ARTIKEL

Julian Thomas

Het gaat hard met Julian Thomas. Voor zijn titelloze debuut - waar hij tien jaar aan werkte - ontving de 30-jarige zanger/pianist begin dit jaar een Edison-nominatie, deed een theatertour met Trijntje Oosterhuis, scoorde verschillende hitjes, waaronder My Friend, en is vanaf januari te zien in de muziektheatervoorstelling Motel West Coast met Syb van der Ploeg (de Kast), Han Kooreneef, Edward Reekers (Kayak) en Mirjam Timmer (Mir/Twarres).

Muziek is voor Julian Thomas (in 1975 geboren als Sjefke Backbier) geen vrijblijvende aangelegenheid, maar een vorm van therapie na een moeizame jeugd. Julian is niet alleen gehandicapt - hij werd geboren zonder linkeronderarm - maar werd op vroege leeftijd ook uit huis geplaatst. Kinderrechters, opvangtehuizen, conflicten, depressies, psychotherapie: Julian heeft het allemaal meegemaakt. Enige constante factor in zijn leven: de muziek. In deel 7 van De Muziekbeleving Van... een gesprek met het in Brabant woonachtige talent, nog aan het bijkomen van zijn recente optredens met Marco Borsato in de Gelredome.

Julian Thomas


Angst

“Het is nog nauwelijks te bevatten dat ik daar drie keer gestaan heb voor 32 duizend mensen. Maar het ging goed, heb gewoon mijn ding gedaan, twee eigen liedjes: Floating en Me. Op dat moment voelde ik geen spanning, daarvoor wel. Ik wist dat Marco een grote fan van me is, maar toen hij me belde ging er een lichte shock door me heen. Wilde er het liefst van wegrennen, maar wist ook dat ik het gewoon moest doen. Ik was vroeger al dagen doodnerveus als ik op moest treden voor een of ander lokaal radiostation, maar ik heb me er altijd door heen gebeten. Als ik iets geleerd heb in mijn leven is het wel dat als je je angsten kwijt wil raken, je er doorheen moet.”


Heftige jeugd

“Ik heb nogal een heftige jeugd gehad. Mijn vader en moeder wisten niet goed raad met mij. Maar goed, daar is misschien al genoeg over geschreven. Eerlijkheidsgetrouw moet ik wel zeggen dat het ook niet echt te gek was thuis. Mijn ouders waren niet muzikaal of bezig met muziek. Kan me ook niet echt muziek uit mijn vroegste jeugd herinneren. Mijn moeder is wel creatief, het creatieve heb ik van haar denk ik. Ik zat met mijn oudere broer altijd gezellig samen te zingen. Van die bluesladdertjes, [zingt] tum te dum tum, de ander deed de gitaarakkoordjes. We hadden ook pvc-buizen met boterhamzakjes er omheen, kon je heel grappige muziek mee maken.

Julian Thomas

Op de kleuterschool had de jufrouw wel door dat ik bovengemiddeld in muziek geïnteresseerd was. Terwijl iedereen een kleurplaat kreeg, gaf ze mij een xylofoon. Kon ik in een hoek op gaan rammen. Die xylofoon had ze van haar eigen centen voor mij gekocht. Op mijn achtste werd ik uit huis geplaatst en verhuisde naar een tante in Limburg. Die had een keyboardje staan. Daarop is het allemaal echt begonnen. Eén keer ben ik destijds op muziekles gegaan, maar dat vond ik echt belachelijk. Ik heb later even overwogen conservatorium te gaan doen, maar nee. Wilde in plaats van de muziekopleidingen en talentenjachten kiezen voor mijn eigen weg, de harde weg. Mocht die doodlopen, konden we altijd nog zien. Ik kan trouwens nog steeds geen noot lezen en ben daar trots op. Het is toch vreemd dat je noten zou moeten kunnen lezen? Je hoort toch dat het liedje zo gaat, je kunt de tonen toch zoeken, waarom moeilijk doen?”


EDITORS' CHOICE