader, naar wie hij ook op zoek raakt. Prachtig is de openingsscène. Een oude man in de kamer, gefilmd door een aquarium met goudvissen. De man scheurt kranten in repen. Volgende shot: aquarium vol papier, vissen dood. De man is dood, weet je dan. Alzheimer, verklaart de jongen later. Kee is bekend als acteur van de films van Tsai Ming-liang, zoals Vive l`amour, The river, The hole, What time is it there. Hij hanteert dezelfde stijl: lange statische shots in extreem simpele verhalen over menselijke emoties, eenzaamheid voorop, die de toestand van de mensheid verbeelden. Indrukwekkend.

First letter
Abolfazl Jalili is geen onbekende in Rotterdam. Hij maakt prachtige poëtische films over het leven in Iran. Zijn nieuwe film is autobiografisch, en speelt eind jaren zeventig, net voor de islamitische revolutie. Een mooi portret van een eigenwijze adolescent, die doorlopend tegen de beperkingen van systemen aanloopt: vader, school, godsdienst. Ondanks zijn eigenzinnigheid heeft Emkan zeer het goede voor met de mens. Hij collecteert zelfs voor de armen. Maar daar kunnen dan weer niet-moslims bij zijn, en dan is het niet goed. Verliefd zijn op een Joodse vriendin doet er ook geen goed aan. Hij probeert zowat alle kunstvormen, maar wordt consequent veroordeeld. En zo is het nog steeds, Jalili`s films worden in eigen land niet vertoond. Terwijl hij zelfs niet tegen religie is! Een mooie warme, zeer relevante film.

Crimson Gold
We blijven in Iran. De opvolger van The Circle van Jafar Panahi is weer een kritische sociale aanklacht. Na de positie van de vrouw is het nu de kloof tussen arm en rijk die aan de orde gesteld wordt in een rauwe film in uitgebeende stijl. Het scenario is van Abbas Kioristami, de leermeester van Panahi en de icoon van de Iraanse cinema. Het verhaal begint aan het eind: met een fataal verlopende overval op een juwelier. Hussein, de dikke overvaller gaat helemaal uit zijn dak en schiet zichzelf door het hoofd. Vervolgens zien we de voorgeschiedenis. Oorlogsveteraan, dik en traag door de medicijnen, aan lager wal als pizzabezorger annex tasjesdief. Afgezeken te worden door de juwelier, die op grond van het uiterlijk Hussein en zijn vriend niet als serieuze klant behandelt, doet hem geen goed. Deze vernedering hakt er stevig in bij Hussein. En als pizzabezorger tref je bizarre rijken. Met minimale dramatische middelen levert Panahi weer een maximum aan impact. Een hoogtepunt van het festival, al staan de weerbarstige vorm en het trage tempo garant voor een lage publiekswaardering.

Greendale
We kenden de CD al en de bijgeleverde DVD met een akoestische live-versie. In Amerika werd getourd met een toneelvariant, met acteurs die de teksten playbackten die Young live zong. Nu blijkt Neil Young zich ook nog aan een filmversie bezondigd te hebben. Hij staat als cameraman op de credits, maar de regisseur Bernard Shakey is ook een pseudoniem voor de man zelf. Zeer lo-fi geschoten op grofkorrelig 8mm film past de beeldkwaliteit prima bij de gruizige muziek. Filmen is echter een vak apart. Dit is uiterst knullig werk, waar ieder in de tekst benoemd voorwerp braaf in beeld gebracht wordt. We zien de acteurs hun lippen op de tekst bewegen, wat koddig onhandig overkomt, en niets toevoegt aan de muziek. Wel was het prettig deze prima CD weer eens op het gemak te beluisteren. De ogen konden rustig dicht. Even rust, tussen al die mooie films.

