REVIEW

Nicole Atkins - Neptune City

Leo Wubbolt | 15 mei 2008

Regelmatig terugkerende lezers van mijn recensies zullen zo langzamerhand de kritische blik kennen waarmee ik de geluidskwaliteit van cd’s tegemoet treedt. Er mankeert veel aan weergaven van de opnamen, of ze nou nieuw, geremasterd of op een andere manier behandeld zijn; het blijft behelpen voor de liefhebber, die niet uitsluitend aangewezen wil zijn op audiofiele uitgaven of dito labels.

Dit overwegend besloot ik de omgekeerde weg te bewandelen. Normaal gesproken gaat de bespreek-cd eerst in de set, en pas later in de auto onderweg. Neptune City gleed in dit geval in de sleuf van de Grundig autoradio om aan het kritische oor onderworpen te worden. Eerlijk gezegd, hij klonk lekker in de auto en op de laptop- luidsprekertjes.

Misschien is dat de nieuwe norm aan het worden, als geluidsbehang op de iPod, het mobieltje, de autoradio of zelfs het draaitafeltje met USB aansluiting. De puristen kunnen zich terugtrekken in hun luisterruimtes met hun MFSL, Telarc en andere vage schijfjes, tonnen uitgeven aan apparatuur en kabels, met zeven cd’s in de kast, want die klinken mooi.

Of Nicole Atkins’ Neptune City in die luisterruimtes tot zijn recht komt is voor mij een twijfelgeval. Muzikaal valt er genoeg te beleven op Atkins` eerste volledige cd, de vorige twee had ze in verband met de lengte EP’s genoemd, een naamgeving die stamt uit het vijftiger en zestiger jaren vinyl tijdperk. EP staat voor Extended Play, bestaand uit een 45-toeren plaatje op 7’’ formaat met meestal vier nummers.

Atkins is volgens haar eigen zeggen een sixties-meisje, dat luisterde naar de Cream en Traffic en de invloeden op deze cd zijn navenant.

Behept met een flexibele donkerbruine stem zingt Nicole Atkins hoorbaar gemakkelijk haar tien eigen composities, met achter haar een geluidswal van af en toe verrassende begeleiding. De stem doet me regelmatig aan ‘Mama’ Cass Elliott denken, niet die dunne, maar de dikke van de Mama’s and the Papa’s, met een stem als een sirene.

Together We’re Both Alone lijkt qua begeleiding zo uit Andrew Loog Oldham’s Songbook te komen, een plaat waar The Verve inspiratie vond voor hun Bittersweet Symphony. Stones producer Oldham was een groot fan van Phil Spector, wiens geest eveneens rondwaart in Maybe Tonight.

Het verhaal van Neptune City is de geschiedenis van haar hometown, in New Jersey en gaat over de alledaagse dingen die Nicole van kind af aan heeft mee gekregen en gehoord. Het zijn de persoonlijke gebeurtenissen en kleine tragedies van de inwoners die verhaald worden in de bij tijden donkere liedjes, het is de productie van Tore Johansson en het is het talent van Nicole Atkins zelf die Neptune City tot een cd maken die niet snel verveelt.

In de huiskamer laat de Accuphase horen dat de opname vriendelijk en kleurrijk is. De akoestische en elektrische baspartijen zijn droog in de mastering neer gezet, Nicole’s vocalen zijn in de hardere passages wat schel, de gelaagdheid van de muziek is voortreffelijk in de zachtere nummers, maar ontaardt enigszins in Brooklyn’s On Fire en Kill The Headlights.

In ieder geval zakt de kwaliteit in de tweede helft van de cd wat in, een manco dat misschien niet was opgetreden als ook deze release de lengte van een EP had gehad.

Nicole Atkins - Neptune City.
Sony/BMG 82876 84775 2, made in the EU.


EDITORS' CHOICE