ARTIKEL

Legendes

René van Es | 23 juni 2000

RAF heeft ooit een zelfbouw zaak gehad waar Hans Baan de scepter zwaaide. Hij ontwierp en leverde HB kits die een heel goed resultaat leverden op een breed scala van apparatuur. Daarnaast werd RAF importeur van het meest prijstechnisch gunstige produkt van de eeuw. De Dynaco kits. Buizen en transistoren apparatuur in een kit vorm, dat wel zo makkelijk te bouwen was, dat elke leek die kon solderen het feilloos in elkaar kon zetten. Wie het spul kent zal smullen van types als PAS-3x, PAT-4, Stereo-70 en FM-5. De FM-5 vond ik de mooiste tuner op wellicht een Revox of Day Sequerra na. Jammer dat Dynaco in andere handen overging en daarmede de interesse verloor in het leveren van kits en zelfs geheel verdween voor een lange tijd. De echt byzondere ontwerpen zijn weer verkrijgbaar in nieuwe vorm, maar alleen kant en klaar en tegen veel hogere prijzen dan vroeger. In die tijd kocht ik geen buizen maar transistor apparatuur. Buizen was toch oud en uit de tijd? Wist ik veel.

Als zaterdag hulp bij Albertsen in Den Haag had ik de kans veel dingen thuis uit te proberen. Met name tweedehands was nog wel eens aantrekkelijk. Zo kreeg ik een McIntosh versterker in handen. Zo’n hele mooie die als je hem aanzet alles zacht groen doet oplichten. Mijn herinnering aan die versterker is dat hij niet perfect was in het hoog, niet in het laag, maar buitengewoon muzikaal. Na een hele avond en halve nacht platen draaien (CD was er nog niet) speet het me dat ik moest gaan slapen. Zo lekker kon je luisteren. Helaas was het ding nog veel te duur, dus moest het weer terug naar de winkel. Zelden heb ik een geïntegreerde versterker gehoord, die zo lekker speelde. En er zo chic uitziet. Ook McIntosh is vandaag de dag nog een droom van mij.

Een jonge Amerikaanse fabrikant bood een versterker aan onder de naam dB Systems. De filosofie achter het ding was, “wie graag naar vervorming luistert, moet geen dB Systems kopen”. De voorversterker bevatte geen centimeter draad. Alles was gesoldeerd op twee printen, die op zich ook aan elkaar waren gesoldeerd. De voeding was los. Het was in die tijd de schoonste voorversterker op de markt en versloeg alles. De eindversterker was maar bescheiden met zijn 2 x 40 watt en kreeg ik snel aan het clippen. Die is nooit blijven staan, maar wel het minimalistische voortrapje dat jaren heeft staan spelen.

Een echte Hifi freak rommelt met platenspelers. Dus ik ook. In HiFi News en andere Engelse bladen werd steeds gesproken over Supex elementen. En ik kreeg Albertsen zo gek dat er uiteindelijk een Supex element werd besteld. De mooiste van de klas, de SD-900. Ik had namelijk al bijna alle elementen uit die tijd (ADC, Shure, Ortofon, Denon, Sonus, Ultimo en allerlei andere exoten) geprobeerd en niets beviel me. Het laag was nooit zoals ik dat wilde. De Supex bracht uitkomst in een SME 3009 arm met een Denon AU-320 MC trafo. Later plande ik speciaal een reis naar Engeland waar ik de bijbehorende arm (Hadcock GH-228) en Lentek pre-pre amp ben gaan halen. Paul Messenger en tijdgenoten gaven aan dat dat de ultieme combinatie moest zijn.Vanaf die tijd hebben nooit meer andere dan Moving Coil cartridges in mijn platenspelers gezeten. Dynamiek, aanwezigheid, strak laag en muzikaliteit zijn veelal de opvallende kenmerken van een goede MC. En inderdaad, de Engelsen hadden gelijk, het klonk als een klok. Jaren later heeft iemand mijn Supex weten te slopen en de arm is uiteindelijk in de vuilnisbak beland. De Lentek is voor Fl. 75,- in Breda beland. Stom Stom Stom.