The return
De faam was het debuut van Andrei Zvyagintsev al vooruitgesneld: de film won de Gouden Leeuw op het festival van Venetië. Een aangrijpend drama over twee jongens en hun vader die na vele jaren terugkeert. De oudste legt snel contact, maar de jongste moet niks van de man hebben. Vader lijkt zich als taak gesteld te hebben in een paar dagen echte kerels van zijn zoons te maken, en neemt ze mee op een bizarre reis. Ze belanden op een eiland waar de spanningen hoog oplopen. The return maakt veel indruk door een sterk verhaal, volledig vanuit het kinderperspectief verteld, waarin veel onduidelijk blijft. Vader zit vol geheimen, en doordat die verborgen blijven krijgt het verhaal een universele geldigheid en biedt het vele mogelijkheden voor interpretatie. Het acteerwerk is uitstekend, waarbij het chagrijnige gezicht van de jongste erg aanstekelijk werkt. Verder mogen de schitterende beelden, onder meer van het ruige onbewoonde eiland, niet onvermeld blijven.

Woensdag 28 Januari 2004

Dag 4 - Woensdag 28 januari

How I killed a saint
Uit Macedonië, gefilmd in politiek zeer spannende tijden door de jonge filmmaakster Teona Mitevska, geproduceerd door haar zus en hoofdrolspeelster Labina. Beide dames waren aanwezig en verzochten het publiek op fluisterstem vooral ook hun kritiek kenbaar te maken. Als een jonge vrouw uit Amerika terugkeert naar haar door conflicten verscheurde landje komt ze er geleidelijk achter dat haar broer Kokan is veranderd in een nationalistisch vrijheidsstrijder. Hij haat de NAVO, en we zien hem al in de openingsscène een moord plegen. Hij wil een `heilige` ombrengen, en brengt zijn zus hiermee in een lastige situatie. De film wil geen positie innemen en loopt over van goede bedoelingen. Een overtuigende film wil het echter niet worden, de personages komen niet echt tot leven.

Schultze gets the Blues
Films waarom gelachen kan worden zijn dit keer niet erg talrijk. Schultze is echter naast innemend ook erg grappig, op een gortdroge manier. Veel mensen waren daar op af gekomen, wat me als achterburen een stel luidruchtige tieners opleverden die de hele film lang luidruchtig aangaven dat ze er helemaal niks aan vonden. Dat en een andere buurvrouw die hele vieze geluiden maakte met haar verkouden neus wisten me zelfs niet van het geniet af te brengen. Schultze is een alleenstaande dikke ex-mijnwerker. Zijn dagen worden in rust gevuld met bier, vissen en de accordeon, alles samen met een paar maten. Als Schultze op de radio een zydeco-deuntje hoort verandert dit zijn leven. Hij speelt het na op zijn accordeon, maar zijn omgeving hoort liever zijn polka`s. Het brengt hem tot een reis naar Louisiana. Luchtige film op prettig kabbeltempo, vol met mooie details.

Spring, summer, autumn, winter and...spring
Ik schreef het in mijn stukje over de dvd The isle: de nieuwe film van de Koreaan Kim Ki-Duk wordt zijn doorbraak naar een groter publiek. De gewelddadige momenten die het kijken naar zijn eerder werk tot een nogal pijnlijke ervaring maakten ontbreken in deze film. De sfeer is sereen, bijna meditatief. Wel gaat het nog steeds over de essentie van het leven, de ambitie is er niet minder op geworden. Zoals de titel al aangeeft staat het cyclische karakter van het leven centraal, aan de hand van de seizoenen. Het verhaal speelt net als The isle op het water, misschien wel hetzelfde fotogenieke meer. Nu geen piepkleine drijvende vissershuisjes, maar een drijvende boeddhistische tempel, bewoond door een monnik en een jongentje. In het eerste deel, lente, leert het kind dat wrede spelletjes met levende wezens grote consequenties hebben. Hij bindt steentjes aan een vis, een kikker en een slang. Dat vindt hij grappig, maar de beestjes kunnen er slecht tegen. In de zomer is de jongen bijna volwassen, en leert de obsessionele kracht van de liefde kennen. Ik zal verder niets verklappen van het prachtige verhaal, dat moet u echt zelf ontdekken, want dit is een ongelofelijk mooie film die iedereen moet gaan zien. Woorden zijn weer schaars, maar de beelden totaal overrompelend. Tussen de overdaad aan prikkels in het volle festivalprogramma weet Kim de emoties nog diep te raken. Hij is zowaar een publieksfavoriet geworden, en dat zonder aan impact in te boeten. Een hoogtepunt.

Code 46
We hebben 24 hour party people en In this world nog maar koud achter de kiezen of daar is alweer de volgende film van Michael Winterbottom. Saai wordt het nooit, want iedere film is weer helemaal anders. Code 46 is een soort science fiction liefdesverhaal, dat grotendeels speelt in Shanghai. Ziet er vanaf de credits fantastisch uit, zonder aan grootse effecten te doen. Prachtig acteerwerk van Tim Robbins en Samentha Morton. Gerichte inzet van virussen en het wissen van geheugen maken het emotionele leven in de overvolle stad erg stuurbaar. Big brother is alom aanwezig. Verzekeringsexpert William kan gedachten lezen door een `empathievirus`. Hij onderzoekt een bedrijf waar de felbegeerde paspoorten (`papellen`) om in de stad te komen, gestolen worden. Hij verdenkt Maria, maar wordt ook ernstig verliefd op haar. Dat maakt zijn werk er niet gemakkelijker op. Waarschijnlijk kwam het door Spring, summer etc. die ik net voor deze film zag dat ik niet erg diep geraakt werd. Ik later dat nog eens uitzoeken door hem nog eens te bekijken.

Uzak
Ja, daar had ik ook nog een kaartje voor. Veel positieve verhalen gehoord over deze film in het besneeuwde Istanbul, winnaar van de juryprijs in Cannes. Ik vond het zonde de film in mijn volledig uitgeputte toestand nog te gaan bekijken. Dat zou hem onrecht doen, en hij wordt toch binnenkort uitgebracht in Nederland. Dus hopelijk later nog eens meer over Uzak. En nu naar bed!

Epiloog/napret

Epiloog/napret

Zeventien films in slechts vier dagen was natuurlijk maar een glimp op het gigantische aanbod van het festival. Het is altijd weer de vraag of je greep goed uitvalt, maar ik ben zeer content met wat ik gezien heb. Hoogtepunten waren Somnambulance, The missing, winnaar van een Tiger award en nog wat andere prijzen, Crimson Gold, The return en Spring, summer, autumn, winter ... and spring, maar ook het merendeel van de andere films die ik zag bevielen me zeer.

Licht kritische kanttekeningen richten zich naast op de veelbesproken chaotische kaartverkoop vooral op het comfort in de Pathé bioscoop. Hoe een mooi gebouw (hoewel ook daarover de meningen verschillen) in een paar jaar kan verloederen en verslonzen. Vloerpanelen zitten met plakband vastgemaakt en van klimaatbeheersing is bepaald geen sprake. Benauwd, bloedheet en in een volgende zaal weer steenkoud, want in Pathé 1 lijkt de verwarming overdag niet aan te kunnen. Lekker eten in de kelder bij Kaatje, maar daar tocht je weg omdat de blowers bij de buitendeur niet aan staan. Ik vraag me af of er in dat gebouw bij reguliere vertoningen ook zo met het publiek omgegaan wordt. Het meest storend is nog wel de flikkerende vertoningen in vooral het bloedhete Pathé 7, die het kijken erg vermoeiend maken. Dan zijn de veel kleinere schermen in Cinerama of Venster nog te prefereren. Je hebt daar tenminste een scherp en rustig beeld, zonder de permanent ingedroogde gevolgen van aanslagen op het filmdoek met cola of andere vlekkenmakers.

Maar dat zijn slechts kleine opmerkingen die de pret niet mogen drukken. We hebben veel mooie films gezien, bijzondere pareltjes van over de hele wereld. Het algehele beeld is dat het niet bijster goed gaat met de wereld. De cinema is wat dat betreft een goede graadmeter, ook wel aangeduid als de `thermometer in de reet van de wereld`. Maar ellende levert vaak de beste kunst op. Zo durven vele jonge filmmakers weer grote thema`s aan: ze zijn urgent.

Veel van de vertoonde films zijn aangekocht door de Nederlandse filmdistributeurs, en komen in de loop van het jaar in de bioscopen en filmhuizen. Er staan u veel mooie films te wachten, gevolgd door mooie DVD`s.


De website www.filmfestivalrotterdam.com