Een dagje dierentuin in Emmen deed me belanden in Nieuw Weerdinge waar de HiFi Shop is gevestigd. Daar stond in een heel mooie luisterruimte (het is sowieso een heel mooie zaak) een set te spelen bestaande uit Krell cd speler, voorversterker en eindversterkers op een set Wilson Grand Slamm X-1. Totale prijskaartje Fl. 250.000,-. Mooi in het kwadraat en perfect afgesteld. Maar twee maanden later mocht ik bij Multifoon luisteren naar de Avalon Osiris op Aitos versterkers met een Wadia cd speler en/of een Goldmund platenspeler. Kosten Fl. 350.000,-. Ik moet zeggen, als ik die ton extra zou hebben gehad, had ik die er grif voor neergeteld. De Osiris is nog muzikaler op de Aitos dan de Wilson op een Krell. In ieder geval anders. Beide sets heb ik helaas niet kunnen kopen. Wel weer twee dromen rijker.

In Frankfurt ging ik plat voor een systeem met buizen versterkers en PHY-HP speakers en ik weet nog dat ik een zelfde ervaring heb gehad op een jubileum show van Multifoon. Daar speelden twee Hornung hoorns op Audion versterkers met een Wadia CD-speler. En iedereen die daar luisterde kreeg een blik in de ogen van “hebben, hebben, hebben”. Niemand praatte ook tijdens de demo. Wellicht was het de grote ruimte waar het systeem stond, die mee hielp aan het fenomenale geluid, wellicht het volmaakte huwelijk tussen de componenten, wellicht de muziek, maar zelden ben ik zo gegrepen door pure muzikale klasse tijdens een gewone demo op een beurs. En weer waren het hoorns die me de rillingen over de rug deden lopen.

Wie terugkijkt op de jaren voor 2000 komt op apparatuur die in die tijd en zelfs vandaag de dag zijn weerga niet kent. Spul dat al jaren een vaste waarde heeft en die ook zal behouden in de komende tijd. Maar verkijk u er niet teveel op. Ouderdom en slijtage laten sporen achter en wie teveel betaald voor een tweedehands legende met versleten elco’s is een dief van eigen zak. Zelf ben ik heel voorzichtig met het wegdromen in zaken met een ruim tweedehands aanbod. Hoe mooi de McIntosh ook groen glimt en hoe mooi de dB Systems destijds ook was, ik loop er toch omheen. Eigenlijk zou je een soort museum moeten hebben waar dit soort apparatuur speelklaar staat opgesteld. Voor de liefhebbers.

Wie trouwens Frans kan lezen en geïnteresseerd is in “oude” apparatuur moet eens op zoek gaan naar La Nouvelle Revue du Son. Daar staan met grote regelmaat sets in van particulieren die werken met bovenstaande apparaten of met nog veel exotischer spul. Voice of the Theater van Altec Lansing, Sun versterkers, EMT en Ortofon SPG -U elementen en nog veel meer. Smullen voor de liefhebbers. Alleen dat Frans is zo moeilijk. Ik heb nog een oude extra uitgave waar kamervullende hoorns instaan, deels eigendom van Fransen, deels van Japanners. Met ongelofelijk veel liefde is die apparatuur onderhouden en opgesteld.

Wie een McIntosh op zolder ontdekt of een Pritchard arm, of een mooie buizenbak, of een paar hoorns en echt niet weet wat ermee te doen, die mag best een mailtje sturen naar r.l.vanes@hifi.nl.
Geef nog maar niet aan de Kringloop, zelfs niet als het defect is of lijkt te zijn. Aanraken is vaak al genoeg. En het mooiste uit de vorige eeuw? Een close finish voor mij tussen Klipsch met McIntosh en Avalon Osiris op Aitos.


EDITORS' CHOICE